Verbintenissenrecht
INLEIDING
Casus ter illustratie: wat zijn verbintenissen?
A (bedrijf van vet) à B (bedrijf van veevoeder, veevoederfabrikant) à C (boer) à D (slachter van
varkens) à … à … enz.
Stel: SCHADE wordt opgelopen door een te hoog dioxinegehalte in het vet van A;
- Van wie kan boer C de schadevergoeding eisen, wie is aansprakelijk? à B; maar eigenlijk heeft B
geen fout gemaakt want dioxide zit in het vet van A.
- C is hier de schuldeiser: een verbintenis: schuldeiser tegenover schuldenaar
- C heeft een vordering op grond van contractuele aansprakelijkheid op B
- Kan hierbij ook de buitencontractuele aansprakelijkheid? à Ja, want er is een fout gemaakt,
m.a.w. er is een schending van de wet, dus je kan afwijken van de contractuele aansprakelijkheid.
Je hoeft dus niet meer aan te tonen dat er onzorgvuldigheid was, want de wet is geschonden, er
is een FOUT.
- Er is dus samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.
- Vraag die je altijd kan stellen: wie kan aanspraak maken tegen wie en op grond van wat? Vbn.
van “gronden”: contractbreuk, art. 1382, art. 1383
- Kan C, de boer, A aanspreken voor schadevergoeding op grond van contractbreuk? Nee want er
is geen contract tussen A & C! Toch is de aanspraak van C tegen A contractueel geaard ook als
is er geen contractband tussen beide. Dat is eigenlijk om C te beschermen, dus zo kan C de
vordering van B tegen A uitoefenen: dus C heeft de vorderingen van B en A gekregen en is het
zo dus WEL een contractuele vordering.
Conclusie: Een verbintenis = rechtsband waarbij een schuldeiser aan een schuldenaar een prestatie
verschuldigd is en waarbij ook rechtsgevolgen ontstaan die zo leiden tot rechtsverhoudingen.
Verbintenissenrecht wordt ook wel het “koninginnenvak” genoemd want je hebt het altijd nodig, maar
met dit specifieke vak alleen los je geen casussen op.
Bv. een huwelijk: is geen verbintenis op zich! Het is een bron van verbintenis nl., het contract dat
eigenlijk een reden tot ontstaan van een verbintenis is.
Hoofdstuk 1: Contractbegrip en het algemeen contractenrecht in perspectief
A. Contractbegrip
- Terminologische verwarring? Een contract of overeenkomst is niet gelijk aan een “contractueel
document”! Contract is een ondertekende akte dat ons een bewijs moet dienen van een contract,
het kan ook mondeling. Het is dus een wilsovereenstemming. Terwijl een contractueel document
veel concreter is, het is louter iets tastbaar of althans zintuiglijk waarneembaar. Het is de
wilsuiting die zou moeten reflecteren wat partijen daadwerkelijk met elkaar zijn overeengekomen.
- Art. 5.4 BW zegt: contract/overeenkomst = wilsovereenstemming tussen twee of meer personen
met de bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan.
- Bv. (van contracten) : -huwelijk; -een lening, is een voorbeeld van een zakelijk contract dat
ontstaat door wilsovereenstemming EN de overgave van geld aan de klant. Wat gebeurt er
daarna? à klant geeft geld terug met intrest.; -arbeidsovereenkomst (verbintenis tot betalen van
loon in hoofde van de werknemer); -een huurcontract; -een verzekering, welke verbintenis
ontstaat hieruit? à betalen van verzekeringspremies (klant) en à bescherming/dekking/vergoeding
(verzekeraar); -dadingen (overeenkomst om rechtsgeschillen te beëindigen of te voorkomen.;
-aannemingscontracten; -belastingen (wat is de bron van belastingen? à de wet)
1
, Verschil tussen aanneming en lastgeving (beiden zijn vbn. van contracten)? Aanneming: bv
arts = aannemer; advocaat =aannemer / Lastgeving = geeft opdracht aan de aannemer om
een rechtshandeling te stellen Bv: gewonde = lastgever; crimineel = lastgever
B. Contract als individueel en maatschappelijk element
→ Doelstelling van het contract? Het is een fundamenteel instrument voor de ontwikkeling van de
samenleving, door het contract kan het individu zijn eigen belangen behartigen en keuzes maken en
het zorgt ook voor een betere welvaart.
→ Enkele voorbeelden van regels uit het algemeen contractenrecht die gericht zijn op de
bescherming van de kwetsbare partij of op het tegengaan van onwenselijk gedrag dat geen rekening
houdt met het belang van een ander:
● handelingsonbekwaamheid van minderjarigen
● nietigverklaring van een overeenkomst wegens misbruik van omstandigheden
● verbod van rechtsmisbruik of de regel dat overeenkomsten te goeder trouw moeten worden
uitgevoerd
● fraus omnia corrumpit: regel dat bedrog geen uitwerking mag krijgen
● Etc.
Belangrijk artikel: Art. 5.74 Verandering van omstandigheden, BW → dit is de imprevisieregel; regel
die bepaalt onder welke voorwaarden gewijzigde omstandigheden tot de aanpassing of beëindiging
van een contract leiden.
C. Contract als bouwsteen van privaatrechtelijk vermogensrecht
- Vermogen? Geheel van activa en passiva van een persoon; de wettelijke definitie van in het
BW is “de juridische algemeenheid die het geheel van de bestaande en toekomstige
goederen en verbintenissen omvat” van een persoon.
D. Algemeen vs. bijzonder contractenrecht, sectorale contractreguleringen en
contractmodellen
→ Algemeen contractenrecht:
Onderdeel van verbintenissenrecht want de doelstelling van een contract is verbintenissen tussen
twee of meer personen te creëren. het bevat algemene regels en principes die gelden voor
contracten ongeacht het type contract.
→ Bijzonder contractenrecht:
Regels die deels en volledig van het contractenrecht afwijken, bijzondere regels. Bijzondere
contracten (zoals bv. Bezettingen ter bede = een overeenkomst waarbij de ene partij, de verlener,
de andere partij, de bezetter, het recht of de gunst verleent om gebruik te maken van een
onroerend goed eventueel tegen betaling van een bepaalde periodieke vergoeding.) zijn te vinden
in:
● WER: Wetboek van economisch recht
● Wetgeving inzake timesharing
● Wet-Breyne inzake overeenkomsten omtrent in aanbouw zijnde woningen
● WVV: Wetboek van vennootschappen en verenigingen
● Etc.
→ Sectorale contractsreguleringen
De regulering van contracten gebeurt steeds meer sectoraal (=van of voor een geheel van verwante
beleidsterreinen), bv. in de energiesector of specifiek de elektriciteits- en energiesector, de
financiële sector, de telecomsector of de voedselsector etc.
E. Internationalisering, europeanisering, digitalisering, codificering, regionalisering en
constitutionalisering
1) Internationalisering:
Belangrijke documenten die belangrijk zijn om contractenrecht te interpreteren:
- CISG: Convention of International Sales of Goods / Het Weens Koopverdrag (1980)
- Regels inzake internationale verkoop van goederen
- PICC: Principles of International Commercial Contracts
- Regels voor heldere handelscontracten
2
, 2) Europeanisering
- PECL: Principles of European Contract Law
- Modelregels inzake contractenrecht
- DCFR: Draft Common Frame of Reference
- Privaatrechtelijke regels voor meerdere soorten contracten Bv.
Verkoopcontracten, distributiecontracten etc.
→ Dit zijn allemaal instrumenten om het contractenrecht beter te begrijpen en interpreteren maar
behoort wel tot soft law en geen hard law want het heeft geen kracht van wet.
F. Bronnen van verbintenissen
- Het contract (rechtshandeling)
- Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht/ Aquiliaanse aansprakelijkheid/ onrechtmatige
daad (of fout/ inbreuk op het recht is een onderdeel van buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht)
- De wet
- Eenzijdige belofte: Bv. hond verloren en je zet iets op Facebook of in de krant: “de vinder van
mijn hond krijgt 1000 euro”. De wilsovereenstemming ontstaat hier pas wanneer iemand het
initiatief neemt om de hond te zoeken.
- De onverschuldigde betaling Art. 5.133 BW Deze laatste drie
- Zaakwaarneming Art. 5.128 zijn voorbeelden van
- Ongerechtvaardigde verrijking Art. 5.135 oneigenlijke contracten/quasi-contracten
- Enz.
Vraag: “Is een schenking een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting?” Hier: schenking van schilderij:
→ Het is zeker eenzijdig want één iemand geeft het schilderij aan de andere
→ Verbintenis? Nee, het is een overeenkomst.
→ Het is een eenzijdig contract
→ Schenking van een ROEREND goed kan bv. door handgift, maar van ONROEREND goed moet
via een notariële akte.
Vraag: “Kan de bakker de bank aanspreken voor een onrechtmatige daad begaan door haar
personeel?” Dus: een bankbediende ontvangt geld van een bakker die net zijn zaak heeft verkocht, ze
doet dit met meerdere zaken ook. Bankbediende is gaan lopen met het geld;
→ de bakker kan bankb. opzoeken maar is dan nog niet zeker van teruggave van het geld
→ de bakker kan ook de bank aanspreken voor deze onrechtmatige daad; het kan bv. zijn dat de
bank een fout heeft begaan inzake art. 1382-1383
→ “schijn”: Bakker kan de bank aanspreken zonder een bewijs van fout, maar hij moet kunnen
aantonen dat hij de bank haar rechtmatig vertrouwen had → hij moet dus een gedrag aantonen;
zonder bewijs.
Het leven van een contract:
Geboorte van een contract Het leven van een contract Overlijden van een contract
Precontractuele fase Uitvoeringsfase Einde van contract
Principe: contract kan niet gewijzigd worden, maar art. 5.74 → er kan worden onderhandeld maar er
moet aan vereisten worden voldaan. Als de heronderhandeling niet lukt kan dit worden stopgezet of
gewijzigd door een rechter
Stel: probleem? Dan moet je kijken in welke fase zich het probleem bevindt in het leven van het
contract om te weten welk recht er moet toegepast worden; twee voorbeelden:
3
, Bv (1): Je koopt een antiek beeldje, er wordt dus een contract gesloten. Wat blijkt is dat het beeldje
helemaal niet antiek is. Je kan nu vragen om een nietigheidsverklaring van het contract. Waar ligt het
probleem nu op het schema? → Tijdens de precontractuele fase; dus regels van buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht moeten worden toegepast
Bv (2): Je koopt een antiek beeldje maar neemt het nog niet mee uit de winkel. Later kom je het
terughalen en merkt op dat het veranderd is in een nep beeldje. Waar ligt het probleem nu?
Uitvoeringsfase; En het bedrog bevindt zich in de precontractuele fase.
→ Bronnen van verbintenissen
Structuur boek 5 & 1
Art. 1.1. Bronnen
Onverminderd de bijzondere wetten, de gewoonte en de algemene rechtsbeginselen regelt dit
Wetboek het
burgerlijk recht en ruimer het privaatrecht.
Bijv.: wilsovereenstemming over zaak (laptop) en prijs (€ 1.500)
4