5. DUURZAAMHEID EN -EDUCATIE
Probleem: toenemende milieudruk, klimaatwijzigingen, luchtontreiniging en gezondheidsproblemen. Steeds
grotere kloof tussen Noord en Zuid en tussen arm en rijk.
Daarnaast stijgt de wereldbevolking enorm en is er dus ook meer vraag naar ruimte en grondstoffen maar
draagkracht op planeet is beperkt.
Welvaart wordt vaak gelijkgesteld aan eigendom en materialisme.
5.1 Duurzame ontwikkeling: het kader
Duurzame ontwikkeling = ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van
toekomstige generaties in gevaar te brengen: “genoeg voor altijd voor iedereen”.
In kern gaat het over de schaarste (= beperking) van de hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht.
Zowel in toekomst als nu. Oppervlakte op aarde is eindig:
o Grondstoffen kunnen op geraken zoals water, hout, gas, …
o Opnamecapaciteit van atmosfeer kent zijn grenzen
è Duidelijke verbinding tussen economische groei, milieuvraagstukken en armoede- en
ontwikkelingsproblematiek, waarbij welvaart en economie in dienste staan van de samenleving
è Voorbestaan samenleving afhankelijk van voortbestaan van onze planeet en zijn natuurlijke
hulpbronnen.
Mondiaal + lokaal complexe uitdagingen op sociaal, economisch en ecologisch vlak.
è Vragen dringende actie, is geen vrijblijvende keuze
è We don’t have a plan B, because there is no planet B
58
,Duurzaam handelen: positief antwoorden op volgende vragen:
o Is het ecologisch verantwoord? (planet/milieu)
o Is het sociaal verantwoord? (people/sociaal)
o Draagt het bij aan de economische welvaart op lange termijn? (prosperity/economisch)
o Zijn de gevolgen voor toekomstige generaties in acht genomen? (tijd)
o Zijn de gevolgen voor alle mensen op deze aarde in acht genomen? (ruimte)
SDG’s Sustainable Development Goals of zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te verwezelijken tegen
2030, geangageerd door VN-lidstaten.
DJAPO = organisatie om kinderen en jongeren te leren omgaan met maatschappelijke uitdagingen zoals
klimaatveranderingen en racisme bv. lessen rond voedselverspilling.
5.2 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling
Elk lid van de VN (verenigde naties) engageert zich om werk te maken van de duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen: België -> sterke nadruk op educatie
Begrijpen wat SDG’s inhouden -> meer inzicht over problematiek -> meer oplossingen bedenken -> bewuster
op een duurzame manier leven
Nu: duurzame ontwikkeling opgenomen in eindtermen en leerplannen + uitwerking hiervan wordt telkens
belangrijker
Educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) = leren denken over en bijdragen aan een leefbare wereld, nu en in
de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet.
è Kinderen vormen tot bewust, kritische, actieve, betrokken en geëngageerde wereldburgers die mee
hun schouders willen zetten onder een mooie toekomst voor iedereen, mens en milieu.
è Duurzame ontwikkeling vraagt om kinderen kritisch en creatief te leren nadenken + inzicht krijgen op
de problemen waar de wereld mee geconfronteerd wordt.
Overlapt ook sterk met wereldburgerschapseducatie (WBE), hierbij vorm je kinderen tot kritische
verantwoordelijke burgers, die zich bewust zijn van het belang van internationale solidariteit + actief en
geëngageerd bijdragen aan een rechtvaardigere wereld.
5.2.1 EDO-principes
EDO realiseren door aandacht te hebben voor 3 EDO-principes: onderzoeken, samen en actiegericht.
1. Onderzoekend leren: leren denken over een leefbare wereld en begrijpen hoe duurzaamheidsprobleem
in elkaar zitten.
o Kennis rond problemen opzoeken + kritisch verkennen (fake news, wetenschappelijk
onderbouwd, …)
o Zelf ook op onderzoek gaan + nieuwe kennis creëren
o Inzicht in complexe samenhang (oorzaak +gevolg) is basis om oplossingen te zien die kunnen
werken
2. Samen leren: meer inzicht krijgen in verschillende meningen en standpunten. Door rekening te houden
met verschillende meningen, waarden, normen -> gedragen oplossing komen -> meer impact. Betekent
ook aangaan van samenwerkingen onder het motto: “alleen ga je snel, samen kom je verder”
3. Actiegericht leren: actie of eerder aangeleerd gedrag?
o Alles hangt af van de intentie + reden van dit gedrag
o Enkel wanneer kind betrokken is vanuit reëel probleem uit eigen leefwereld + bewuste handeling
bedenkt en stelt (alleen of met anderen) = actiegericht zijn
59
, 5.2.2 EDO-vaardigheden
Kinderen keuzes leren maken voor een duurzame samenleving houdt in dat we onderbouwd leren kijken, denken
en doen. Hierbij kan je inzetten op vier vaardigeden, deze vormen een waardevol samenspel in het creëren van
een duurzame wereld. Niet elke vaardigheid moet in elke activiteit komen.
o Systeemdenken = leren verbanden onderzoeken, inzicht krijgen in bestaande situaties, probleem
benaderen vanuit verschillende invalshoeken, betekenisvolle kennis opdoen.
è Helpt complexe thema’s te begrijpen adhv drie verschillende vaardigheden
o Relatie tussen oorzaken en gevolgen
o Onderdelen en het geheel
o Verschillende perspectieven
o Creatief denken = andere ideeën bedenken dan je gewoonlijk zou doen, ontdekken en creëren zelf
keuzemogelijkheden en bedenken alternatieven, zonder vooroordelen met open geest.
o Filosoferen = vanuit verwondering de wereld anders bekijken, kijken met een nieuwe blik en samen
betekenis geven.
o Leren bewust worden van en vragen stellen over eigen waarden en die van anderen
o Sociaal-emotionele vaardigheden voor nodig
o Basishouding nodig: luisteren met respect, empathie en verantwoordelijkheidszin
o Actiegericht werken = ik werk aan de wereld waarin ik wil leven
o Samen acties bedenken, verkennen, uitvoeren en evalueren
o Meer dan kunnen uitvoeren van een actie
o Er is keuzevrijheid en het denkproces van het kind vormt uitgangspunten
Voorbeeld werken aan deze vaardigheden:
o Mei plasticvrij:
1. Kleuters rapen afval op en kleven deze aan hun overall
2. Hoepel in: is het afval of is het geen afval? Filosoferen: wat is afval?
3. Waar komt afval vandaan? Hoe komt het daar? Waar gaat het naartoe? Wat gebeurt er dan?
(onderzoeken/systeemdenken)
4. Ideeën bedenken tegen zwerfvuil (creatief denken)
o Speelgoed is stuk:
1. systeemdenken: oorzaak-gevolg: hoe is dat gebeurt? Wat kunnen we nu doen met iets dat stuk is?
2. Zijn er andere verklaringen van hoe het stuk is gegaan?
3. Filosoferen: wat is spelen? Kan je er nog mee spelen? Als er een deeltje af is, kan je er dan nog mee spelen?
Waarom wel/niet?
NGO’s en middenveldorganisaties werken een educatief aanbod uit waar je als school beroep op kan doen.
Scholen worden ook steeds meer gestimuleerd om aan de slag te gaan via MOS (milieuzorg op school)
è Geen eenmalige workshops, wel trajecten waarbij ze met de hele school te werk gaan.
Whole school benadering = integrale aanpak waarbij heel de school betrokken wordt om te werken op
verschillende niveaus en aspecten van EDO, werkt ook het meest effectief:
o Inzetten op vaardigheden bij benaderen duurzaamheidsthema’s in klas of school
o Inzetten op inspirerende context, aangepast klas- en schoolklimaat
o Inzetten op een schoolbeleid en visie
è EDO: geen extra opdracht voor de school maar is inherent aan de realisatie van het leerplan
5.3 EDO en kleuters
Kleuters te jong? Niet helemaal:
o Volgens UN kinderrechtenverdrag: kinderen moeten beschouwd worden als actieve participanten
o Hebben recht op informatie, een eigen mening en participatie
60