De rol van internationale handel wordt steeds belangrijker. De theorie van de comparatieve
kostenverschillen bewijst dat alle landen voordeel kunnen behalen met internationale handel als zij
zich specialiseren in de productie waarbij zij de laagste opofferingskosten hebben. Dit leidt tot
internationale arbeidsverdeling, waarbij de productie zoveel mogelijk daar plaatsvindt waar dat
relatief het goedkoopste is. Comparatieve kostenverschillen worden veroorzaakt door verschillen in
beschikbare hoeveelheid arbeid en kapitaal en de hoogte van de totale factorproductiviteit.
Als overheden binnenlandse sectoren willen beschermen tegen de buitenlandse concurrentie, dan
kunnen ze verschillende protectionistische maatregelen invoeren. Om de voordelen die vrijhandel
met zich mee kan brengen te benutten, zullen de meeste landen juist de samenwerking met andere
landen opzoeken. Dit kan via het lidmaatschap van organisaties of door het sluiten van
handelsverdragen. Als landen economisch steeds verder willen integreren kan de samenwerking
verder worden uitgebreid. Bijvoorbeeld EMU, met de euro als betaalmiddel.
Begrippenlijst:
Armoedegrens: het minimale benodigde bedrag om menswaardig te kunnen leven.
Deviezen (vreemd valuta): Buitenlandse munten en internationale betaalmiddelen.
Human development index (HDI): Welvaartsbegrip waarbij naast het bbp ook rekening wordt
gehouden met het opleidingsniveau van de bevolking en met de gezondheidszorg.
Internationaal monetair fonds (IMF): Instelling die landen helpt met een tekort aan deviezen.
OESO: Internationaal orgaan voor overleg en samenwerking op sociaaleconomisch terrein.
Welvaartsindicator: Maatstaf voor het meten van de welvaart.
Wereldbank: instelling die leningen verstrekt tegen zachte voorwaarden aan ontwikkelingslanden.
H2
Het belang van internationale handel voor een land, kan bepaald worden door de import- en
exportwaarde uit te drukken in percentage van bbp van dat land, de import- en exportquote. Hoe
hoger de quote, des te opener de economie.
Er wordt een betalingsbalans opgesteld om de grensoverschrijdende geldstromen die hiermee
gepaard gaan in kaart te brengen. Dit geeft een overzicht weer van alle ontvangsten van het
buitenland en de uitgaven (betalingen) aan het buitenland die gedurende een bepaalde periode
plaats hebben gevonden
De betalingsbalans is opgebouwd uit 2 deelrekeningen die ieder een ander soort transacties
registreren. De geldstromen die direct invloed hebben op het nationaal inkomen worden
geregistreerd op de lopende rekening (registratie van voornamelijk export/import van goederen en
diensten. De internationale concurrentiepositie is daarbij een belangrijke factor (heeft direct invloed
op de hoeveelheden die geïmporteerd/ geëxporteerd worden).
Geldstromen die invloed hebben op de (internationale) vermogenspositie van een land worden
geregistreerd op de financiële rekening. Hierbij is het te behalen vermogensrendement van belang
omdat vermogen normaal gesproken de hoogste rendementen opzoekt.
, Begrippenlijst:
Administratieve handelsbelemmeringen: de toegang van buitenlandse producten tot de
binnenlandse markt moeilijk maken door kwaliteitseisen aan die producten te stellen en door
administratieve rompslomp aan de grens.
Allocatie: verdeling van productiefactoren over de productie van de verschillende goederen en
diensten in een economie. In een markteconomie wordt de allocatie van productiefactoren
overgelaten aan het marktmechanisme.
Arbeidsverdeling: splitsing van productieproces in kleinere onderdelen om de arbeidproductiviteit te
verhogen
Comparatief kostenvoordeel: dit ontstaat bij goederen waarbij een land qua productiekosten ten
opzichte van een ander land de grootste voorsprong of kleinste achterstand heeft bij de productie
van dat goed
Dienstenverkeer: de handel van niet tastbare producten
Dumping: het exporteren van producten tegen een lagere prijs dan de kostprijs
Gesloten economie: economie zonder export en import
Goederenverkeer: handel in producten
Invoer: het kopen van goederen en diensten in het buitenland
Invoerheffing: belasting op geïmporteerde goederen die wordt doorberekend in prijs
Invoerquote: waarde van de invoer van goederen en diensten in procenten van het bbp
Invoerquote: maximale hoeveelheid goederen die mag worden ingevoerd
Invoervolume: de hoeveelheid goederen die wordt ingevoerd
Kapitaalverkeer: betalingen door investeringen en beleggingen
Menselijk kapitaal: de kennis en vaardigheden die werknemers bezitten en waarover een bedrijf kan
beschikken. Het geheel aan kennis, ervaring en vaardigheden van een persoon of van de
beroepsbevolking. De beroepsbevolking kun je als ‘kapitaal’ beschouwen waarin je kunt investeren
door bv bijscholing
Offshoring: het productieproces wordt verplaatst naar een ander land
Open economie: er is in verhouding tot het bbp veel buitenlandse handel
Outsourcing: productietaken worden uitbesteed aan een bedrijf in een ander land
Protectie: maatregelen ter bevordering van export en belemmering van import
Saldo handelsbalans: het verschil tussen de waarde van de goederen- (en diensten)uitvoer en de
waarde van de goederen- (en diensten)uitvoer
Schaalvoordelen: kostenvoordelen die ontstaan door productie op grote schaal
Uitvoer (export): het verkopen van goederen (of diensten) aan het buitenland
Exportquote (uitvoerquote): waarde van uitvoer van goederen en diensten in procenten van bbp
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MTeeuw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.