ALLE HOOFDSTUKKEN – BWL
1. Algemene inleiding
Parenchymateuze organen
Waar: lever, nier, bijnier, speekselklieren, milt, …
Componenten: parenchym, stroma
Parenchym: functionele elementen en epitheliale cellen
Stroma: geheel bw in orgaan, zenuwen, bv, afvoerwegen
Organisatie: functioneel geheel (parenchym + stroma), kapsel, hilus,
trabekels, septa (lobi en lobuli), interstitieel bw
Buisvormige organen
Waar: spijsverteringstractus, urogenitaalstelsel, ademhalingsstelsel
Kenmerk: macroscpoisch waarneembare holte/lumen omgeven door wand
T mucosa (slijmvlies)
L epithelialis mucosae (epitheel)
Membrana basalis propria (bam)
L propriae mucosae
L muscularis mucosae (bewegen mucosa tov inhoud – soms niet
nodig bv ureter)
T submucosa (niet echt laag, maar verbinding tss t mucosa en muscularis
– iets denser dan l propria)
T muscularis: stratum circulare, longitudinale (voortstuwen inhoud)
T adventitia (als orgaan opgenomen is in omliggend weefsel), serosa (als
orgaan zich in lichaamsholte bevindt)
Sereuze productie aan buitenkant
Muceuze productie aan binnenkant
Weefselregeneratie
Fysiologische vernieuwing
celniveau
Intracellulaire vernieuwing
Celvernieuwing
weefselniveau
Epitheel: zeer goed
Bw: slecht-goed, bloed zeer goed, kb slecht, been goed
Spierweefsel: zeer slecht tot niet
Zenuwweefsel: neuronen niet, neuroglia redelijk
Vernieuwing na letsel (herstel)
Regeneratievermogen van samenstellende weefsels
Voeding (doorbloeding)
Opruimen beschadigd en/of dood materiaal (MPS)
Afweer: specifiek, aspecifiek
,Extra – belangrijk
Stroma heeft onregelmatig dens collageen bw maar meer naar binnen toe
wordt het steeds meer losmazig collageen bw
Epitheel: goed regeneratief vermogen (dus veel epitheel, goed – bv maag)
Hoe denser, hoe slechter regeneratie
Regelmatig dens collageen bw (pees, cornea): slecht regeneratief
2. Ademhalingsstelsel
Inleiding
Hoofdfunctie: uitwisseling O2 en CO2
2 zones: geleidingssysteem en gasuitwisselingszone (passief, diffusie)
Lucht moet voorbereid worden voordat die in gasuitwisselingszone kan
Opwarmen
Bevochtigen
Zuiveren van pathogenen
Geleidingssysteem/buizensysteem
Neusholte – nasofarynx – larynx – trachea – bronchi – bronchioli
Gasuitwisselingszone
Alveoli
Neusholte
Neusholte = alles tot aan hard gehemelte
Op te delen in 3 regio’s: regio cutanea, respiratoria, olfactoria
Regio cutanea
Vestibulum nasi
Haren en haargebonden zweetklieren (verdwijnen)
Pigmentatie (biljft lang bestaan)
Meerlagig onverhoornd onverhoornd plavei onverhoornd kubiek
Opbouw
Meerlagig onverhoornd plavei-kubiek
Propria submucosa
Talrijke bw-papillen: epitheel vast op onderliggend bw
Klieren: enkelvoudig, vertakt, sereus (bevochtiging)
Hierin monden 3 kanalen uit
Ductus incisivi: 2 kanalen maken verbinding tss neus en mondholte
en monden uit achter snijtanden van bovenkaak
-ook vomeronasaal orgaan van Jacobson mondt hierin uit
-kanaal van rostraal naar caudaal verlopend – caudaal blind einde
-bevindt zich in mucosa op hard gehemelte
Ductus nasolacrimalis: vormt verbinding tss oog en neusholte
-afvoer traanvocht
, Glandula nasales laterales
Regio respiratoria
Pseudomeerlagig epitheel
Afgelijnd door respiratoir epitheel
Epitheel rust op propria submucosa
Celtypes
1) Trilhaarcellen
Hoogcilindrisch
Trilharen aan apicale kant
Grote ovale kern
Inweidg skelet van axonema structuur
Aan basis verankerd via basaalkorrellijn
Actief bewegen – slaan richting caudaal (keelholte)
2) Secretorische cellen: muceuze en sereuze
Kleiner
Microvilli
Actieve kern, uitgebreid RER, golgi, secretiegranules
Transluscente granules (muceus), elektronedense granules (sereus)
Secreet mengt en vormt dun laagje op en tussen trilharen
3) Slijmbekercellen
Echte mucusproducerende cellen
Smalle basis, brede cel
Rudimentair RER, golgi, secretiegranules (muceus)
Vaster secreet: legt zich als film bovenop waterig secreet
4) Borstelcellen
Vast op cm
Talrijke microvilli
Actieve kern, uitgebreid RER, secretiegranules
Altijd contact met zenuwuitlopers: afferente zenuw
-zenuwen bundelen en vormen n trigeminus (5e kopzenuw)
Functie: partikels die in bloed zitten worden gedetecteerd door
microvilli secretiegranules vrijgesteld zenuwimpuls
niesreflex (aspecifieke afweer)
5) Basale cellen
Reiken niet tot aan lumen, vast op bam
Maken het een pseudomeerlagig epitheel
Opbouw propria submucosa
Losmazig collageen bw
Enkelvoudige klieren, vertakt, waterig secreet: gll nasales
Veel bv (arterien en venenplexus)
-lopen van rostraal naar caudaal, zeer uitgebreid
-bij stuwing bv verdikking mucosa neusgang toegedrukt
-inademen lucht door mucosa zorgt voor uitdroging mucosa
dus van pseudomeerlagig naar meerlagig
, -zorgt voor geen uitdroging
Uitzakking in regio respiratoria: sinus paranasales
Via uitmondeingen contact maken met neusholte
Bekleed met respiratorisch epitheel: van pseudomeerlagig trilhaar
naar eenlagig cilindrisch-kubiek-plavei
Propria submucosa: klieren en bv (verdwijnen)
Conchae/zeefbeenschelpen: uitstulpingen propria ondersteund door kb-
stukjes – zorgen voor opp-vergroting en dat er meer reukepitheel is
Regio olfactoria
Olfactorisch epitheel
Stuencellen, basale cellen, reukcellen, borstelcellen
Rust op propria submucosa
Celtypes
1) Steuncellen
Hoogcilindrische cellen
Ronde kern, ligt meer apicaal
2) Reukcellen
Liggen tss steuncellen
Eigenlijk gemodificeerde zenuwcellen, daarom neuroepitheel
genoemd
Gedragen zich als epitheelcel, maar hebben axon en dendriet
Dendriet: apicale kant, hieruit vertrekken trilharen (opp-vergroting)
Axon: vertrekt aan basis en gaat richting centraal lopen
Kern: iets lager
Axonen gebundeld in propria tot groepjes = fila olfactoria en die
lopen samen en vormen 1e kopzenuw, n olfactorius (niet
gemyeliniseerd)
3) Borstelcellen
Microvilli
Uitgebreid RER, secretiegranules
Maakt contact met zenuw: afferent, wel gemyeliniseerd (5e zenuw)
4) Basale cellen
Reiken niet tot aan lumen, vast op BaM
Opbouw propria submucosa
Losmazig collageen bw
Klieren: sereus, enkelvoudig, vertakt = gll olfactoriae
-produceren waterachtig secreet
-geurstoffen komen binnen opgelost in secreet via
dendrietbulbus de uitlopers timuleren zenuwimpuls via fila
olfactoria naar kopzenuw geur, bewust
-ook wegspoellen geurstoffen
Verschil tss smaak- en geurcellen