Contents
Sociale agogiek......................................................................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1. Sociale agogiek en social agogisch handelen..............................................................................................................2
1.1 Veranderen en helpen veranderen.........................................................................................................................................3
1.2 Kenmerken van agogie............................................................................................................................................................3
1.3 Cliënt........................................................................................................................................................................................4
1.4 Met of zonder ‘K’.....................................................................................................................................................................4
1.5 Beroepen en velden................................................................................................................................................................4
1.6 Niveaus van psychosociaal functioneren................................................................................................................................5
1.7 Verandering nader bekeken....................................................................................................................................................5
1.8 Incidentiele en structurele verandering..................................................................................................................................6
1.9 Veranderbaarheid, verantwoordelijkheid en vrijheid.............................................................................................................6
1.10 Procesgericht veranderen.....................................................................................................................................................6
1.11 Wat de agogiek je biedt.........................................................................................................................................................6
Hoofdstuk 2. Sociaal agogisch handelen en de verschillende levensdomeinen...............................................................................7
2.1 levensdomeinen en drempels.................................................................................................................................................7
2.2 structurele drempels en rechten.............................................................................................................................................8
2.3 ondersteuningsmogelijkheden................................................................................................................................................9
Hoofdstuk 3. Sociaal agogisch handelen bekeken vanuit een inclusieve en empowerend visie...................................................10
3.1 inclusieve en empowerend visie...........................................................................................................................................10
3.2 invalshoeken..........................................................................................................................................................................11
Hoofdstuk 4. Verdieping m.b.t een aantal sociaal agogische thema’s...........................................................................................13
4.1 Migratie.................................................................................................................................................................................13
4.2 Armoede................................................................................................................................................................................31
SOCIALE AGOGIEK
,HOOFDSTUK 1. SOCIALE AGOGIEK EN SOCIAL AGOGISCH HANDELEN
“Sociale agogiek is gericht op het verhogen van de kwaliteit van bestaan van volwassenen. De focus
ligt hierbij op volwassenen die vooral omwille van hun maatschappelijk kwetsbare positie en door
structureel maatschappelijke factoren drempels ervaren. Die drempels situeren zich op de
verschillende levensdomeinen: wonen, werken, onderwijs/vorming, gezondheid, vrije tijd en relaties.”
heel veel drempels
Wat biedt de (sociale) agogiek:
- een manier van kijken, een begrippenkader, inzichten en ervaringen van anderen, ruimte om
eigen stijl te ontwikkelen, een kritische geest, …
Sociaal agogisch handelen = “systematische, doelgerichte en beroepsmatige beïnvloeding gericht op
het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van volwassenen. Beïnvloeding en
verandering kunnen zich situeren op microniveau (het individuele en interpersoonlijke niveau), op
mesoniveau (het organisatieniveau) en op macroniveau (het structureel maatschappelijke niveau).”
Agogisch werk: zekere gerichtheid op (o.m.) psychosociale/gedragsverandering maar d.i. niet de
centrale opdracht (bv. leerkracht, verpleegkundige, arts --- bv. gezondheidseducatie ..); ‘aspecten’.
- Agogie beïnvloedt het handelen:
o je neemt verantwoordelijkheid
o je maakt een bewuste keuze
o je stelt je een doel
o je koppelt een betekenis aan je handelen
- agogisch werk is eerder “proces”gericht dan “product”gericht
- agogisch werk is eerder gericht op de client dan op het probleem
meer oog van het veranderingsproces en relatie met de client (zelfredzaamheid stimuleren)
dan voor het actuele probleem
Sociaal agogisch werk: gerichtheid op psychosociale verandering staat centraal (bv. sociaal werker,
ergotherapeut, psychotherapeut, orthopedagoog ...)
,1.1 VERANDEREN EN HELPEN VERANDEREN
De betrokkenen bij de verandering:
- Degene die helpt veranderen, die ondersteunt, begeleidt of hulpverleent, noemen we de ‘agoog’
- Degene die de verandering of beïnvloeding ondergaat, noemen we de ‘cliënt’ of het
‘cliëntsysteem’; er bestaan echter verschillende benamingen voor: patiënt, pupil, bewoner,
‘gast’, deelnemer, (bewoners)groep, doelgroep, ...
= agogisch werk
Agogiek = is de leer van eenzijdige, systematische en doelgerichte, beroepsmatige beïnvloeding die
gericht is op het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van volwassenen
(individueel of in onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en die deze situatie ook
nastreven. Opmerking: De kenmerken/eigenschappen die hiervoor
werden aangegeven zijn eerder richtinggevend dan absoluut
Agogie = verzamelnaam voor de praktijk van ondersteuners/begeleiders/hulpverleners die bezig zijn
met professionele beïnvloeding van mensen zodat zij het beter krijgen
1.2 KENMERKEN VAN AGOGIE
- Beïnvloeding en verandering
- Psychosociale verandering: van individuele mensen of van mensen in groepsverband
o Wisselwerking psychisch en sociaal functioneren
o Leerproces: niet enkel op niveau van ‘weten’ (kennis). Agogische leerproces gaat verder
dan leren (vb. Lesgeven)
- Beroepsmatig (ook opgeleide vrijwilligers)
o Niet alleen betaald; ‘veranderaar’ moet wel als zodanig herkenbaar en aanspreekbaar
zijn
- Doelgericht: Gerichte poging tot veranderen, verandering is bedoeld
- Systematisch: Planmatig, gebaseerd op vakkennis en ervaring
- Bewust: Beïnvloeding vindt open en eerlijk plaats (geen manipulatie of indoctrinatie)
- Gewenst: door de betrokkenen
- Niet wederzijds: Er is een ongelijke rolverdeling; de bedoelde beïnvloeding loopt van de agoog
naar de cliënt
- (jong)volwassenen
, Opkomst van agogie:
- Maatschappelijke veranderingen (industriële revolutie, grootstedelijkheid, scheiding, kerk/staat,
individualisering, …)
- er ontstaan twijfel, onzekerheid, ongelijkheid, … Dit impliceert nood aan (professionele)
begeleiding
- aanbod van ondersteuning en begeleiding professionaliseert zich
Afbakening agogiek:
- Verandering: last of lust/uitdaging
- Allerlei soorten beïnvloeding om te verandering te komen
- Professionele beïnvloeding van mensen met de bedoeling dat deze mensen het op de ene of
andere wijze beter krijgen
1.3 CLIËNT
Patiënt = degene die de verandering of beïnvloeding ondergaat.
Cliënt = om de gelijkwaardigheid en zelfstandigheid van de betrokkenen te benadrukken wordt dit
gebruikt.
Doelgroep = de grote groep aan verscheidenheid tussen de mensen die geholpen worden, bv.
kinderen, ouderen, peuters, kleuter, …
1.4 MET OF ZONDER ‘K’
Pedagogie = begeleiden en opvoeden van kinderen.
Andragogie = agogie heeft betekenis van andragogie overgenomen
Pedagogiek = leer van het begeleiden en opvoeden van kinderen
Agogiek = leer van het begeleiden van het veranderen van volwassenen
Ortho-agogiek = begeleiden van mensen met een beperking
Sociale agogiek = het begeleiden van personen in een maatschappelijke kwetsbare situatie die
veroorzaakt is door de maatschappij
1.5 BEROEPEN EN VELDEN
Agogie centraal: maatschappelijk werker, mental coach, opbouwwerker, …
Agogisch aspect: verpleegkunde, arts, leraar, …