Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting inleiding in de sociologie 1e bachelor kuleuven €6,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting inleiding in de sociologie 1e bachelor kuleuven

samenvatting inleiding in de sociologie 1e bachelor kuleuven 17/20

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 4 juillet 2023
  • 39
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
jademebis
Inleiding in de sociologie
H1: op ontdekkingstocht door een bekend gebied?

1.1 een beeld van een titel

Dia 2

- Sociologie: als ‘studie van de maatschappij’ of ‘samenlevingskunde studie over veranderingen in
de samenleving

- Sieyès:  klaagde de onderdrukking van de 3e stand aan  sociologie kwam met een nieuw
concept: ‘volkssoevereiniteit’. Sociologie was de leer die een rechtvaardige en revolutionaire
inrichting van de samenleving voorschreef en werd opgevat als een normatieve benadering van hoe
de samenleving behoorde te zijn. (normatief = schrijft voor hoe iets zou moeten zijn. Deze uitspraak
is waardeafhankelijk; hij is niet juist of onjuist, maar volgt uit de waarden en normen van degene die
de uitspraak doet) logos: kennis verwerken over de wijze hoe mensen met elkaar verbonden zijn

- Comte uitvinder sociale wetenschap/fysica, ging wetten van de fysica toepassen op de wijze
mensen zijn geordend  beschrijvende, empirische wetenschap van de samenleving = wordt
verkregen als men experimentele resultaten verklaart zonder zich te beroepen op een uitgewerkte
theoretische onderbouwing, maar puur en alleen door analyse van het experiment)

- sociologie = studie van sociale verbanden (gezinnen, steden), kenmerken van die
samenlevingsverbanden en de wetmatigheden die ons samenleven sturen

Dia 3

Samenleving is een speelveld met spelregels en spelers  spelers moeten zich aan de spelregels
houden (indien niet straf). Maatschappelijk leven wordt ook beheerst door geboden en verboden.
Bv. beleefdheidsregels, GAS-boetes, wetten. Er gelden andere regels voor de publieke ruimte dan
voor de particuliere ruimte (straat-binnenhuis, binnen bedrijf – binnen gezin)

Specifieke posities  samenleving bestaat uit verschillende posities bv. beroepsposities. Tussen
deze posities bestaat een taakverdeling

Specifieke rollen  rol is de invulling van de positie.

hoge of lage status  = externe evaluatie die gegeven wordt aan de positie, lage status betekent niet
dat deze bv. beroepen van minder belang zijn voor de samenleving

informatie en communicatie  we zijn hier altijd mee bezig bv. vergaderen, ruzie maken, bellen

taakverdeling en hiërarchie  je hebt formele leiders die via officiële kanalen op die positie
terechtgekomen zijn, soms maar niet altijd zijn dat de beste leden van een groep of degene met het
meeste gezag. Hiernaast heb je ook informele leiders. Conflicten tussen de 2 komen vaak voor.

Ruimte rond het speelveld in concentrische cirkels  bv. toeschouwers bij een voetbalmatch.
Wetenschappers en sociologen vallen in de categorie van de neutrale waarnemers  wordt
verwacht dat ze een volledige beschrijving van de gebeurtenissen leveren, dat ze die analyseren en
een verklaring zoeken voor wat er zich afspeelt op het maatschappelijk speelveld. Positionaliteit
(geheel van positiegebonden rollen, voorkeuren, ervaringen en eigenschappen) kan invloed hebben
op de neutraliteit van het onderzoek.



1

,1.2 het dagelijkse leven door een sociologische lens

Dia 4

De sociologische lens  zorgt ervoor dat we een beeld kunnen vormen van de structuur van de
zichtbare werkelijkheid. Sociologen kunnen waarnemingen van de samenleving betekenis geven door
hun opleiding en ervaring in de sociale wetenschappen. Sociologische lens is alleen maar nuttig als ze
wordt gehanteerd door iemand die de waarnemingen ook kan interpreteren of door iemand die
sociologische verbeelding bezit (niet alleen met je ogen kijken maar ook met je geest)

Charles Wright Mills over sociological imagination  vermogen om te begrijpen dat iemands
individuele ervaringen in verband staan met maatschappelijke krachten en de ruimere historische
context.

3 componenten van de sociologische verbeelding

1) geschiedenis  hoe kwam een samenleving tot stand en hoe verandert ze

2) biografie  welke mensen bevolken een bepaalde samenleving

3) sociale structuur  hoe werken de maatschappelijke instituties, wat zijn de dominante instituties
en hoe houden ze de maatschappelijke orde in stand

Belangrijke voorwaarde waaraan voldaan moet worden om de sociologische verbeelding te kunnen
toepassen  vermogen om van perspectief te wisselen (door afstand te nemen van de actuele
toestand en een alternatief standpunt in te nemen). De ervaring van de dagelijkse werkelijkheid
moet in ruimere historische en sociale context worden geplaatst.

1.2.1 selectieve waarneming

Factoren die onze waarnemingen beïnvloeden

1) Routineus denken en handelen zijn zo diep in ons dagelijkse leven ingebed dat zij de enige geldige
waarheid schijnen uit te maken (moeilijk om een ander perspectief aan te nemen). Routines in
handelen (gedrag) en in denken (common sense) zijn waardevol als middel om ons staande te
houden in vele uiteenlopende situaties waarmee we dagelijks geconfronteerd worden  reduceren
van stortvloed aan informatie, waarnemingen worden selectief.

3) fysische en sociale beperkingen: we zijn gebonden aan de materiele ruimte + de sociale ruimte.
Waarneming van de samenleving vanuit een bepaalde sociale positie (student, baas, bediende) 
hierdoor missen we stukken informatie of kunnen we ze juist gemakkelijker verkrijgen.

- we hebben bepaalde belangen te verdedigen, verhaal dat verteld wordt verschilt naargelang de
positie van de verteller en wat hij meent te verdedigen. Je eigen interpretatie hangt ook af van je
eigen positie.

3) kennis en informatie  waarnemingen gebeuren voorts uit kennis die we al hebben. Je krijgt een
andere kijk op een bepaalde persoon of toestand wanneer je over die persoon of situatie iets meer
of iets anders te weten bent gekomen. Bij selectieve waarneming speelt onderwijs ook een
prominente rol.

4) Voorkeuren en afkeer  positieven of negatieve houdingen zijn niet aangeboren maar wel sociaal
bepaald  socialisatieproces: een proces waarbij een individu zich in de omgang met anderen de
cultuur van zijn omgeving eigen maakt. Ethische categorieën (morele normen) zijn meer tijd-en
cultuurgebonden dan we ons voorstellen.

2

,1.2.2 referentiekaders

Referentiekaders = een raamwerk dat we stapsgewijs uit eerdere ervaringen opbouwen, dit zal onze
latere waarnemingen beïnvloeden. Kunnen we vergelijken met een ‘sociale bril’.

Kenmerken van dat referentiekader

1) vormt een geheel, al onze waarnemingen gebeuren vanuit hetzelfde referentiekader

2) is stabiel maar niet onveranderlijk, veranderingen in onze situatie beïnvloeden na verloop van tijd
ook het referentie kader

3) er bestaan zoveel referentiekaders als er individuen zijn. Omdat ervaringen voor geen 2 mensen
hetzelfde kunnen zijn.

4) gedeelde referentiekaders ontstaan wanneer grote groepen individuen in ongeveer dezelfde
(sociale) omstandigheden opgroeien of werken  soortgelijke ervaringen  sterk gelijkende
referentiekaders. Gedeelde referentiekaders maken deel uit van cultuurpatronen (jeugdcultuur,
arbeidscultuur, plattelandscultuur)  belang voor groepsgevoel, samenhang

 door verschillende referentiekaders reageren we op een zaak die objectief dezelfde is heel
verschillend.

1) zakelijke werkelijkheid 2) beleefde/gepercipieerde werkelijkheid  beleefde werkelijkheid stuurt
ons handelen even sterk of zelfs sterker dan de zakelijke werkelijkheid.

Sociologische theorie: ‘de self-fulfilling prophecy’  verkeerd beeld van een toestand wordt de
werkelijkheid omdat we ons gaan gedragen naar onze perceptie van de realiteit.

- toepassing: het zogenaamde ‘pygmalioneffect’  bv. leerkrachten: ze passen onbewust of bewust
hun gedrag en taalgebruik ten overstaan van leerlingen aan, afhankelijk van de verwachtingen die ze
hebben van de leerlingen. Leerlingen gaan zich vervolgens naar die verwachtingen gedragen.

Vooroordelen leveren een andere illustratie  geïnformeerde mensen hebben minder vooroordelen
dan onwetende mensen. Echter van zodra er vooroordelen zijn helpt meer informatie niet (altijd)
meer als tegengif.

Stereotypes  mensen nemen alleen leefgewoonten waar die in hun vooraf gevormd beeld passen,
min of meer gefixeerde en vereenvoudigde voorstellingen over andere groepen die in een bepaalde
groep gangbaar zijn, zonder dat ze op feiten zijn gebaseerd. Kunnen positief en negatief zijn maar
vooral in het 2e geval hebben ze een maatschappelijke impact.

Kenmerken:

1) (onverantwoorde) vereenvoudiging

2) vertekening

3) veralgemening

- soms is stereotypering een hulpmiddel in de sociale omgang omdat het de complexiteit van de
sociale omgeving vermindert.

- soms is stereotypering een wat schuldige simplificatie bv. zuinige Hollander of luidruchtige Italiaan




3

, - genderstereotypering  vaak in reclames bv. man is kostwinner, dominant, actief en vrouw is
huisvrouw, afhankelijk en zorgt voor de man.

Stereotypering leidt vaak tot ontmenselijking, wanneer de andere wordt herleid tot een negatief
gewaardeerd kenmerk  wordt dan een hulpmiddel bij het bestendigen van vooroordelen, de eigen
machtspositie en de machteloze positie van de andere. Soms worden stereotypes zelfs als
karakteristieken aan het naamwoord geplakt bv. stelende zigeuner, sluwe jood.

 sociologische verbeelding vraagt dat we onze sociale bril afzetten, streeft naar een
onbevooroordeelde, neutrale beeldvorming van de maatschappelijke realiteit en vereist daarom dat
we zoveel mogelijk afstand nemen van de ingesleten routines in het dagelijkse leven.

1.2.3 over sport

Vrijetijdsactiviteiten hebben ook een sociaal kaartje  tennis, windsurfen hebben een zeer hoge
sociale status terwijl wielrennen, boksen een lagere waardering krijgen.  sociaal verschil tussen
goedkope en dure sporten.  culturele verklaringen: stellen dat sport een drager is van symbolische
codes van smaken en leefstijlen. Hogere sporten drukken waarden als ‘distance’ en ‘finesse’ uit.
Sporten die populair zijn bij de arbeidsklassen hebben een patroon van lijf-aan-lijfgevechten.

Geen monopolie  civilisatietheorie: de grote massa bootst het gedrag van de sociale elite na. Ze
zien daarin een mogelijkheid tot opwaartse sociale mobiliteit.

Beperkt houdbaar  sociologisch inzicht in het menselijk denken en handelen is onherroepelijk een
product van de tijdsgeest.

- onderscheid tussen de dure ‘hogere’ sporten en de minder dure ‘lagere’ sporten werd in de 21 e
eeuw op de proef gesteld.

1) onbereikbare hogere sporten werden toegankelijker voor het grotere publiek.

2) de volksporten vinden ingang bij de elites

 de rangschikking van sporten volgens sociale status van de beoefenaars, en indirect volgens de
culturele dimensie van die status, stemt niet (langer) overeen met een maatschappelijke realiteit.

1.3 een stap verder

Van common sense naar sociaalwetenschappelijke kennis

Kenmerken common sense:

1) is op te vatten als losjes samenhangende kennis

2) is gebaseerd op feiten, waarnemingen, ervaringen, inzichten en received wisdom, door elk van ons
verworven en opgestapeld tijdens onze (kortere of langere) levensweg

3) dient om zin te geven aan situaties waarmee we worden geconfronteerd

4) is bedoeld voor praktische, onmiddellijke antwoorden

Sociologie:

1) wilt het ‘waarom’ van bepaalde situaties achterhalen of algemene wetmatigheden ontwikkelen die
op diverse toestanden van toepassing zijn

2) situeert verklaringen en wetmatigheden in sociale factoren (i.p.v. persoonlijke kenmerken)

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jademebis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

63613 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter