Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
IRW samenvatting 2023 met alle monitoraten €5,49   Ajouter au panier

Resume

IRW samenvatting 2023 met alle monitoraten

 155 vues  3 fois vendu

IRW samenvatting met uitgeschreven monitoraten per deel. Alle theorie van de 2 boeken staat erin met voorbeelden. Behaalde bij eerste zit 13/20. Wetswijziging van boek 5 BW is opgenomen. Prof Tilleman, KULeuven, , 90 bladzijden

Aperçu 10 sur 90  pages

  • 28 juin 2023
  • 90
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
alekseevnablinova
Onrechtmatige daad: art. 1382-1386bis oud BW (buitencontractueel)
-> 3 voorwaarden
• Fout (vergelijken gedrag van goede huisvader, is pers schuld bekwaam)
• Schade (bewijs schending belangen vb kloostervrouw dood, in geld waarneembaar verlies)
• Oorzakelijk verband (eerste daad is de oorzaak = voor alles schuldig: Equivalentieleer (=zwaarte,
voorbestemdheid geen belang))
= schadevergoeding

Permissieve rechtsregels; voor iem een toelating is voor iem anders verbod (vb. huis betreden)
Bepalingen; wets voorschriften

Art. 1384 oud BW; werkgevers aansprakelijk schade werknemers, meesters aanspr onrechtmatige
daden van leerjongens -> vermoeden bij beide onweerlegbaar tenzij daad niet hebben kunnen
beletten.
Maar als hond in hondenhotel schade veroorz = hondenhotel aansprakelijk = bewaarder

Nv Ivoir is eigenaar van vier panden waar zij kamers verhuurt voor prostitutie. Voor de uitvoering
van haar activiteiten houdt zij twee zichtrekeningen en een spaarrekening bij de nv BNP Paribas
Fortis.
Bij aangetekende brief van 11 juli 2019 liet de bank aan Ivoir weten dat zij de klantenrelatie
beëindigde. De beëindiging gebeurde op grond van artikel 14 van de algemene bankvoorwaarden…
Nv Ivoir komt in de problemen door de beëindiging. Geen enkele andere bank wil haar een
rekening aanbieden, omwille van haar banden met het prostitutiemilieu. Nochtans is een
onderneming wettelijk verplicht een bankrekening te houden. Bovendien heeft de nv een
bankrekening nodig om haar hypothecaire leningen te betalen. De wet van 8 november 2020
(houdende invoering van bepalingen inzake de basisbankdienst voor ondernemingen in boek VII van
het WER, BS 24 november 2020) kent aan ondernemingen het recht op een basisbankdienst toe,
maar voor de toepassing ervan ontbreken de nodige uitvoeringsbesluiten.
b) Hoe kan zij deze vergoeding afdwingen wanneer er niet betaald wordt? Leg uit en verwijs naar de
relevante rechtsgrond(en).

B) Verbintenis tot betaling van een geldsom.
Er kan beslag gelegd w op de goederen van de overheid volgens art. 1412bis GerW. Beslag kan
gelegd w op goederen die op een lijst staan die vatbaar zijn voor beslag of indien geen lijst kan je
beslag leggen op goederen die niet nuttig zijn voor de uitoefening en continuïteit van de uitoefening
van hun functie.




pallet

, 3 verbintenissen art. 5.72 BW
• resultaatsverbintenis (verbintenis tot resultaat tenzij overmacht + bewijs overmacht - art. 5.226 BW.
Vb. termijnen moet je respecteren -> resultaatsverbintenis.
vb. in zorg = juiste medicatie aan juiste pers, juiste been afkappen.
• inspanningsverbintenis (verbintenis tot handelen als een goede huisvader art. 8.4 BW; vb operatie ;
maar wel resultaatsverbintenis dat je geen gereedschap in de buik vergeet)
vb. kapper; inspanningsverbintenis -> checken of kapper onzorgvuldig is = vergelijken met goede
huisvader en met andere kappers.
• garantieverbintenis (storm toch auto herstellen)

Uitzonderlijke lichtere zorgvuldigheidsnorm; men verwacht v bewaargever, hetz zorgvuldigheid dat je
aan je eigen zaak zou besteden. Art. 1927 oud BW
(Brand is enkel overmacht als die niet ontstaan is door eigen onzorgvuldigheid.)


Kristof Christopher heeft al vele jaren last van rugklachten.
Eva voert de operatie uit. In eerste instantie verloopt alles zonder problemen. Na een week begint
Kristof echter hevige koorts te ontwikkelen en wordt zijn rugpijn nog veel erger. Uiteindelijk
wordt hij opnieuw in het ziekenhuis opgenomen. Na een onderzoek blijkt dat Kristof tijdens de
operatie een infectie heeft opgelopen van de zeldzame bacterie staphylococcus aureus.
Kristof besluit daarom om een schadevergoedingsvordering in te stellen tegen Eva. Hij haalt
daarbij aan dat de dokter aansprakelijk is aangezien zijn rugklachten duidelijk niet genezen zijn en
integendeel zelfs verergerden. Eva haalt echter als verweer aan dat zij de “regels van de
wetenschap” volgde en dat zij er niets aan kon doen dat Kristof een bacteriële infectie opliep.
U treedt op als rechter in deze zaak. Hoe luidt uw oordeel? Onderbouw grondig uw
redenering en verwijs telkens naar de relevante rechtsgrond(en).

Het gaat hier over een inspanningsverbintenis volgens art. 5.72 BW. Hier een omkering vd bewijslast
toegepast. Ze heeft gehandeld als een zorgvuldig en redelijk persoon. Volgens art. 8.4 BW moet zij
een bewijs leveren die haar bewering ondersteunt; ze heeft de regels vd wetenschap gevolgd.


Oefening;
Als een contractuele inspanningsverbintenis niet wordt nageleefd, moet degene die de naleving wilt
afdwingen, bewijzen dat de tegenpartij de zorgvuldigheidsplicht heeft geschonden volgens art. 5.72
BW. Persoon A moet dus kunnen aantonen dat persoon B zich niet heeft gedragen als een normaal
voorzichtig en redelijk persoon. Personen moet bewijs leveren volgens art. 8.4 BW.

Als resultaatsverbintenis niet wordt nageleefd volgens art. 5.72 BW = in dit geval niet naleving
deadline/termijn waardoor persoon A geen beroep meer kan doen want er is een overschrijding vd
beroepstermijn. Persoon B kan dit vermoeden weerleggen door aan te tonen dat er sprake was van
overmacht volgens art. 5.226 BW.

Discretionaire bevoegdheid: keuzevrijheid
Gebonden bevoegdheid: geen keuzevrijheid
Marginale toetsing: beoordeling beslissing; wordt gecontroleerd of beslissing heeft gelet op de
betrokken belangen.

,Afdwingingsvormen
• Verbintenis tot betaling v/e geldsom (zie art. 2244 oud BW)
• Verbintenis om iets te doen/ niet te doen (zie art. 1144 oud BW)
• Verbintenis om iets te geven (zie art. 1136 - 1137 oud BW)

Hoe afdwingen?
• Rechtsherstel: uitvoering in natura/ stopzetting schending rechtsplicht
• Schadeherstel: in geld of in natura
• Inroepen exceptie van niet-uitvoering art. 5.239 BW



• verbintenis betaling geldsom
Art. 2244 oud BW = bevel tot betaling, art. 1394 Ger.W. = invordering onbetwiste geldschuld.

-> schadevergoeding door laattijdig betalen geldschuld
Art. 5.206 beide in kort, 5.240-241 BW moratoire interest & compesatoire interest.
(Zie art. 5.207 BW = dit geldt enkel bij ingebrekestelling (=officieel verklaren iemand zijn verplichting
is niet nagekomen), gerechtelijke aanmaning of gelden van anatocismeregeling; samengestelde
interest)

• verbintenis iets doen of niet doen
(Vb. 5.133 BW onverschuldigde betaling)
vb. uitvoering werk, beroepsgeheim.
-> dwangmiddel; dwangsom art. 1385bis Ger.W kan gebruikt worden (uitz bij betaling v geldsom,
arbeidsovereenkomst) vb. Gebouw verlaten, kinderen niet zien, verbintenis uit te voeren.
-> vervangen schuldenaar door derde; op kosten schuldenaar (Art. 5.85 BW/ 1144 oud BW)
(het maakt niet uit dat de schuldeiser het zelf kan betalen)
-> wilsverklaring door rechter “plaatsvervangende uitspraak”; vb. Huis heeft nieuwe lift nodig en 1
iem wil niet mee betalen; rechter geeft toestemming dat die pers moet mee betalen

• verbintenis iets te geven
(Wie het ding als eerste in bezit heeft; eigenaar) art. 1136-1137 oud BW = leveren
Art. 3.14 BW hoe goed overgaat, art. 3.28 BW
Art. 3.30-31 BW onroerend

Lucratieve fouten; fouten die winstgevend zijn voor de foutmaker
Opl = winstafdracht (art. 1.11 BW) -> geen voordeel eraan overhouden
Hoofdvordering: wat iem opeist.
Beslag: deel van je inkomen gaat direct naar je schuldeiser/ spullen van jou verkocht zullen w en met
opbrengst schuldeiser zal betaald w.

((schenking; Art. 4.174 BW ondankbaarheid, nalatenschap art. 4.6 BW uitgesloten))
(bij OCMW geldt art. 1412bis Ger.W lijst opgemaakt voor beslag)

,Verhuurder besluit om alles volledig te renoveren en stuurt een aangetekende zending naar de
huurder. Zij maanen de huurder om na 6 maanden het appartement te verlaten. Huurder weigert het
appartement te verlaten en verhuurder dagvaardt de huurder voor het vredegerecht.
Vrederechter slelt ter zitting vast dat de verhuurder de opzeg conform de huidige wetgeving deed en
huurder de woning dient te verlaten. Wat zijn de mogelijkheden en de beperkingen vd vrederechter
om deze uitkomst te verzekeren?

Het gaat hier over een verbintenis iets te doen
En in deze situatie kan een dwangmiddel gebruikt worden en dat is de dwangsom van
art. 1385bis Ger.W zodat de huurder het appartement verlaat.
Ja verhuurder kan de huurder via een dwangsom van art. 1385bis Ger.W dwingen het
appartement te verlaten.

,VERBINTENISSEN
Procedure van afdwinging
Verbod op eigenrichting; wraak nemen, eigen afdwinging
Uitz:
• zelfverdediging art. 416 SW (! geen verdediging goederen)
• ENAC = exceptie v niet uitvoering art. 5.239 BW

Opschortingsrechten; recht om zijn verbintenis op te schorten zolang wederpartij niets doet
= uitvoering van zijn verbintenis / afgifte van een zaak weigeren.
ENAC voorwaarden
• wederkerige rechtsverhouding = degene die zich er op beroept heeft ook een verbintenis na te
leven. vb. Huurder en verhuurder.
• opeisbare verbintenis
• opschorting maakt eigen nakoming vd verbintenis niet onmogelijk
• persoon die op ENAC beroept is niet de oorsprong v/d niet nakoming
• het is evenwichtig = moet in verhouding zijn met eigen belang
Vb. Voor toekomstige schuld waarvan duidelijk geen uitvoering; je denkt dat die gaat failliet gaan dus
je betaald niet.
Vb. Je stopt met je huur te betalen omdat de verhuurder de douche niet wil herstellen.

Men huurt een handelspand, er is een elektrische installatie in het pand die het soms begeeft en zo
vindt er geregeld een kortsluiting plaats. Ze sturen naar de verhuurder een bericht maar geen
antwoord en ze sluiten hun pand. Ze sturen naar de verhuurder “er is nogsteeds geen oplossing
geboden voor elektriciteitsprobleem… we gaan de betaling van onze huurgelden volledig stopzetten
vanaf deze maand tot dit probleem volledig verholpen is”.
Kunnen zij dit zomaar doen?

Het gaat hier over exceptie van niet uitvoering art. 5.239 BW.
De toepassingsvoorwaarden;
Er is een wederkerige rechtsverhouding; huurcontract. Het is een opeisbare verbintenis; herstelling vd
elektrische installatie. Opschorting maakt eigen nakoming niet onmogelijk; na herstellingen gaan ze
de huur betalen. Het is evenwichtig; ze moesten hun pand hierdoor sluiten en het is in evenwicht met
opschorting huur. Ze zijn ook niet de oorsprong vd niet nakoming.
Ja ze kunnen dit doen volgens exceptie van niet uitvoering van art. 5.239 BW.

ONROERENDE GOEDEREN
Retentierecht (bijna hetz als ENAC)(gaat over zaken) = art. 73 oud BW wet van 21 maart 1804;
teruggave opschorten
Vb. je houdt auto bij tot dat pers betaald.
Art. 1612 oud BW leveringsplicht opschorten
Art. 1948 oud BW bewaarnemer teruggave opschorten

Oefening;
Advocate houdt papieren bij als vorm retentierecht volgens art. 73 oud BW wet van 21 maart 1804,
maar heeft hier geen recht op. Ze heeft geen retentierecht op de stukken van haar cliënt, want je mag
geen documenten bijhouden en hier tuchtrechtverbod = verbod om nadeel toe te brengen. Geldt bij
advocaten, dokters, …

Hypotheek: lening om een woning te kopen.

, Juridische niet afdwingbare verplichtingen
• gentlements agreement (pol, eco; levering)
• natuurlijke verbintenis (art. 5.2 BW definitie, art. 203 oud BW onderhoudsverplichting)
vb. Verjaring schuld; persoon bevrijdt en verbintenis teniet maar gebonden door nat. verb.
vb. Stiefvader die wel moet blijven betalen als die dat eens deed.
• onafdwingbare verb.
vb. Kwijtschelding na faillisement, schulden blijven maar niet meer afgedwongen w (art. XX.173 WER
faillisement kwijtschelding)
• sociale afspraken vb. Mama zei ze gaat eten koken.


Materiële zekerheid; bescherming tegen ongevallen en diefstal.
Rechtszekerheid; hierdoor kan je juridische gevolgen van handelen in schatten
wetgeving moet -> publiek bekendgemaakt w art. 190 GW in vb Belgisch Staatsblad.
Positief recht: recht dat op bep tijdstip op een plaats geldt = huidig recht.
Bemiddeling; vrijwillig overleg tussen partijen. (Art. 1723 Ger. W. Definitie)


Patrick zorgt voor zijn moeder. Hij kookt voor haar, brengt haar naar haar doktersafpraken, koopt
medicijnen voor haar. Na overlijden moet het nalatenschap verdeeld worden tss Mia en Patrick.
Patrick heeft vaak medische/onderhoudskosten voor zijn moeder voorgeschoten en heeft die niet
teruggevorderd. Het gaat over een bedrag van 6000€. Hij vraag dit aan de notaris om dat bedrag
voor de vereffening-verdeling in gelijke helften, aan hem toe te bedelen. Mia niet akkoord en wil haar
volledige helft vd erfenis.
Kan Patrick een voorafname doen?

Het gaat hier over een natuurlijke verbintenis art. 5.2 BW.
Restitutie (=terugbetaling) is niet mogelijk hier.
Nee hij kan geen voorafname doen want het gaat hier over een natuurlijke verbintenis van
art. 5.2 BW waarvoor er geen restitutie kan worden gevraagd.



vergelijkingen
• art. 491 SW - art. 492bis SW
1: misbruik goederen; legaal gekregen maar illegaal bijgehouden. vb. duiven bijhouden, fiets huren en
die bijhouden.
2: -> zwaardere straf; misbruik venootschapsgoederen. vb. bestuurder v vennootschap verkoopt
goederen aan zichzelf voor een veel kleinere prijs.

• art. 1717 oud BW - art. 30 pachtwet
1: mag onderverhuren indien dit recht hem niet is ontzegd.
2: moet een schriftelijke toestemming zijn vd verpachter + “toestemming tot overdracht v pacht kan
niet gelden als toestemming tot onderpacht”;

Onderpacht; wnr pachter het pachtgoed geheel/gedeeltelijk verhuurt aan een derde.
Pachtoverdracht; overeenkomst waarbij pachter pachtgoed geheel/deel overdraagt aan een derde.

,Kristina… bord staat met de vermelding “Boerderij te koop”. Kristina besluit om te stoppen en heeft
gesprek met boer Frans.
Frans geen zin heeft in onnodige administratie, deelt hij haar mee dat hij bereid is om de boerderij,
inclusief een spiksplinternieuwe tractor, aan haar te verkopen voor een vriendenprijsje. (in totaal
400.000 euro) wordt de koopcontract gesloten.
Enkele dagen later neemt Kristina haar intrek in haar nieuwe droomwoning. De vrouw, boerin
Georgette, deelt haar mee dat zij de eigenares is van de boerderij. Ze is nog maar net terug van
vakantie en had in de tussentijd aan boer Frans gevraagd om te housesitten. Tot overmaat van ramp
staat er enkele minuten later een politieagente voor de deur, die Kristina meedeelt dat zij “de gestolen
tractor” komt ophalen om terug te brengen naar de rechtmatige eigenaar, boer Kurt. Kristina weet
niet wat haar overkomt en weigert om de woning te verlaten en de tractor af te geven. Uiteindelijk
wordt zij gedagvaard door boerin Georgette, die stelt de rechtmatige eigenares van de boerderij te
zijn, en door boer Kurt, die zijn gestolen tractor terug wil.
U treedt op als rechter in deze zaak. Hoe luidt uw oordeel? Leg uit en verwijs telkens naar de
relevante rechtsgrond(en).

Het gaat hier over een eigendomsoverdracht. Overdracht van roerende als onroerende goederen
gebeurt via wilsoverstemming volgens art. 3.14 BW. Geen wilsoverstemming want Frans is niet de
eigenaar.
In deze casus is roerend goed; tractor en onroerend goed; boerderij.
Overdracht van roerend goed gebeurt volgens art. 3.28 BW « wordt titularis van het recht van zodra
het hij het ongestoord en ondubbelzinnig in bezit verkrijgt » maar wie een goed heeft verloren; Kurt
kan het terugvorderen want termijn van 3 jaar is niet gepasseerd.
Overdracht van onroerende goederen gebeurt volgens art. 3.30 BW; volgens overschrijving in kantoor
vd algemene administratie vd patrimoniumdocumentatie, wat niet is gebeurt dus moet Kristina het
huis verlaten.

Er is een contractuele wanprestatie; boer Frans heeft een contract gesloten met Kristina;
resultaatsverbintenis = resultaat overdragen boerderij en tractor.
Contractuele wanprestatie = contract w niet nageleefd.
Ze kan naar de rechter gaan en een schadevergoeding vragen voor het niet naleven van een contract.



Thibault, wagen te kopen. Op 2 mei 2022 koopt hij de wagen aan bij garagist Dimitri De Tremmerie,
zaakvoerder van ‘DDT Oké Cars’, voor 35.000 euro. (=onderneming + consument)
De vreugde slaat evenwel snel om wanneer Thibault merkt dat het voertuig niet waterdicht is
waardoor er sprake is van waterinfiltratie. Op 29 mei 2022 wordt de wagen voor een eerste keer
binnengebracht bij DDT Oké Cars voor herstelling. Er wordt een lijmkit aangebracht.
Omdat het probleem echter blijft aanhouden, brengt hij de wagen opnieuw binnen op 1 juli 2022.
Opnieuw blijkt dit geen soelaas te bieden: de auto wordt daarna maar liefst nog drie keer
binnengebracht voor hetzelfde probleem.
Wanneer er dan opnieuw problemen op het vlak van waterinfiltratie rijzen, is de maat voor Thibault
vol.
Op 15 oktober 2022 consulteert hij u als advocaat. Thibault wil aan de koop onderuit en wenst de
betaalde som van 35.000 euro te recupereren. Kan hij iets ondernemen? Leg uit en verwijs naar
de relevante rechtsgrond(en).

Het gaat hier over een koopcontract tss verkoper en consument volgens art. 1649bis oud BW.
Het gaat hier over consumentenkoop (v toepassing op roerende goederen en het is voor privé
doeleinden) (ROEREND GOED DUS ART 1649BIS - 1649QUINQUIES)

,Volgens Art. 1649ter oud BW moet het voldoen aan conformiteitsvereisen; het moet geschikt zijn voor
gewenst gebruik en de doeleinden en dat is het niet = het is niet waterdicht.
Art. 1649quarter oud BW koper is aansprakelijk voor een termijn van 2 jaar.
Art. 1649quinquies oud BW er is volgens dit artikel recht op schadevergoeding EN recht op ontbinding
vd overeenkomst OF herstelling (dit wil hij niet).
Thibault moet schadevergoeding ontvangen.



Marijn is bestuurder van de bv MarImmo. Marijn en zijn immovennootschap in realiteit een
slapende vennootschap blijkt te zijn. De bestuursvergoeding van Marijn is dan ook minimaal.
Uiteindelijk stelt de vrederechter een bewindvoerder aan over de persoon en de goederen van Marijn.
Deze bewindvoerder doet aangifte van het faillissement van de bv en van Marijn. Naast zijn
bestuurstaak bij bv MarImmo heeft Marijn geen andere professionele activiteiten.
De ondernemingsrechtbank (eerste aanleg) weigert echter het faillissement van Marijn uit te spreken
met als argument dat hij geen onderneming is. Er wordt hoger beroep aangetekend tegen dit vonnis.
U bent rechter bij het hof van beroep te Antwerpen. Zou u de uitspraak van de
Ondernemingsrechtbank bevestigen? Waarom wel (of niet)? Leg uit en verwijs naar de
relevante rechtsgrond(en).

In art. I.1 1° en art. I.6 12° WER staat er een definitie ivm wat een onderneming is; een onderneming is
een rechtspersoon. Bv Marlmmo is een rechtspersoon want het is een besloten vennootschap (bv).
Plus het is zijn enige professionele activiteit; een onderneming is een persoon die zelfstandig een
beroepsactiviteit uitoefend (bestuurder=zelfstandig + het is geen bijbaan maar zijn hoofdberoep vb
moest garagist enkel in weekend iets doen is die geen onderneming maar als die dat elke dag doet
dan well)
Vonnis moet vernietigd w en bv Marlmmo mag failliet verklaard w.


Tegenwerpelijkheid aan derden: het recht v pers om tegenover derden = pers/partijen die niet bij
contract betrokken zijn te werken aan de nakoming v/e verplichting die is opgelegd door contract/
wet. Vb. Pers die lening heeft met bank, kan de bank de lening afdwingen tegenover derden die het
pand willen kopen/lenen omdat lening tegenwerpelijk is aan derden.
Huurder is aansprakelijk voor de schade vd onderhuurder/huisgenoten art. 1735 oud BW.
Besluit: akte. Iets is tegenwerpelijk: het kan w afgedwongen/uitgevoerd.

VL WHD w gebruikt voor huur v/e hoofdverblijfplaats. (Voor studenten als hun domicilieadres
geplaatst is op hun kot)
HHW w gebruikt voor uitbating v kleinhandel/ambacht.
(Viii) Huur w gebruikt voor situaties welke niet onder dit toepassingsgebied vallen en als aanvulling



Arriëns
Huurwet 1991 huurovereenkomsten die werden gesloten voor 2019/2018.

Oefening;
Uitbater van een kapsalon krijgt en brief; zijn huur na negen jaar kan niet meer verlengd w omdat de
nichtje van de verhuurder kapster is geworden en zij daar haarverzorgsinstituut wil uitbaten.
Uitbater kapsalon woont ook in appartement boven het salon.
Handelshuurwet is hier van toepassing volgens art. 1 HHW. Volgens art. 13 HHW heeft huurder recht
op tweede en derde termijn en art. 16 HHW komt niet in aanmerking want het gaat hier over een nicht
en niet over kinderen/ouders/echtgenoten die het willen uitbaten/bewonen.
Voor het appartement geldt hetzelfde regeling volgens art. 4 HHW.

,Woningbouwwet/ (wet Breyne); het beschermt consumenten die een gebouwde woning/woning die
ze nog aan het bouwen zijn, kopen.
-> zodat: naleving uitvoeringstermijn en overeengekomen prijs, duidelijke overeenkomst tss verkoper
en consument.
Het beschermt je tegen insolvabiliteit (=schulden niet meer kan betalen) vd medecontractant.


Sofie baat een boekhandel uit dat ze vanaf 1 september 2012 huurt van Alice voor 9 jaren. Sofie zou
in maart 2022 graag een studio in dat onroerend goed onderverhuren aan een jong koppel dat er
effectief en gewoonlijk zou verblijven en dat op dat adres zou ingeschreven zijn in het
bevolkingsregister van de stad Leuven.
Kan Sofie op geldige wijze die onderverhuurovereenkomst sluiten?

Het gaat hier over onderhuur volgens art. 1 HHW van een woning die in hoofdzaak voor een
kleinhandel wordt bestemd.
Volgens Art. 11bis HHW kan ze dat doen indien de huurovereenkomst het hem niet verbiedt, dan kan
de huurder een gedeelte van het gehuurde goed onderverhuren om te worden gebruikt als
hoofdverblijfplaats, op voorwaarde dat hij zijn handel behoudt in het gehuurde goed.


Zoë is de uitbater van een B&B (Bed and Breakfast) genaamd ‘Zeze’ te Asse. Zij
huurt hiervoor een pand van Pauline.
Zoë woont zelf in één van de slaapkamers. De andere drie slaapkamers maken deel uit van de B&B
Zeze. Twee jaar na het afsluiten van de huurovereenkomst, ontvangt Zoë een brief van de eigenares
van de woning. Pauline wil de huurovereenkomst stopzetten, zonder specifieke reden. Ze vraagt aan
Zoë om op zoek te gaan naar een nieuw pand voor de uitbating van haar B&B Zeze.
Zoë wil graag in haar droompand blijven, maar wanneer Zoë de huurovereenkomst naleest, staat er
inderdaad in artikel 5 van de overeenkomst vermeld dat de verhuurder het recht heeft om na verloop
van twee jaar de huurovereenkomst op te zeggen.
Zoë gaat op zoek naar een specialist in het huurrecht en komt zo bij u terecht. Kan Pauline de
huurovereenkomst na twee jaar opzeggen, conform de ondertekende huurovereenkomst? Leg uit
en verwijs naar de relevante rechtsgrond(en).

Het gaat hier over een handelshuur volgens art. 1 HHW want het gaat hier over kleinhandel.
Volgens art. 3 HHW mag pas na 9 jaar stopzetten zonder reden, maar moest ze er zelf/
afstammingen/… handel in uitoefenen dan na elke 3 jarige periode mits (=als op voorwaarde dat) zij 1
jaar van tevoren opzegt.
Art 5 vd overeenkomst is relatief nietig want HHW is dwingend recht en ze kan Zoë niet buitenzetten.


Maria Descheemaeker; appartementje in Gent dat ze huurt van verhuurder Immo OVL. Ze heeft één
zoon Danny.
Op 8 maart 2022 overlijdt ook Maria. Pas op 15 augustus 2022 vindt hij de moed om het
appartement van zijn moeder leeg te halen. Wanneer dit gebeurd is, brengt hij het immokantoor op
de hoogte, en overhandigt hij de sleutels op 16 augustus 2022. Tot zijn verbazing ontvangt Danny
op 1 september 2022 nog een betaalverzoek vanwege het immokantoor, waarbij gevraagd wordt
om de maanden april tem augustus te betalen.
Het immokantoor verwijst hiervoor naar de huurovereenkomst die zij destijds met Maria hebben
afgesloten, waarin staat dat na overlijden van de huurder, de erfgenamen de huur dienen blijven door
te betalen tot en met de maand waarin tot afgifte van de sleutels wordt overgegaan.
Danny komt bij u als advocaat om raad vragen. Ziet u mogelijkheden?

, Het gaat over huur waarbij het tot hoofdverblijfplaats is bestemd volgens art. 5 VLWHD.
Art. 42 VLWHD gaat over overlijden v huurder en huurovereenkomst w ontbonden de tweede maand
na het overlijden. Er is volgens deze artikel een vergoeding van 1 maand huur verschuldigd.
Danny moet 1 maand huur betalen.



De nv Bouwwoede, een vennootschap die appartementen opkoopt en verkoopt in
Vlaanderen, wil één van de zovele appartementen in haar ruime vastgoedportefeuille verkopen. Jos
en Rita hebben interesse in het appartement. Jos en Rita zijn sinds 2 december 2020 de eigenaars
van het appartement. Op 2 december 2020 werd het contract over de verkoop van het
appartement bij authentieke akte vastgesteld.
Sinds hun housewarming doen er zich meerdere gebreken voor in hun appartement. Het dak lekt,
de vloerverwarming doet het niet meer en er zijn problemen met de leidingen van de sanitaire
installaties (met inbegrip van de warmtepomp).
Jos en Rita doen hun beklag bij nv BIV. De nv BIV wijst Jos en Rita daarop op de volgende clausule
(=extra voorw) in hun contract:
“(...) Voor de hieronder vermelde onderdelen van het onroerend goed, gelden de volgende
aansprakelijkheidstermijnen in hoofde van de verkoper, welke uitdrukkelijk door de koper worden
aanvaard: - Dakverdichting: 1 jaar - Verwarming- en sanitaire installaties: 1 jaar - (...) Na verloop van
deze termijnen verleent de verkoper géén verdere waarborg voor gebreken welke niet vallen onder
artikel 1641 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek.”
Jos en Rita betwisten de geldigheid van deze aansprakelijkheidsbeperking en vragen u om
advies. Kunnen Jos en Rita iets ondernemen? Leg uit en verwijs naar de relevante rechtsgrond(en).

Het gaat hier over koop van onroerend goed. (geen consumentenkoop want onroerend goed!). (Geen
art. 1641 oud BW moet verkoper instaan voor gebreken als het gebruik ongeschikt maken; ze kunnen
er perfect in wonen) Volgens art. 1643 oud BW zal de verkoper instaan voor gebreken tenzij hij
bedongen (besproken heeft) heeft hij tot geen vrijwaring (=bescherming) zal instaan; dat is
aansprakelijkheidsbeperking, dat is hier het geval, maar
Art. VI.83 WER zegt dat overeenkomsten tss onderneming en consument onrechtmatig zijn als « de
termijn voor verborgen gebreken w vermindert » ook geldt hier « onderneming te ontslaan van haar
aansprakelijkheid die een vd voornaamste prestaties vd overeenkomst vormt », volgens die art mag
er geen aansprakelijkheidsbeperking zijn.
Volgens art. VI.84 WER leidt het tot relatieve nietigheid en moet nv BIV instaan voor de gebreken.


Consumentenrecht: art. 1649bis - 1649octies BW geldt enkel voor B2C = van onderneming tot
consument. ROEREND GOED! Art. 1649quater aansprakelijk termijn 2 jaar. = als er een gebrek
optreedt binnen deze periode dan gaan ze ervan uit dat die al aanwezig was bij de levering.
Geldt voor e-reader, gsm, oven, alle goederen die u van een verkoper koopt in de EU.
Geen consumentenrecht: art. 1641-1643 oud BW ROEREND & ONROEREND GOED!




Algemeen bindend: moet echt voor iedereen bindend zijn vb. geen discriminatie + ook voor iedereen
in bep groep

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alekseevnablinova. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83100 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter