Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting verbintenissenrecht 2023 3 boeken prof stijns €4,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting verbintenissenrecht 2023 3 boeken prof stijns

 36 vues  0 fois vendu

Samenvatting verbintenissenrecht van Stijns. 2023. Alles staat erin met voorbeelden. Geslaagd eerste zit. KULeuven bachelor 1 rechten.

Aperçu 10 sur 93  pages

  • 28 juin 2023
  • 93
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
alekseevnablinova
Inhoud vak: boek 1 & boek 5. 4 monitoraten.

Les 1
Vertrouwensleer: beginsel dat mensen mogen vertrouwen op de rechtsgeldigheid vd handelingen van
anderen, zelfs als deze handelingen later blijken ongeldig te zijn. Vb. Als iemand te goeder trouw
handelt en vertrouwt op een schijnbaar legitieme handeling van een ander, dan kan die persoon
beschermd worden door de vertrouwensleer, zelfs als de handeling later blijkt ongeldig te zijn.

Contract = syn. overeenkomst
Contractbreuk = syn. niet nakoming
Gevolgen = syn. sancties

Dynamische prijszetting: prijzen van producten of diensten voortdurend worden aangepast op basis
van verschillende factoren, zoals vraag en aanbod, de tijd van de dag, … wordt vaak gebruikt in reis
sector.
Aleatoire contract: contract waarvan de uitvoering afhankelijk is van onzekere gebeurtenis en resultaat
is niet zeker op het moment van contractsluiting. Vb. Verzekeringscontract, verkoop van een
onroerend goed onder voorbehoud van financiering kan als aleatoir worden beschouwd, omdat de
uitvoering ervan afhangt van het al dan niet verkrijgen van financiering door de koper.


Les 2
Inleiding: de (vermogensrechtelijke) verbintenis
Verbintenissen - art. 5.72 BW
-Resultaatsverbintenis (verbintenis tot resultaat tenzij overmacht + bewijs overmacht - art. 5.226 BW.
vb. termijnen moet je respecteren -> resultaatsverbintenis.
vb. in zorg = juiste medicatie aan juiste pers, juiste been afkappen.
vb. vormvoorschriften naleven.
vb. verb v projectontwikkelaar om binnen bep termijn een woning te bouwen tegen forfaitaire
(=vastgestelde) prijs.
-Inspanningsverbintenis (verbintenis tot handelen als een goede huisvader art. 8.4 BW; vb operatie ;
maar wel resultaatsverbintenis dat je geen gereedschap in de buik vergeet).
vb. kapper; inspanningsverbintenis -> checken of kapper onzorgvuldig is = vergelijken met goede
huisvader en met andere kappers.
“Partijen kunnen zelf bedingen (=voorw stellen) dat een gebruikelijk resultaatsverbintenis een
inspanningsverb bij hun zal zijn/ omgekeerd.”

Als resultaat aleatoir (=onzeker) is; men niet met zekerheid kan verw dat debiteur (=schuldenaar) het
beloofde resultaat zal bereiken, dan w het een inspanningsverb. Vb. Wasserij en kleed & vermelding
van renigingsmethode ontbreekt.

-Versterkte resultaatsverbintenis: vb. Garantieverbintenis, omdat er wettelijk/contractueel w bepaald
dat schuldenaar geen beroep mag doen op overmacht.
-Versterkte inspanningsverb: vb. aannemer zich verplicht om "alle redelijke inspanningen" te leveren
om een bouwproject binnen een bepaalde termijn te voltooien. De aannemer is hier verplicht om de
nodige inspanningen te leveren om het project te voltooien + om alle redelijke maatregelen te nemen
om de termijn te respecteren. Als de aannemer zijn verplichtingen niet nakomt, kan de opdrachtgever
een schadevergoeding eisen op basis van de niet-nakoming van deze versterkte
inspanningsverbintenis.

,§1 definitie: analyse vd vermogensrechtelijke verbintenis
Art. 5.1. BW - verbintenis: is een rechtsband op grond waarvan een SE & SA, indien nodig in rechte,
de uitvoering van een prestatie mag eisen.
Art. 5.2. BW - natuurlijke verbintenis: is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden
afgedwongen. Restitutie is niet mogelijk voor die, die zonder vergissing of dwang werd nagekomen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke verbintenis doet een verbintenis
ontstaan. Het kan juridisch afdwingbaar worden
Vb. 1) art. 203 oud BW - onderhoudsverplichting. 2) Verjaring schuld; persoon bevrijdt en verbintenis
teniet maar gebonden door nat. verb. 3) Stiefvader die wel moet blijven betalen als die dat eens
deed.

Vermogensrechtelijke verbintenis:
Art. 5.6 BW - eenzijdige en wederkerige verbintenis
Vb. Verhuurder (genot verschaffen vh gehuurde goed) en huurder (huur betalen) -> contractuele
verbintenis, wederkerig. Er is wilsuiting van beide partijen.
Eenzijdig vb. 1) schenking, 2) verbintenis tot herstel vd schade art 1382 oud BW; de schuldenaar
moet schadevergoeding geven = herstelplicht. Instaan voor mensen en zaken onder hun
bewaarneming. 3) aanbod en beloningsbelofte; vb aanbod niet terugtrekken. 4) testament herroepen
(=intrekken) 5) verwerpen v/e nalatenschap.

Er kan geen beslag w gelegd op goederen die de schuldenaar had voor het beslag (=verkocht heeft).
-> persoonlijke rechten = geen volgrecht
Oplossing; goederen immobiliseren (=vastzetten) waarover hij beschikt op ogenblik vh ontstaan vd
schuldvordering.
Art. 3.36 BW -> wnr schuldeisers allemaal tergelijkertijd een betaling eisen (uitz: wettelijke voorrang)
w ze evenredig aan hun omvang v hun schuldvordering pondsgewijze betaald. Iedere schuldeiser
maakt dus in evenredigheid v zijn schuldvordering een verlies.

§2 definitie: analyse
Wederkerige verbintenis; samenhangend en wederzijds
Beide twee prestaties. Samenhangend; 1) recht om zijn verbintenis op te schorten/inhouden zolang
wederpartij niets doet = uitvoering van zijn verbintenis/ afgifte van een zaak weigeren. -> art. 5.239
BW - ENAC. 2) Je kan ook je contract ontbinden - art. 5.90-5.95 BW. Ontbinding is een manier v
beëindiging vh contract wegens niet-nakoming v dit contract.
De ontbinding is v toep op toerekenbare (=verantw)(wanprestatie) en niet-toerekenbare (overmacht)
tekortkomingen. “de schuldeiser heeft bij ontbinding wegens overmacht geen recht op aanvullende
schadevergoeding -> want de fout vd schuldenaar ontbreekt bij overmacht”

ENAC voorwaarden (5)
• wederkerige rechtsverhouding = degene die zich er op beroept heeft ook een verbintenis na te
leven. vb. Huurder en verhuurder.
• opeisbare verbintenis
• opschorting maakt eigen nakoming vd verbintenis niet onmogelijk
• persoon die op ENAC beroept is niet de oorsprong v/d niet nakoming
• het is evenwichtig = moet in verhouding zijn met eigen belang
Vb. 1) Voor toekomstige schuld waarvan duidelijk geen uitvoering; je denkt dat die gaat failliet gaan
dus je betaald niet. 2) Je stopt met je huur te betalen omdat de verhuurder de douche niet wil
herstellen.

Ontbindend beding: is een contractuele extra voorwaarde in contract over de ontbinding vh contract,
naar aanleiding v/e contractuele tekortkoming die toerekenbaar is aan een contractspartij.
-> schuldeiser stelt het in werking door middel v/e schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar,

,die de tekortkomingen vermeldt die hem w verweten.

§3 kenmerken vd verbintenis
kenmerk 1: rechtsband tss personen (aard vd rechtsband) (minder belangrijk)
Verbintenissen/vorderingsrechten w onderscheiden v zakelijke rechten (=boek 3 BW).
Beide behoren tot patrimoniale/vermogensrechten.

verschil tss. vorderingsrecht en zakelijk recht:
1° Intern bekeken:
◦Verb./vorderingsrecht = verhouding tss. 2 personen
-> SE heeft aanspraak op een gedraging/prestatie van SA
◦Zakel.R. (art. 3.3 BW) = verhouding tussen een persoon en een goed.
-> titularis heeft zeggenschap over een zaak/goed.

2° Extern bekeken: = probleem van “derdenwerking/tegenwerpelijkheid”
◦Zakel.R. = geldt erga omnes (=ze gelden tov. allen; iedereen moet die zakelijke rechten
respecteren). Ze hebben een volgrecht. Er zijn publiciteitsmaatregelen hier.
Tegenstelbaarheid/tegenwerpelijkheid: wil zeggen dat een bepaald feit of document kan ingeroepen
worden tegenover een bepaalde partij of zelfs tegen een derde.

◦Verb. = enkel tegenstelbaar aan schuldenaar = contracten hebben enkel volgrecht tss partijen.
Het feit dat er een verbintenis is wel tegenwerpelijk aan derden.
Een derde begaat een onrechtmatige daad wnr hij heeft deelgenomen aan de niet-nakoming door
een partij v haar contractuele verbintenissen, terwijl hij het bestaan v deze verbintenis kende of moest
kennen = art. 5.111 BW - derdemedeplichtigheid aan de miskenning v/e contractuele verbintenis.

Derde-medeplichtigheid voorwaarden (4)
• Geldige contractuele verb tss de contractspartijen
• Schuldenaar die zich schuldig maakte aan een niet-nakoming
• Derde die deelnam aan de niet-nakoming
• Derde kende het bestaan vd contractuele verbintenis/ behoorde dat te kennen

vb. Alleenafnamecontract, maar als dat specifiek is dat kan dat wel -> vb. Enkel wit bier dan mag die
wel bruin bier aanbieden (=hij moet respecteren wat in het contract staat).

kenmerk 2: bronnen (welke wetten brengen verbintenissen teweeg)
Bronnen: verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract art. 5.127 BW
(quasi contract), uit de buitencontractuele aansprakelijkheid art. 1382-1386bis oud BW of uit de wet.
We kunnen er van afwijken tenzij van dwingend recht (van openbare orde).
DR: relatieve nietigheid.
DROO: absolute nietigheid. -> vb. prestatie/oorzaak ongeoorloofd - art. 5.51 & art. 5.56 BW

art. 5.69 BW - “verb strekt to wet”


3-partijenrelaties:
Vb. KBC oplichter. Schijn is aan u toerekenbaar want die had briefpapier van u, logo’s… ->
schijnvertregenwoordiging en KBC moet geld terugbetalen.

1.8, §5 - schijnmandaat = andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht
gaan dat de andere bev was om iets te doen.
Voorwaarden (4)

,• Schijnbare vertegenwoordigingsmacht
• Goede trouw van de derde die zich op het schijnmandaat beroept (andere partij kon niet
weten dat die geen vertegenw.macht had)
• Toerekenbaarheid van de handeling aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft
bijgedragen tot opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)

Schijnvertegenwoordiging
= andere partij zal moeten aantonen dat zij te goeder trouw ervan uit mocht gaan dat de andere bev
was om iets te doen.
Voorwaarden (4)
• Schijn v/ toereikende bev (=er moet schijn bestaan dat hij die bev wel had)
• Goede trouw vd derde die zich op schijnvertegenw beroept (derde in die omstandigheden niet kon
weten dat er schijn vd toereikende vertegenw.bev was)
• Toerekenbaarheid vd schijn aan de schijnvertegenwoordigde (andere partij bv heeft bijgedragen tot
opwekken vd schijn)
• Derde te goeder trouw lijdt schade (=partij: zal schade lijden als die niet w erkend als geldig)

-> Verschil: mandaat gaat over bedrijfsomstandigheden, andere bij vertegenwoordiging.
Mandaat gaat over macht en vertegenw over bevoegdheid !




kenmerk 3: voorwerp vd verb (tot wat is schuldenaar verbonden)
Art. 5.46. BW - voorwerp van een verbintenis: syn. is een verschuldigde prestatie, die erin kan
bestaan
• iets te doen = (bv. aanneming (vb. huis gaat zetten) = uitvoering werk, diensten (vb. advocaat),
patient behandelen, schade herstellen)
• niet te doen = (bv. niet concurreren, niet openbaren (=niet mogen concurreren),
geheimhoudingsverbintenis; vb patiënt)
• iets te geven (bv. koop; art. 3.14 BW hoe goed overgaat, art. 3.28 BW - roerend, art. 3.30-3.31 BW
- onroerend.
• iets te garanderen (vb. verzekeraar).

verschil tussen specifieke zaak en generieke-/soortzaak is nuttig voor:
• Eigendomsovergang
• Risico-overgang - art. 5.80 BW
Vb. Vaas; er was consensus. Vaas is stuk. Vaas moet betaald worden. -> risico overdracht.
“Bij specifieke zaken; regel dat risico overgaat op het ogenblik van wilsoverstemming. Bij soortzaken;
gebeurt pas bij individualisering/ afzondering (=afgescheiden v andere), wat meestal pas plaatsvindt

,bij de aflevering vd zaak.”
-> koper moet de chauffeur aanspr stellen -> schadevergoeding.

Risicoleer (/risicoregeling): regels die bep wie het verlies draagt bij niet-nakoming vd verb wegens
toeval/ overmacht.
eenzijdige contracten art. 5.266 BW ; - tenietgaan vh voorwerp vd verbintenis door overmacht
= een beëindigingsgrond voor het contract.
Gevolg: onmogelijk is om het goed te leveren/terug te geven. Wegens die onmogelijkheid is die
bevrijd, omdat niemand is gehouden tot het onmogelijke. Schuldeiser kan ook niets meer v hem
claimen.
wederkerige contracten (2) opties
- wederkerige, niet-eigendomsoverdragende contracten: art. 5.100 BW
vb. Festival hevige stormweer in onmogelijkheid om haar verb na te komen; was bevrijd v
contractuele aanspr wegens overmacht. Via toep v risicoleer droeg de organisatie het risico; dat
verplichtte ze om een deel vd inkomsten uit ticketverkoop dat overeenstemt met de onmogelijk gew
dienstverleningsprestatie terug te betalen.
- wederkerige, eigendomsoverdragende contracten: art. 5.80 BW vb. Koop.
Tijdstip vd eigendomsoverdracht is het tijdstip vd risico-overdracht. Risico gaat over het moment vd
contractsluiting. Gaat het goed (als voorwerp) na contractsluiting teniet, dan moet de koper de
koopprijs toch betalen.

afdwingbaar karakter afwezig:
Bij natuurlijke, sociale verbintenissen.
Gentlemen’s agreements. Onafdwingbare verb: vb. Faillissement kwijtschelding - art. XX. 173 WER.

Lucratieve fouten; fouten die winstgevend zijn voor de foutmaker



Les 4
Voorwerp van de verbintenis
Art. 5.46 BW - voorw vd verb: “is een prestatie; iets te doen of niet te doen, iets te geven of iets te
garanderen.” Voorw is een prestatie vd SA.

a. Klassieke opdeling
- iets doen = (bv. aanneming, diensten, patient behandelen)
- iets niet te doen = (bv. niet concurreren, niet openbaren)
- iets geven = (bv. koop)
- iets garanderen (bv. verzekeraar of bank)

b. Moderne opdeling: art. 5.72 BW - verbintenisse: RS en Rl
- resultaatsverbintenis: vb. Tandarts dagdagelijks een tand trekken, iets te geven, te garanderen, iets
te doen
= SA moet bepaald resultaat bereiken
= resultaat niet is bereikt: SE moet niet bewijzen dat dit te wijten is aan een fout van de SA
Bewijslast ligt op SA: enkel bewijs van overmacht bevrijdt hem van aansprakelijkheid.

- inspanningsverbintenis: vb. Attracties, zwembad, iets te doen
= SA moet nodige inspanningen leveren
= resultaat niet is bereikt: SE moet wél bewijzen dat dit te wijten is aan fout van SA: onvoldoende
inspanningen geleverd vergeleken met normaal voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden (bewijslast kan omgedraaid w)

,Bewijslast op SE: onvoldoende inspanningen zijn geleverd door SA

Voorbeeld
AstraZeneca met EU-commissie -> vaccins leveren (RS) en ze ontwikkelen (RI) -> normaal maar;
“Best reasonable efforts” -> versterkte inspanningsverbintenis -> hebben het beide gekwalificeerd als
inspanningsverbintenis, moest het “best/reasonable efforts” -> gwn RI
-> partijen kunnen zelf bepalen wat voorwerp is (bv. van een resultaatsverb. maken zij een
inspanningsverb.) (vb. Arts een routinemakende ingreep -> RS, moeilijk geval kan die zeggen RI)

Geval wnr het niet duidelijk is welke verbintenis:
Rechter kijkt naar bedoeling van partijen én naar zeker of onzeker (=aleatoir) karakter van beoogde
resultaat (bv. arts had laten uitschijnen dat sterilisatie routinematig was en resultaat zeker bereikt zou
zijn -> RS)

Verstrekte resultaatsverbintenis = garantieverbintenis, resultaat zelfs bij overmacht.
Vrijwaringsplicht: wnr een derde belooft dat hij zal instaan voor de gevolgen v schuldenaar.
-> vb. Europese Commissie was dat bij AstraZeneca; dan gingen ze schadevergoeding betalen. Ze
hebben haar gevrijwaard voor eventuele schadeclaims.

Oefening:
• Carwash -> niet aleatoir -> RS
• Woning klaar tegen bep termijn -> RS
• Veiligheidsverplichting; niet altijd zeker, ze moeten bewijzen dat het niet genoeg veilig was -> RI
• Bewakingsplicht v opvoedingsinstelling; niet altijd ied in oog kan houden -> RI
• Verb om zonder gebreken te leveren; levering -> RS


Afdwingbaarheid van de verbintenis
Als de SA zijn verbintenis niet vrijwillig naleeft, kan de SE hem daartoe, zo nodig, in rechte dwingen
via gedwongen uitvoering & dwanguitvoering
Steeds in 3 stappen:
• Ingebrekestelling van SA (zie art. 5.231- 5.233 BW)
-> dit zonder gevolg =
• Vonnis met rechterlijk bevel om verbintenis – de beloofde prestatie - na te komen (=in natura (door
SA of door 3e - art. 5.235 BW))
• Vonnis (of andere uitvoerbare titel vb gerechtsdeurwaarder, notaris) doen uitvoeren met ‘middelen
van tenuitvoerlegging’ (vb. beslag/ uithuiszetting)

art. 5.234 BW:
• SE heeft recht om ‘uitvoering in natura’ te vorderen. De nakoming van de prestatie zelf eisen, heeft
in principe de voorkeur:
• tenzij dit dwang op persoon SA vereist (financiele dwang toegestaan), vb. Niet die pers mee
sleuren en op dak zetten en zeggen dat die eraf mag wnr dak hersteld is.
• tenzij dit onmogelijk of abusief (=onjuist) is om verb uit te voeren -> schadeherstel

Uitvoering in natura en dwanguitvoering
1° geven van iets: zaak opeisen en beslag laten leggen
2° iets doen of niet doen:
- via een dwangsom (art. 1385bis Ger.W.)
‣ (uitz bij betaling v geldsom, arbeidsovereenkomst) vb. Gebouw verlaten, kinderen niet
zien, verbintenis uit te voeren (die bv intuitu personae zijn).
‣ Heeft dwangsom geen gevolg -> dan toep van dwangmiddelen vb. Beslag, uithuiszetting.

, - als geen verb intuitu personae: via (gerechtelijke) vervanging v schuldenaar (art. 5.235 en 5.85
BW):
- als SA in gebreke blijft een beslissing te nemen/ mee te werken aan opmaak van akte: rechter
die de beslissing neemt -> zijn beslissing laat gelden als een akte; plaatsvervangende uitspraak
= wilsverklaring door rechter, vb. Huis heeft nieuwe lift nodig en 1 iem wil niet mee betalen;
rechter geeft toestemming dat die pers moet mee betalen
- via schadeherstel; herstel van de schade vaak in geld (= schadevergoeding), maar in natura
kan ook.
sonnet maarcontacten
aankwam zegenjarmen


Hfdst. 1 Verbintenissen uit overeenkomsten
1. Begrip contract of overeenkomst ine nen
Art. 5.4 BW - definitie van het contract: wilsovereenstemming tussen twee of meer partijen
É
(=minstens twee wilsuitingen) met de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan = een meerzijdige
rechtshandeling - art. 1.3 BW.
-> art. 5.27 BW - geldigheidsvereisten

! Steeds twee wilsuitingen, minstens !
! Eén verbintenis uit contract volstaat (want eenzijdig contract bestaat: art. 5.6 BW)

Art. 5.12 BW - meerpartijencontract = contract door meer dan twee personen aangegaan.
• Consensus (=overeenstemming) volgt vaak uit aanbod en aanvaarding
• Co. kan ook tussen meer dan 2 gesloten worden (= art. 5.12 BW)
-> hier geeft elke partij een wilsuiting gericht tot alle anderen, onder voorwaarde dat de anderen zich
ook verbinden. Bv. Kredietconsortium (=groep van banken dat samen een krediet geeft)
/ samenwerkingscontract.
• Het sluiten van 1 meerpartijenco. i.p.v. afzonderlijke tweepartijencontracten is voordeliger:
partijen kunnen tegenover elkaar gemakkelijker verweer (verdediging) inroepen, ook i.v.m. een
verbintenis van een andere partij als de verbintenissen verknocht (=gehecht) zijn.
Vb. Bij meerpartijencontract kan je ENAC inroepen. kan A weigeren aan B om verb na te komen, als
B weigert zijn verb te voldoen van C.
Bv. Huur = co. waarbij de ene partij (verhuurder) zich tov de andere partij (huurder) verbindt om
het genot van een goed te verschaffen en de andere partij zich verbindt om een bepaalde prijs te
betalen (zie ook medehuur - art. 51-52 Vlaams WHD -> bij feitelijke samenwoning/huwelijk)

“de bedoeling rechtsgevolgen te doen ontstaan” – uitleg
1° partijen bepalen in beginsel zelf of ze afdwingbaar co. beogen. bv. gentlemen’s agreement (=niet
voor de rechtbank komen daarmee)
-> Als het geldig is aangegaan; art. 5.69 BW - co. bindend als wet (voor partijen)
-> aard van de afspraak: sociale, politieke afspraken -> binden niet
2° morele verbintenissen/co kennen vele gradaties in afdwingbaarheid en gaan van bindend tot niet-
bindend -> Vaak in zakenleven: bv. letters of intent + letters of comfort (niet wettelijk afdwingbaar)
3° natuurlijke verbintenissen - art. 5.2 BW: zijn niet afdwingbaar, zolang geen erkenning -> maar als
nagekomen zonder vergissing of dwang: geen terugvordering of restitutie mogelijk.


Les 5
2. Soorten contracten/overeenkomsten
Vermogensrechtelijke contracten (privaatrecht): co. gesloten tussen particulieren (burgers of
ondernemingen) die vermogensrechtelijke verbintenissen of zakelijke rechten vestigt (=begint),
vaststelt, overdraagt, wijzigt of teniet doet.

,Distributiecontract: is een overeenkomst tss producent/ leverancier en een distributeur, waarbij de
distributeur de producten van de producent verwerft (=krijgt) en deze vervolgens verkoopt aan de
eindgebruikers of andere tussenpersonen.

Andere co. dan vermogensrechtelijke (privaatrecht):
1) familierechtelijke contracten: bv. regelingsakte bij “EOT: echtscheiding door onderlinge
toestemming”, huwelijk, feitelijk samenwonen.
2) bewijsrechtelijke of procesrechtelijke contracten
3) vennootschapsrechtelijke contracten


Soorten
A. Consensuele, vormelijke en zakelijke contracten
Art. 5.5 BW - consensuele, vormelijke en zakelijke contracten: contract is consensueel wanneer het
tot stand komt door de loutere wilsovereenstemming (mondeling/schriftelijk) van de partijen zonder
dat zijn geldigheid onderworpen is aan een vormvereiste.
‣ (bv. gemene huur, aanneming en lastgeving)
Een contract is vormelijk wanneer zijn geldigheid onderworpen is aan een vormvereiste.
‣ bv. schenking (art. 4.158 BW) -> je moet naar een notaris = notariële akte,
‣ bv. kosteloze borgtocht (art. 2043quinquies oud BW -> geschrift vereist.
‣ VL. WHD -> vorm vereist; geschrift (=anders nietigheid -> dat je geen contract hebt).
Een contract is zakelijk wanneer zijn totstandkoming onderworpen is aan de overhandiging
(= afgegeven w) van een voorwerp door een partij aan een andere. (bv. bewaargeving, bruiklening)

-> 3 contracten onderscheid:
◦consensuele co totstandkomen louter door wilsovereenstemming = art. 5.28 BW
‣ Koop van een onroerend/ roerend goed (= hier geschrift opgemaakt voor
bewijsmateriaal). Je gaat naar notaris voor publiciteit (=tegenwerpelijkheid aan derden).
• Voor andere volstaat dit niet; 2 uitz = art. 5.29 BW
◦Vormelijke: gebrek vervulling vormvereisten vb. Akte of geschrift
‣ Vormelijk co met consument = geschrift vereist vb. Bank.
‣ Vb. Openbare verkoop
◦Zakelijke: gebrek overhandiging voorwerp

Dading - art. 2044 oud BW: is een consensueel, wederkerig contract en geen vormelijk contract,
maar er is wel een geschrift vereist -> enkel voor bewijs. Partijen doen toegevingen met oog op
vermijden/beëindigen v/e geschil.
Onderhandse akte (=2 geschriften als bewijsmateriaal): is een schriftelijk document waarin een of
meer partijen een overeenkomst vastleggen zonder tussenkomst van een notaris of andere officiële
instantie. Het is een bindend contract tussen de partijen die het document ondertekenen.
‣ Vb. Huurovereenkomsten, koopovereenkomsten, leningsovereenkomsten.


B. Wederkerige en eenzijdige contracten
Art. 5.6 BW - wederkerige en eenzijdige contracten:
‣ contract is wederkerig: 2 verb + 2 wilsuitingen.
‣ contract is eenzijdig: partij verbonden is jegens een andere, zonder enige verbintenis voor
laatstgenoemde. (bv. onbezoldigde (=zonder loon) bewaargeving en bruiklening)

Huur: co. waarbij de ene partij (verhuurder) zich jegens de andere partij (huurder) verbindt om het
genot van een zaak te verschaffen en deze andere partij zich verbindt om hiervoor een bepaalde prijs
te betalen.

,Lastgeving - art. 1984 oud BW: co. waarbij de ene partij (de lasthebber) de opdracht/bev (=macht)
krijgt en aanvaardt vd andere partij (lastgever) om in zijn naam en voor zijn rekening een
rechtshandeling te stellen.

Borgstelling/ borgtocht - art. 2011 oud BW
= co. waarbij een derde (de borg) zich jegens de SE verbindt tot nakoming van de verbintenis van de
(hoofd)schuldenaar (SA) voor het geval deze daar niet zelf aan voldoet.


C. Contracten onder bezwarende en ten kosteloze titel (= ‘om niet’)
Art. 5.7 BW - contracten onder bezwarende en ten kosteloze titel:
‣ contract onder bezwarende titel: voor elke partij een voordeel oplevert.
‣ contract is ten kosteloze titel (=syn co om niet): een partij die aan de andere een voordeel
verschaft, in ruil daarvoor geen voordeel krijgt.
• Bv. een schenking, een bruiklening, een kosteloze bewaarneming of borgstelling.

Aannemingsco: overeenkomst waarbij de aannemer zich verbindt om een werk uit te voeren in ruil
voor een prijs die de opdrachtgever zal betalen.

Testament is een eenzijdige rechtshandeling en geen contract.


D. Vergeldende en kanscontracten
Art. 5.8 BW - vergeldende en kanscontracten: contract is vergeldend (=betalend) wanneer, bij zijn
totstandkoming, de wederkerige prestaties als gelijkwaardig worden beschouwd. (Meeste contacten
zijn zo.) Bv. bij koop en huur (=prestaties zijn gekend vanaf begin).
Kanscontract: contract waarbij gelijkwaardigheid van de wederkerige prestaties waartoe de partijen
zich verbonden hebben, onzeker is doordat het bestaan of de omvang van één van de prestaties
afhangt van een onzekere gebeurtenis. Het veronderstelt het bestaan van een kans op winst of een
risico op verlies. (= een vd prestaties is onzeker = aleatoir) vb. Gokken, verzekeringscontract
(=hoeveel dat die zal moeten betalen).
◦geen benadeling - art. 5.38 BW (=onevenwicht tss prestaties) mogelijk (want partijen
aanvaarden dat er mogelijks een onevenwicht zal zijn),

Koop op lijfrente: bij onroerend goed is de prijs dat je betaald een rente (elk jaar). Je moet het als
koper blijven betalen tot dat verkoper sterft. Vb. Een kasteel kopen v 60 jarige -> voordelig. (=weet
niet hoeveel kostprijs zal zijn).


E. Contract intuitu personae
= co. gesloten omwille van de persoon (natuurlijk/ rechtspersoon) haar persoonlijke kwaliteiten.
Voorbeelden:
‣ bepaalde dienstencontracten door specialisten (arts, advocaat, architect).
‣ bij maatschap art. 4:1, lid 3 WVV - “w aangegaan met inachtneming vd pers vd
vennoten”.
‣ bij schenking/borgstelling
-> Beslissend karakter van de (rechts-)persoon, is van belang voor =
◦wilsgebrek dwaling - art. 5.34 BW, dwaling kan ingeroepen worden (=over determinerend
element voor de toestemming -> = pers)
• verkeerde voorstelling over een element vh contract.
• voorwaarden:
◦1- verkeerde voorstelling over element dat doorslaggevend is geweest om het

, contract te sluiten -> “de welbepaalde contactspartij niet hetz zou hebben
gedaan, moest ze zich niet hebben vergist”
◦2- kenbaarheidsvereiste (subj elementen = wederpartij moet op de hoogte zijn,
als zaken waarover me dwaalt normale, doorslaggevende elementen zijn bij een
contract, mag men verw dat de wederpartij ze kent.
◦3- verschoonbaarheid: elke normale pers in dez situatie zich zou vergist hebben.
◦4- aanwezigheid v dwaling moet beoordeeld w op het tijdstip vd totstandkoming
vd rechtshandeling.
◦Wie gedwaald heeft, moet dat bewijzen. Het kan met alle middelen v recht.
◦Sanctie: Nietigheid + eventueel schadevergoeding.
Normaal uitvoering moet door SA = intuitus en niet door hulppersonen. Het is aanvaard dat die SA
niet alles zal doen, maar die is verantw + moet toezicht houden.


F. Benoemde, onbenoemde en gemengde contracten
Benoemde contracten: overeenkomsten die geregeld worden in het wetboek/ andere wetgeving
(vb. BW, VL WHD, WVV, WER)
Onbenoemde contracten: overeenkomsten die niet wettelijk geregeld w
(vb. Franchising, leasing, sponsoringscontracten)
Gemengde contracten: mengvorm v verschillende benoemde contracten vb. Sponsoring, stukje koop
en stukje huur.

Art. 5.67 BW - gemengde contracten: wnr een contract bedingen bevat die vallen onder verschillende
categorieën van co, wordt elk beding onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op de
categorie waartoe het behoort.
‣ + absorptieleer: specifieke regel absorbeert de algemene regel. De meer specifieke regel
heeft voorrang.
‣ aanvullend recht (=partijen zelf bep) + (OO)DR kunnen hiervan afwijken -> vb
consmentenkoop
• vb. Koopt een nieuwe keuken + iets bij betaald om toestellen te plaatsen (DR) =
plaatsing is aanneming en dat het opgeslorpt w = allemaal kooprecht.


G. Co. van bepaalde of onbepaalde duur
I. Raamcontract
Art. 5.75 BW - contract van onbepaalde duur: geen uitdovende tijdsbepaling = ten allen tijde elke
partij opzeggen + vereisten/ kennisgeving.
Art. 5.76 BW - contract van bepaalde duur: contract niet opzeggen voor afloop tenzij wet het toelaat
+ kennisgeving + opzegtermijn. Foute opzegging is onwerkzaam.

Art. 5.9 BW - raamcontract/kadercontract/ kader of raam overeenkomst: is een contract waarbij de
partijen de algemene principes overeenkomen waarbinnen zij latere uitvoeringscontracten zullen
sluiten. -> het organiseert een kader voor het sluiten van latere (uitvoerings-)contracten.

<-> voorovereenkomst: dit soort contract bereidt slechts 1 toekomstig contract voor en heeft
daarmee een directe band, zoals een contractbelofte, een samenwerkingsco. die een
vennootschapsoprichting voorafgaat.

Bv. de commerciële concessie, voor bv. auto’s = co. waarbij de ene partij (concessiegever vb.
Verkoper van BMW) aan een andere partij (concessiehouder = zelfstandige) het recht geeft om de
producten van de concessiegever af te nemen (=te bestellen) en dan door te verkopen aan afnemers
(=consumenten/bedrijven die vb. Vrachtwagens kopen, in eigen naam en voor eigen rekening (art.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alekseevnablinova. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté