Samenvatting Testtheorie - PB1502 Test- en toetstheorie (PB1502)
Samenvatting Testtheorie en Testgebruik (boek)RUG
Oefentoets Test- en toetstheorie (PB1502)
Tout pour ce livre (115)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
SPO pre-master Orthopedagogiek
Testtheorie (PABO2056)
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
Puck1207
Avis reçus
Aperçu du contenu
Oefenvragen testtheorie
1. Waar is Simon-Binet bekend van?
a. Hij plaatste kritische kanttekeningen bij testen, waardoor de betrouwbaarheid en validiteit steeds
belangrijker werden
b. Hij voegde standaardinstructies toe en ontwikkelde normen voor testen
c. Hij ontwikkelde testen die zich richten op (hogere) mentale complexe processen
!"#$%&" &""($)*+
d. Hij introduceerde de IQ-score: ,%&"#+"- &""($)*+
𝑥 100
2. Koppel onderstaande personen aan hun bijdrage binnen de testtheorie.
!"#$%&" &""($)*+
a. Terman 1. ,%&"#+"- &""($)*+ 𝑥 100
b. Thurstone 2. Voegde standaardinstructies en normen toe aan testen
c. Galton 3. Kritisch over testen, waardoor betrouwbaarheid en validiteit belangrijker werden
d. Simon-Binet 4. Introduceerde de totaalscore en het begrip ‘mentale leeftijd’
e. Stern 5. Veranderingen binnen tests niet enkel dankzij testprocedure, maar ook door individu te verklaren
3. Wat zijn de eigenschappen van een goede test?
a. Moeilijkheid, Objectiviteit, Efficiëntie, Relevantie en Specifiteit
b. Moeilijkheid, Objectiviteit, Normering, Betrouwbaarheid, Validiteit en Standaardisatie
c. Efficiëntie, Standaardisatie, Normering, Objectiviteit, Betrouwbaarheid en Validiteit
d. Efficiëntie, Standaardisatie, Relevantie, Moeilijkheid, Betrouwbaarheid en Validiteit
4. Dankzij welke goede eigenschap van een test kan deze in verschillende landen worden afgenomen en
vergeleken?
a. Efficiëntie
b. Normering
c. Standaardisatie
d. Objectiviteit
5. Welke uitspraak over betrouwbaarheid is juist?
a. Betrouwbaarheid garandeert dat de test altijd wordt uitgevoerd onder dezelfde omstandigheden.
Hierdoor is het mogelijk om de test te herhalen en vergelijkingen uit te voeren.
b. Onder betrouwbaarheid wordt de mate van herhaalbaarheid van metingen onder gelijke
omstandigheden verstaan.
c. Betrouwbaarheid is de mate waarin een test aan zijn doel beantwoordt.
d. Betrouwbaarheid heeft als doel om te garanderen dat de registratie van de data en de uitvoering
van het onderzoek, gelijk zijn bij iedere onderzoeker.
6. Bij welk meetniveau is er sprake van geordende categorieën, maar zijn de afstanden tussen de
categorieën niet gelijk verdeeld?
a. Ratio schaal
b. Ordinale schaal
c. Interval schaal
d. Nominale schaal
7. Op welke schaal wordt de formule van Cohens Kappa gebruikt?
a. Nominale schaal
b. Interval schaal
c. Ratio schaal
d. Ordinale schaal
, 8. Bereken de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid in onderstaande tabel?
Beoordelaar 1
Beoordelaar 2 A B
A 7 3 10
B 3 7 10
10 10 20
a. 0.40
b. 0.55
c. 0.30
d. 0.28
9. Welk van onderstaande beweringen is juist?
a. Bij het testen op prestatieniveau wordt voornamelijk gebruikt bij persoonlijkheidstesten
b. Bij het testen op gedragswijze gaat het om een maximale prestatie met een scoring van goed/fout
c. Bij het testen op prestatieniveau bestaat er geen goed of fout, maar is er een totaalscore
d. Bij het testen op gedragswijze draait het vooral om de manier waarop iemand reageert, of hoe
iemand iets doet
10. Onder welke categorie kan de WAIS test onderverdeeld worden?
a. Individuele intelligentietests voor volwassenen
b. Testbatterijen voor intelligentiefactoren
c. Testbatterij voor geschiktheden
d. Individuele ontwikkelingstests
11. Het geteste gedrag van het individu komt niet overeen met het gedrag wat deze in het dagelijks leven
laat zien. Dit valt onder?
a. Convergente validiteit
b. Discriminante validiteit
c. Ecologische validiteit
d. Criterium validiteit
12. Wat is de kans op een goed antwoord bij een meerkeuzevraag met 2 antwoorden (waarbij de ordening
van belang is)?
.
a. /0
.
b. 1
.
c.
.0
.
d.
2
13. Twee stellingen:
- Bij de ontwikkeling van items wordt in het vooronderzoek een kleine steekproef gedaan met zo’n 20-60
deelnemers.
- Bij polytome items zijn er twee mogelijke scores, namelijk (0) en (1).
a. Alleen stelling I is juist
b. Alleen stelling II is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Puck1207. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.