Internationaal en Europees Strafrecht (R_BEG.EUR.R)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Handboek Internationaal Strafrecht
Samenvatting van de hoorcolleges en de literatuur van het vak Internationaal en Europees Strafrecht van de Master Rechtsgeleerdheid, Afstudeerrichting Strafrecht.
100% slagingsgarantie
Samenvatting Internationaal en Europees Strafrecht
Samenvatting van de verplichte literatuur van het van Europees Strafrecht - 670225-M-6
Samenvatting van de nieuwste versie van Handboek Internationaal Strafrecht
Tout pour ce livre (13)
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Rechtsgeleerdheid
Internationaal en Europees Strafrecht (R_BEG.EUR.R)
Tous les documents sur ce sujet (2)
3
revues
Par: sonjaneijenhuis1 • 8 mois de cela
Traduit par Google
Not completely. Chapters 4 and 5 have not been elaborated.
Par: naomiorivera • 7 mois de cela
Par: jeroenschenkels98 • 8 mois de cela
Vendeur
S'abonner
SjorsenHenk
Avis reçus
Aperçu du contenu
Internationaal en Europees strafrecht
Week 1
Samenvatting
Hoofdstuk 3: Rechtsmacht
3.1 Inleiding
3.1.1 Regeling in nationale wetgeving
Internationaal recht bevat geen algemene voorschriften over het ruimtelijk bereik van nationale
strafwetten.
‘Transnationaal strafrecht’, begrip ‘internationaal strafrecht’ is voorbehouden aan de internationale
voorschriften die betrekking hebben op de inhoud van internationale misdrijven en de vervolging en
berechting van verdachten daarvan.
Internationaal strafrecht vanuit internationaal perspectief kan worden aangeduid als droit
international pénal of ‘internationales Strafrecht’.
Rechtsmacht kan tot het internationaal strafrecht worden gerekend in bovenstaande betekenis.
Internationaal strafrecht bevat voorschriften die het ruimtelijk bereik van nationale strafwetten
beïnvloeden. Dus rechtsmacht kan tot het internationaal strafrecht worden gerekend.
verdragsverplichtingen de nationale strafwet te kunnen toepassen op strafbare feiten die buiten
het eigen grondgebied zijn begaan i.c.m. de verplichting om de in dat verdrag omschreven gedraging
strafbaar te stellen.
Juist bij extraterritoriale rechtsmacht zijn internationale verplichtingen en nationale wetgeving zo
sterk met elkaar verweven, dat het niet goed mogelijk is daarbij een strikt onderscheid te maken
tussen internationaal strafrecht als droit international pénal en internationaal strafrecht als droit
pénal international.
Soms bevat een verdrag voorwaarden waaronder rechtsmacht (niet) mag worden uitgeoefend.
Voorbeeld: Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (1982) bevat voor de
kuststaat een verbod rechtsmacht uit te oefenen aan boord van een vreemd schip dat door de
territoriale wateren vaart, in verband met een strafbaar feit dat tijdens de doorvaart is begaan aan
boord van dat schip, tenzij handelen in verdovende middelen.
Internationaal recht stelt grenzen aan het ruimtelijk bereik van nationale strafwetten als zodanig.
Aan bepaalde personen en organisaties, zoals diplomaten en de Verenigde Naties, komt een
zogenoemde volkenrechtelijke immuniteit toe. Een immuniteit betekent dat de nationale strafwet
van de staat waar de immuniteit gerechtigde personen of organisaties opereren, niet op hen mag
worden toegepast.
Rechtsmacht kan ook doelen op de bevoegdheid van een (inter)nationaal gerecht om een feit te
berechten (feitelijke mogelijkheid om gezag uit te oefenen)
Rechtsmacht = bevoegdheid: internationaal strafrecht is bevoegd verdachten van genoemde
internationale misdrijven te vervolgen en berechten.
Rechtsmacht kan ook doelen op de bevoegdheid of de mogelijkheid gezag uit te oefenen, hetzij
feitelijk hetzij formeel.
, Internationaal en Europees strafrecht
Een staat is niet bevoegd zijn gezag uit te oefenen op het grondgebied van een andere staat; in deze
zin is rechtsmacht (‘jurisdiction’) territoriaal, zo overwoog het hof: “Now the first and foremost
restriction imposed by international law upon a State is that – failing the existence of a permissive
rule to the contrary – it may not exercise its power in any form in the territory of another State. In
this sense jurisdiction is certainly territorial; it cannot be exercised by a State outside its territory
except by virtue of a permissive rule derived from international custom or from a convention.”
3.1.3 Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende rechtsmacht
Rechtsmacht wordt in drie categorieën verdeeld.
1) Jurisdiction to prescribe (legislative jurisdiction): bevoegdheid regels te stellen en kan zo
bezien beter worden vertaald als regelstellende rechtsmacht.
2) Jurisdiction to adjudicate (judicial jurisdiction): rechtsprekende rechtsmacht. Vanuit
Nederlands perspectief past behalve het ‘berechten’ door de rechter ook het ruimere begrip
‘vervolgen’ bij ‘to adjudicate’.
3) Jurisdiction to adjudicate/judicial jurisdiction/rechtsprekende rechtsmacht: uitvoerende
rechtsmacht, tenuitvoerleggen van gerechtelijke beslissingen. Bij opsporing en vervolging
zijn politie en OM van pas, maar ok bij tenuitvoerlegging.
Om het optreden van de politie en OM tijdens de opsporings- en vervolgingsfase te
onderscheinden van de rechtsprekende rechtsmacht is voorgesteld een vierde categorie toe
te voegen: 4) Jurisdiction to procecute.
3.1.4 Soevereiniteit
Het uitoefenen van die rechtsmacht is vanuit internationaal perspectief vooral van belang omdat
rechtsmacht een manifestatie is van staatsgezag en daarmee een manifestatie van soevereiniteit
Afhankelijk van welke rechtsmacht in het geding is (de toepasselijkheid van de strafwet; de
bevoegdheid van een gerecht; bevoegdheden om op te treden in de zin van onderzoek, opsporing,
vervolging en berechting; de mogelijkheid om daadwerkelijk gezag uit te oefenen en de mogelijkheid
om gerechtelijke beslissingen ten uitvoer te leggen) en de wijze waarop die rechtsmacht wordt
uitgeoefend moet de vraag worden beantwoord of een inbreuk wordt gemaakt op de soevereiniteit
van een andere staat.
Met regelstellende (wetgevende) rechtsmacht wordt doorgaans geen inbreuk op de soevereiniteit
van een andere staat gemaakt.
Om een inbreuk te maken op de soevereiniteit van een andere staat moet sprake zijn van enige
dwang of dreiging van dwang.
Uitgangspunten bij de beoordeling:
1) Geval waarin overheidsfunctionarissen van de ene staat zelf fysiek opereren op het
grondgebied van een andere staat;
2) Geval waarin overheidsfunctionarissen zelf fysiek op hun eigen grondgebied opereren.
3.1.5 Rechtsmachtconflicten
Negatief rechtsmachtconflict: het strafrecht van geen enkele staat op een concreet feit is van
toepassing terwijl het wel beantwoordt aan een nationale delictsomschrijving van een of meerdere
staten
, Internationaal en Europees strafrecht
Absoluut negatieve rechtsmachconflicten doen zich zelden voor.
Voorbeeld: delicten op rubbervloten op volle zee waarbij de ene stateloze persoon de andere
stateloze persoon mishandelt.
Relatief negatief rechtsmachtconflict: Indien verstekvonnissen in de bevoegde staat onmogelijk zijn,
blijft berechting noodgedwongen achterwege.
Positief rechtsmachtconflict: indien de strafwet van meerdere staten van toepassing is op een
concreet strafbaar feit en de betrokkenen daarbij.
Voorbeeld: NLer die onder invloed rijft in DU.
kent verschillende gradaties:
- Abstract positief rechtsmachtconflict: twee of mee staten in abstracto een geval kunnen
vervolgen volgens hun rechtsmachtregeling
- Concreet rechtsmachtconflict: twee of meer staten van een recht concurrerend
daadwerkelijk gebruikmaken
o Dan dreigen rechtsmachtgeschillen tussen staten, kan voor de verdachte resulteren
in een onacceptabele cumulatie van strafvervolging en sancties.
3.1.6 Verbod van terugwerkende kracht
Verbod van terugwerkende kracht is enkel relevant voor bepalingen van materieel strafrecht.
De op het verbod van terugwerkende kracht bestaande uitzonderingen brengen mee dat in twee
gevallen met terugwerkende kracht extraterritoriale rechtsmacht kan worden gevestigd.
1) Verbod van terugwerkende kracht wordt niet geschonden indien met terugwerkende kracht
extraterritoriale rechtsmacht wordt gevestigd voor een gedraging die op het betreffende
moment strafbaar was op de plaats war het werd begaan of naar echt recht van de staat
waartoe de verdachte behoort.
De strafwaardigheid van het feit is niet nieuwe; nieuwe zijn de wettelijke grindslag voor de
vervolgbaarheid en de bevoegd verklaarde rechter.
2) Verbod van terugwerkende kracht staat niet in de weg aan het vestigen van extraterritoriale
rechtsmacht indien het betrekking heeft op een handelen of nalaten dat ten tijde van het
handelen of nalaten een misdrijf was overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die
door de beschaafde volkeren worden erkend.
Arrest HR Mpambara
Nulla-poena beginsel: de strafbaarheid en de eventueel op te leggen sanctie moeten zijn vastgesteld
en bekendgemaakt, voordat het feit is begaan.
Het gaat de wetgever voorbij aan het geval waarin het handelen of nalaten een misdrijf was naar het
recht van de staat waartoe de verdachte behoort. Met dit overgangsrecht wordt erkend dat het
verbod van terugwerkende kracht zich uitstrekt over het vestigen van extraterritoriale rechtsmacht.
3.2 Kompetenz-Kompetenz: de bevoegdheid rechtsmacht vast te stellen
De soevereiniteit van de staat houdt in dat hij bepaalt welke gedragingen die op zijn grondgebied
zijn begaan strafbaar zijn en welke niet en ook dat hij bepaalt welke strafbare gedragingen in een
concreet geval worden vervolgd en welke niet.
3.2.1 Drie benaderingen
Kompetenz-Kompetenz ken drie benaderingen:
1) Staat is volkomen vrij zijn strafrecht van toepassing te verklaren op alle soorten gedragingen,
gepleegd in binnen- en buitenland. Wordt nagenoeg niet meer uitdrukkelijk aangehangen.
, Internationaal en Europees strafrecht
2) Staat heeft de vrijheid om zijn jurisdictie-beginselen naar eigen goeddunken te formuleren,
met als uiterste grens aan deze vrijheid een volkenrechtelijke verbondsnorm. Doorgaans
betrekking op in het buitenland begane strafbare feiten.
Lotuszaak: staten zijn vrij hun rechtsmacht uit te breiden, totdat zij stuiten op een
volkenrechtelijke verbodsregel.
3) Regels en de uitzondering van de tweede opvatting omgekeerd: staat mag zijn strafwet
slechts uitstrekken over in het buitenland gepleegde feiten indien het volkenrecht daartoe
machtigt.
3.2.2 Een vierde benadering: Terughoudendheid bij het vestigen van extraterritoriale rechtsmacht
Fitzmaurice stelt hij dat internationaal recht voor iedere staat de verplichting meebrengt om
matigheid en terughoudendheid in acht te nemen bij het vestigen van rechtsmacht ten aanzien van
feiten met een buitenlands element.
Hij veralgemeniseerd een eerder door Mann uitgezette lijn: a close connection in an international
sense between the person, fact or event and the State imposing criminal liability in regard to them.
Sinvollen Anknüpfungspunkt: Er moet een verband bestaan tussen het feit en de verdachte
waarover rechtsmacht wordt gevestigd en de staat die het op grond daarvan wil berechten en er
moet in het concrete geval reden zijn waarom dit wordt gedaan naast of in plaats van de staat met
een mogelijk sterker verband met dat feit of met de desbetreffende verdachte als de rechtsmacht
niet berust op territorialiteit of een persoonlijke band met de verdachte (personaliteit).
Een terughoudende benadering ten aanzien van het vestigen van extraterritoriale rechtsmacht heeft
als belangrijk voordeel dat internationale rechtsmacht zich autonoom kan ontwikkelen en niet pas
nadat daarover min of meer mondiaal consensus over bestaat.
3.2.3 Beoordeling door de rechter
Internationaal recht bevat geen geschreven beperkingen voor het vestigen van rechtsmacht terwijl
de rechter de inhoud van een wet niet aan algemene rechtsbeginselen mag toetsen (art. 120
Grondwet).
Internationaal gewoonterecht kan niet meebrengen dat nationale wetgeving buiten toepassing blijft.
een individu kan zich niet met succes beroepen op het volkenrechtelijk inmengingsverbod omdat dit
zich tot staten richt.
3.3 Nationaal belang en internationale solidariteit als fundamenten voor rechtsmacht
Twee fundamenten waarop de beginselen van rechtsmacht berusten zijn 1) zelfbescherming
(nationaal belang) en 2) internationale solidariteit.
De staat waar een verdachte zich bevindt m.b.t. het vestigen van extraterritoriale rechtsmacht levert
een universele rechtsmacht op die tezamen met afgeleide rechtsmacht de boegbeelden van
internationale solidariteit zijn.
Het nationaal belang en de internationale solidariteit zijn de meest geschikte vertrekpunten voor
een categorisering van grondslagen voor rechtsmacht. Een andere onderverdeling kan geschieden
a.d.h.v. aanknopingspunten.
Van der Beken rangschikt naar 1) ruimtelijk aanknopingspunt (territorialiteits- en vlaggebeginsel); 2)
persoonlijk aanknopingspunt (actief en passief personaliteitsbeginsel) en 3) zakelijk
aanknopingspunt (beschermingsbeginsel; zaakwaarnemingsbeginsel en het universaliteitsbeginsel).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SjorsenHenk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €21,77. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.