Leerpad F – medische beeldvorming
1. inleiding
⟹ initieel was radiologie een middel om het lichaam te onderzoeken onder de vorm van CT,
RX, MR, echo,..
- In de jaren ’60 startte men met angiografie (bekijken van de aderen) van het hart
- Gaandeweg takt een relatief nieuw specialisme zich af waarbij beeldvorming wordt
gebruikt om interventies te gaan doen via minimaal invasieve procedures
- Er is een onderscheid tussen interventionele radiologie en chirurgie of
subspecialisaties (=vaag)
1.1 interventionele radiografie
⟹ je schuift in een klein gaatje in het lichaam een katheter en dankzij radiografie is er een
maximaal resultaat door minimale toegang
- 8 op 10 interventies hebben accespoints kleiner dan 5mm
- 9 op 10 interventies enkel maar met lokale anesthesie, soms lichte sedatie met
minder grote impact op het lichaam, je hebt ook contact met de patiënt
- Voordelen:
o Korte opnames
o Lagere kosten van de procedure
o Minder pijn
- Nadelen:
o Bedreven/opgeleid personeel nodig
o Dure opstartkost voor ziekenhuis
o Niet alles is mogelijk voor te onderzoeken
1.2 enkele basisbegrippen
1.2.1 RX
⟹ door röntgenstralen krijg je een geproduceerd beeld (schaduwbeeld)
- Voor of achterliggende structuren is moeilijk te onderscheiden
(anatomische kennis!!)
- Zwart = lucht
- hoe donkerder grijs, hoe minder dens (zacht, zoals spieren)
- hoe witter, hoe dichter de weefselstructuur (zoals botten)
- een RX/ CT is een statistische opname
1.2.2 CT
⟹ wordt gedaan door ‘schijfschijven’ waar er verschillende laagjes van de
weefselstructuren worden gemaakt. Ze hebben wel dezelfde kleureninterpretatie als RX
dus zwart is lucht
- de machine bestaat uit een continu ronddraaiende collimater
- er zijn verschillende vlakken waar er foto’s van kunnen worden gemaakt: axiaal,
coronaal en sagittaal
1.2.3 fluoroscopie
⟹ is een toepassing van X stralen: het is een combinatie van een RX foto en fluoroscopie
(film)
- er is real time feedback van interne organen en hoe ze reageren
- ruim toepassingsveld:
o GI traject evaluatie
o Interventies/diagnose van bloedvat problemen
o Plaatsen protheses
o Spinale chirurgie
- Meestal is er contraststof nodig zoals barium, jodium, CO2
1
, 1.2.4 angiografie
⟹ is een fluoroscopie van de bloedvaten, je kan op deze manier de vorm,
verstoppingen, klonters, bloedingen zien
- Angio (bloedvat) + grafie (tekenen/schrijven)
- Vooral bij bloedvatproblematieken, in de afdelingen neuro, vaat, cardio,…
- Wat kan je in beeld brengen: AVM, aneurysmas, bloedingen, sclerose, occlusie
- Meestal met iodine derivaten
1.2.5 stralingsbescherming
⟹ is de fysieke bescherming tegen de stralen door:
- Afstand van de bron (moeilijk)
- Limiet op de tijd (afh. van procedure)
- Afscherming/pantsering van de radiatie:
loodschort, bril, schildklierbeschermer
- Dosismeter!!
1.2.5.1 strooistraling
⟹ is de grootste stralingsbron voor de professional
- Als de röntgenbuis boven de pt hangt is er
strooistraling (terugkaatsing) richting het gezicht (ogen en
schildklier) van de professional
- Als de röntgenbuis onder de tafel zit wordt de
strooistraling naar de voeten gekaatst (minder belastend)
- Vaak wordt er een loodglasplaat/loodplaat geplaatst
voor de onderste ledematen te beschermen
1.3 seldinger techniek
⟹ is het maken van toegang tot een bloedvat door het inbrengen
van een holle naald in het lumen van bloedvat → daarna een
guidewire inbrengen tot 10 cm diep → naald verwijderen maar
guidewire laten zitten → opschuiven van een noodzakelijke
katheter (bv. een sheath) → verwijderen van guidewire
De volgende bloedvaten worden gebruikt als acces:
- A. radialis
- A. femoralis
- A. brachialis
- A. jugularis
- A. subclavia
- A. basilica/brachialis
1.3.1 algemene complicaties en aandachtspunten
Complicaties:
- Risico op bloedingen:
o Afhankelijk van de procedure: erger bij renale
en hepatobiliaire procedures waar weefselpunctie
kan voorkomen
o Letten op bloedverdunning!:
▪ Aspirines: weinig tot geen risico
▪ Eliquis, pradaxa, xarelto, arixtra: gemiddeld (laag risico = 1 dag,
hoogrisico = afh. van indicatie tot 2 dagen)
▪ Gevaarlijk: marevan, marcoumar (warfarines en coumarines),
clopidogrel
o INR controle! (stollingswaarde)
2