Andere bronnen en Algemeen deel (extra bladeren)
Inleiding
Deze samenvatting heeft betrekking op de andere leerstukken vh verbintenissenrecht dan het
algemeen contractenrecht.
Deel 1: de verbintenis, situering en bronnen van het
verbintenissenrecht
H1: verbintenis: begrip en indelingen
Begrippen verbintenis, schuld, schuldvordering of persoonlijk recht
een verbintenis = een rechtsband (vinculum juris) tussen twee of meer personen waarbij de
schuldeiser tegenover de schuldenaar op een in rechte afdwingbare wijze aanspraak kan maken op
een prestatie (definitie gecodificeerd in artikel 5.1 BW).
→ vier onderdelen te onderscheiden:
o de prestatie is het voorwerp van de verbintenis
o de schuldeiser (crediteur) en de schuldenaar (debiteur) zijn de partijen bij de verbintenis
o een verbintenis behelst een rechtsband tussen twee of meer personen eerder dan een band
tussen een persoon en een goed (in tegenstelling tot wat geldt bij zakelijke rechten)
o de juridische afdwingbaarheid is evenzeer essentieel voor het bestaan van een verbintenis
“Wie kan aanspraak maken tegen wie en op grond waarvan?” = centrale vraag
Vb: koopcontract tussen A en B en vervolgens tussen B en C → C kan OOK een vordering instellen
tegen A, wanneer hij schade lijdt
LET OP: C kan wel enkel een contractuele aansprakelijkheid instellen tegen A (=/ buitencontractuele)
Voorbeelden van verbintenissen
- Bv. Arbeidscontract: verbintenis tussen WN en WG.
- Bv. Koopcontract: verbintenis tussen koper en verkoper.
o Verbintenis van de koper om iets te betalen.
o Verbintenis van de verkoper om de eigendom van het goed over te dragen aan de
medecontractant.
- Bv. Contract met een fitnesscentrum.
- Bv. Verzekering: verbintenis tot betalen van de verzekeringspremie EN verzekeraar moet een
dekking leveren als de gedekte gebeurtenis zich voordoet
→ Vaak wordt verbintenissenrecht gebruikt in combinatie met andere soorten recht, bv.
vennootschapsrecht.
,In oneigenlijke, populaire zin wordt de verbintenis vaak als identitiek beschouwt met de schuld en
schuldvordering:
− Schuld = de verbintenis bekeken vanuit het perspectief vd schuldenaar of vanuit passiefzijde
ve boekhoudkundige balans
− Schuldvordering = de verbintenis bekeken vanuit het perspectief vd schuldeiser of vanuit de
actiefzijde ve boekhoudkundige balans.
Synoniem: persoonlijk recht
Boek 5 BW → niet zuiver in gebruik vd term verbintenis:
- ‘verbintenis’ gedefinieerd in technische zin vh woord
- Wel vele bepalingen in Boek 5 die gebruik maken van begrip ‘verbintenis’ in oneigenlijke
betekenis
▪ Bv. Eenzijdig contract: “wanneer een persoon verbonden is jegens een andere,
zonder enige verbintenis voor laatstgenoemde (art 5.6, tweede lid BW).
→ Enkel voor 1 partij een schuld ontstaan (oneigenlijke betekenis), maar wel voor
beide een rechtsband
Verbintenis versus obliegenheit
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen: verbintenis ↔ obliegenheit/last
Voor een Verbintenis is het kenmerkend dat de schuldeiser in principe een prestatie kan afdwingen
vd schuldenaar. De persoon die daarentegen tot een last gehouden is, verliest weliswaar een
aanspraak als hij de last niet vervult, maar kan niet worden gedwongen tot het verrichten van
bepaalde prestatie.
Voorbeeld:
Plicht van koper om een vordering ogv verborgen gebreken in korte termijn tegen de verkoper in te stellen (art
1648 oud BW). Een contractuele obliegenheit (last) doet zich dan voor wanneer een overeenkomst bepaalde
formaliteiten of temijnen oplegt die een partij op straffe van verval van haar rechten jegens haar
medecontractant moet naleven.
Afdwingbaarheid: verbintenis, zuiver morele plicht en natuurlijke verbintenis
− Volwaardige verbintenis
o = klassieke/ civiele verbintenis
o verondersteld afdwingbaarheid ervan
▪ Hierdoor kan Schuldeiser het voorwerp vd verbintenis in rechte afdwingen vd
schuldenaar die de verbintenis niet vrijwillig nakomt.
− Morele plicht
o afdwingbaarheid ontbreekt
o louter sociale en familiale afspraken
o Afspraken waarvan partijen niet willen dat ze bindend zijn
o Bv. Gentlemen's agreements
,− Natuurlijke verbintenis (soort tussencategorie) Art 5.2 BW
o Verbintenis waarvan nakoming niet in rechte kan worden afgedwongen maar waar de
gewetensplicht toch zo groot is dat de “schuldenaar” door vrijwillige uitvoering ervan te
kennen geeft dat hij zich door de verbintenis gebonden acht.
o slechts Zwakke werking → nakoming kan niet in rechte worden opgeëist.
o Wel rechtsgevolgen: Vrijwillig nakomen zorgt ervoor dat je daarna niet meer kan
terugvorderen wat hij vrijwillig heeft uitgevoerd.
o Vrijwillig erkenning
o Vb. Schuld die verjaard is: Schuldeiser kan verjaarde schuld niet in rechte afdwingen als
de schuldenaar de verjaring opwerpt, maar als de schuldenaar de verjaarde schuld
vrijwillig betaalt, kan de betaling niet meer ongedaan worden gemaakt
Diverse mogelijke indelingen
Verbintenissen worden ingedeeld obv:
- Intensiteit vd verbintenis
- Voorwerp vd verbintenis
- De vraag of de verbintenis al dan niet een modaliteit is verbonden
- De vraag hoe de diverse verhoudingen in geval van pluralitei van schuldenaren en/of
schuldeisers worden geregeld.
- Verhouding in geval van pluraliteit van prestaties
- Welke mate verbintenissen met elkaar onafscheidelijk verbonden zijn
- ...
Bronnen van verbintenissen opgesomd in het BW
Art 5.3 BW:”Verbintenissen ontstaan uit een rechtshandeling, uit een oneigenlijk contract, uit de
buitencontractuele aansprakelijkheid of de wet”
Wat doet verbintenissen ontstaan, wat zijn de bronnen van verbintenissen?
1) Contract (CTT)
• ≠ Verbintenis
• Contract is een bron van verbintenis, het geeft aanleiding tot het ontstaan van een
verbintenis
o Wilsovereenkomst
o Is niet zomaar een geschreven document.
o Hoeft niet op papier (kan ook mondeling), kan op een bierviltje,…
Voorbeelden van contracten: koopcontract, huwelijk, lening, aanneming, lastgeving (lastgever geeft
opdracht aan lasthebber om een rechtshandeling (een contract) te verrichten),...
→ deze soorten contracten zijn fundamenteel, omdat de regels errond verschillen
2) Aansprakelijkheid uit Onrechtmatige daad / Buitencontractuele aansprakelijkheid (BCTT A)
, • =Daad die een inbreuk op een bepaalde rechtsregel of zorgvuldigheidsnorm inhoudt en die
schade berokkent aan een andere.
• Art. 1382 BW: “elke daad van de mens (ook vennootschappen → stamt al vanaf 1804),
waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de
schade is ontstaan, deze te vergoeden.”
• Fout → schade → verbintenis tot schadevergoeding.
o Toepassingsvoorwaarde: oorzakelijk/causaal verband.
▪ Je moet een fout aantonen, schade, en OOK een oorzakelijk verband.
o Rechtsgevolg: schadevergoeding (rechterkant).
• Kan opzettelijk zijn of door nalatigheid (art. 1383 BW).
o Schending van de rechtsregel is voldoende voor fout (opzettelijk/onopzettelijk
maakt niet uit).
3) Rechtmatig vertrouwen
• Veel discussie over.
• Wordt niet als dusdanig gehuldigd als bron van verbintennissen
• Bv. een bank die bankagenten aanstelt (zelfstandigen) en er is een bakker die zijn bakkerij
verkoopt en bij de bankagent aanklopt of hij zijn geld daar kan plaatsen. De bankagent had
geen relatie meer met de bank en dus de bakker vertrouwde erop dat de bankagent nog
altijd een relatie had met de bank en was dus zijn geld kwijt. Geen contract tussen
bankagent en bakker. Als de bankagent wel van de bank was dan was er een contract tussen
de bank en de bakker. Als de bakker er rechtmatig kon op vertrouwen dat de bankagent nog
altijd agent was ook al was dat niet zo, dan zal de bakker de bank nog altijd kunnen op
aanspraken ALS de bank bij de schijn had bijgedragen.
4) Eenzijdige belofte/wilsuiting
• ≠ Contract (minstens 2 partijen).
• Een partij uit een bepaalde wil waarbij ze iets belooft, en hierdoor is ze verbonden, zonder
dat de andere moet aanvaarden (er ontstaat een verbintenis).
o Bv. Als je je hondje verloren bent en je zet op sociale media dat de vinder 1000 euro
krijgt, dan ontstaat er geen contract (je bent niet met 2), maar er ontstaat wel een
verbintenis door de belofte van 1 persoon.
• Ontwikkeld door de RS (niet in BW).
5) Onverschuldigde betaling (Oneigenlijk contract)
• Verbintenis tot terugbetaling van de som die foutief overgeschreven is op je rekening.
o Bv. Iemand stort plots 1000 euro op jou rekening zonder een oorzaak → degene die
plots geld krijgt is gehouden tot een verbintenis.
• Soms ook terugbetaling van interesten:
o Als je ter goeder trouw bent, moet je enkel het kapitaal terugbetalen (≠ interest).
o Als je ter kwader trouw zowel het kapitaal als de interest.
6) Verrijking zonder oorzaak / onrechtvaardige verrijking (Oneigenlijk contract)
• Bv. Verbintenis waarbij persoon A (SA) €100 geeft aan persoon B (SE).
• Persoon C (derde → staat niet in de verbintenis) betaalt die €100 aan B: hij dacht dat hij de
schuldenaar was.
o Bv. Wanneer de oorspronkelijke SA overleden is.