Uitgebreide samenvatting voor het vak Bedrijfsrecht in de K3. Bevat: H6, §8.3 & §8.4, §9.1 t/m §9.3, H12 & H13. Inclusief verwerking van de hoorcollege's en producteisen.
Samenvatting Bedrijfsrecht
Hoofdstuk 12 Internationale overeenkomst
§12.1. Internationaal privaatrecht
Nationale overeenkomst = twee partijen gevestigd in NL.
- Regels van Nederlands recht
Internationale overeenkomst = twee partijen gevestigd in verschillende landen.
- Regels van internationaal privaatrecht – IPR
IPR: regels om de rechtsverhouding te bepalen bij internationale overeenkomsten.
Drie vragen bij IPR:
1. Bevoegdheid rechter
- Welke rechter is bevoegd om van het conflict kennis te nemen?
2. Toepasselijk recht
- Welk recht is van toepassing op de overeenkomst? Aansprakelijkheid, wanneer komt een
overeenkomst tot stand, wanprestatie etc.
3. Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen
- Hoe kan een uitspraak van een buitenlandse rechter ten uitvoer worden gelegd?
Over de bevoegdheid van de rechter en het toepasselijk recht kunnen afspraken gemaakt worden en
opgenomen worden in de handelsovereenkomst.
Hoofdregel: eigen keuze van partijen; voor welk nationaal recht kiezen partijen? Geen keuze door partijen
gemaakt? à kijken naar regels van IPR.
Elk land heeft zijn eigen internationaal privaatrecht. Het internationaal privaatrecht is dus geen
internationaal recht, maar nationaal recht.
De regels van het Nederlandse internationaal privaatrecht zijn voornamelijk te vinden in:
• Europese vorderingen
Een wet die is opgesteld door de wetgever van de Europese Unie.
Het oorspronkelijke uitgangspunt van de EU was dat handel tussen de lidstaten wordt
vereenvoudigd als op een aantal onderwerpen de wetgeving van de afzonderlijke lidstaten op
elkaar afgestemd wordt. Voor het IPR heeft de EU dat gedaan met de EEX-Verordening en de
verordening Rome I. Met deze vorderingen heeft de Europese wetgever de afzonderlijke nationale
regels van alle lidstaten met betrekking tot het IPR gelijkgetrokken.
• Internationale verdragen
Een verdrag is een internationale overeenkomst tussen twee of meer landen. In dat geval worden
de landen vaak verdragsluitende staten of lidstaten genoemd.
Bij internationale overeenkomsten is het vaak de vraag welk recht van toepassing is op de
overeenkomst tussen twee partijen uit een ander land.
Een verdrag kan hier op twee manieren een oplossing voor geven:
- Het verdrag kan het recht van een van beide landen aanwijzen.
- Een verdrag stelt zelf regels à Weens koopverdrag
Weens koopverdrag: een belangrijk verdrag dat betrekking heeft op het internationaal
privaatrecht. Dit verdrag geeft regels over internationale koopovereenkomsten. Dit verdrag bevat
inhoudelijke regels.
• De Nederlandse wet
Het grootste deel van de Nederlandse regels van het internationaal privaatrecht is gebaseerd op
internationale verdragen en Europese vorderingen. De regels zijn voornamelijk opgenomen in
Boek 10 van het BW. Voor de internationale overeenkomst speelt de Nederlandse wet niet zo een
belangrijke rol à het Nederlandse IPR m.b.t. internationale overeenkomsten wordt namelijk
geheel beheerst door de verdragen en Europese verordeningen.
• Jurisprudentie
1
A. Bloemendal Maart 2017
,§12.2. Bevoegde rechter
EEX-Verordening: verordening betreffende de rechtelijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
• In art. 1 EEX staat wanneer de EEX-Verordening wordt toegepast. De verordening is van
toepassing op burgerlijke en handelszaken. Deze bepaling stelt ook dat de verordening niet van
toepassing is op een aantal onderwerpen: het personen- en familierecht en het bestuursrecht. Als
een conflict ontstaat op een van deze gebieden, dan is de EEX-Verordening niet van toepassing.
Andere regels van het IPR wijzen dan de bevoegde rechter aan.
• De verordening bepaalt welke rechter bevoegd is om van een conflict kennis te nemen. De eiser is
de partij die het conflict voorlegt aan de rechter, hij is van mening dat hij iets te vorderen, te
eisen, heeft van de verweerder. De verweerder is de tegenpartij.
In de EEX-Verordening staan diverse regels over welke rechter in welk geval bevoegd is van het conflict
kennis te nemen. Om de vraag te beantwoorden welke rechter bevoegd is, zal er eerst gekeken moeten
worden naar de forumkeuze van partijen. Vervolgens kan er gekeken worden of het gaat om een
overeenkomst waarvoor verordening specifieke regels geeft. Als er geen forumkeuze is gemaakt of er is
geen sprake van een overeenkomst met specifieke regels, dan gelden de algemene regels van de EEX-
Verordening.
Forumkeuze: partijen kunnen zelf bepalen welke rechter bevoegd is om van hun conflict kennis te
nemen. Art. 25 EEX voorziet in de mogelijkheid van vrijheid van forumkeuze. Daarbij geldt de voorwaarde
dat de keuze voor de rechter is afgesproken door de partijen vóórdat een zaak voor de rechter wordt
gebracht à forumkeuze kan vastgelegd worden in de overeenkomst. Ook kan de keuze van partijen
blijken uit andere omstandigheden door bijvoorbeeld door de regels van de overeenkomst door te lezen.
Daarnaast is het ook mogelijk dat partijen na het sluiten van de overeenkomst een keuze maken voor de
bevoegde rechter.
- Als niet aan de voorwaarde is voldaan dat de keuze is gemaakt voordat de zaak bij de rechter komt, dan
is de afspraak over de forumkeuze niet juridisch afdwingbaar à de bevoegde rechter wordt vastgesteld
a.d.h.v. de andere regels van de EEX-Verordening.
- Als partijen geen forumkeuze hebben gemaakt in hun overeenkomst, is er nog de mogelijkheid van
stilzwijgende forumkeuze van art. 26 EEX à de rechter waar de verweerder voor verschijnt is bevoegd,
naast de rechter die door de EEX-Verordening wordt aangewezen. Uitzondering is als de verweerder
verschijnt om de bevoegdheid van deze rechter te betwisten.
Overeenkomsten met specifieke regels:
• Verzekeringsovereenkomsten
Hierbij kan de verzekeraar als verweerder voor verschillende rechters opgeroepen worden (art.
10 en 11 EEX). In dat geval dat de verzekeraar de eiser is, dan is de rechter bevoegd van het land
waar de verweerder, de verzekerde, woont (art. 14 lid 1 EEX).
• Consumentenovereenkomsten
Art. 18 lid 1 EEX geeft de consument als eiser de keuze om de bevoegde rechter aan te wijzen. Hij
kan dan kiezen tussen de rechter van het land waar hijzelf woont of de rechter van het land waar
de verweerder is gevestigd. Als de consument de verweerder is, dan is de rechter bevoegd van het
land waar de consument woont (art. 18 lid 2 EEX). Art. 17 EEX legt uit welke overeenkomsten
worden beschouwd als consumentenovereenkomsten, waaronder de consumentenkoop.
• Arbeidsovereenkomsten
Hierbij is voor de vraag welke rechter bevoegd is van belang of de werkgever de eiser of de
verweerder is. Als de werkgever de verweerder is, dan zijn er drie mogelijkheden:
- De rechter van het land is bevoegd waar de werkgever woont (art. 21 lid 1 onder a EEX).
- Art. 21 lid 1 onder b EEX à de rechter van het land is bevoegd waar de werknemer gewoonlijk
werkt of heeft gewerkt.
- Art 21 lid 1 onder b EEX à indien de werknemer in meerdere landen heeft gewerkt, de rechter
van het land is bevoegd waar de werknemer in dienst is genomen.
Als de werkgever de eiser is, dan is alleen de rechter van het land bevoegd waar de werknemer
woont (art. 22 EEX).
Algemene regel van de EEX-Verordening: als partijen geen forumkeuze hebben gemaakt of als er geen
sprake is van overeenkomsten met specifieke regels dan bepaalt deze algemene regel de bevoegdheid van
de rechter (art. 4 EEX). De verweerder wordt opgeroepen voor de rechter van het land waar hij woont. De
nationaliteit van partijen speelt geen rol, de woonplaats van de partijen WEL.
2
A. Bloemendal Maart 2017
, Art. 7 EEX geeft op deze algemene regels nog een aanvulling: t.a.v. verbintenissen uit overeenkomsten
geldt dat de rechter bevoegd is van het land waar de verbintenis uitgevoerd is of zou moeten worden
uitgevoerd (art. 7 lid 1 onder a EEX). In art. 7 onder b EEX wordt uitgelegd wat het land van uitvoering is.
Voor de koop van een roerende zaak is dat het land waar de zaak volgens de overeenkomst geleverd
wordt. M.b.t. diensten is de rechter van het land bevoegd waar de dienst volgens de overeenkomst
verstrekt wordt. Bij verbintenissen uit onrechtmatige daad stelt de EEX-Verordening dat de rechter van
het land bevoegd is waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden (art. 7 lid 2 EEX).
§12.3. Toepasselijk recht
De verordening Rome I is van toepassing op internationale overeenkomsten in burgerlijke en
handelszaken (art. 1 Rome I).
In art. 1 Rome I zijn een aantal uitzonderingen opgenomen:
• De verordening Rome I s niet van toepassing op overeenkomsten op basis van personen- en
familierecht en bestuursrecht.
• Volgens art. 2 Rome I is het recht van toepassing dat door deze verordening wordt aangewezen,
ongeacht of dat het recht is van lidstaat van de Europese Unie. Het kan dus zo zijn dat op grond
van de verordening Rome I het recht van de Verenigde Staten van toepassing is op een
overeenkomst.
De verordening Rome I geeft antwoord op de vraag welk recht van toepassing is op een overeenkomst.
Eerst wordt er gekeken of er een rechtskeuze gemaakt is door partijen. Geen rechtskeuze? à dan wordt er
beoordeeld of er sprake is van een overeenkomst waarvoor de verordening specifieke regels heeft
opgesteld. Ook geen sprake van een overeenkomst met specifieke regels? à dan zijn de algemene regels
van de verordening Rome I van toepassing.
De hoofdregel van de verordening Rome I staat in art. 3 Rome I. Een overeenkomst wordt beheerst door
het recht dat de partijen hebben gekozen. Partijen kunnen dus zelf de keuze maken welk recht van
toepassing is op hun overeenkomst. Ook hier kan weer tussen de regels doorgelezen worden, kan het
eventueel opgenomen worden in de overeenkomst en is het mogelijk dat partijen na het sluiten van de
overeenkomst de rechtskeuze maken.
Overeenkomsten met specifieke regels:
• Vervoersovereenkomsten
Hierbij is het recht van land waar de vervoerder zijn verblijfplaats heeft van toepassing (art. 5
Rome I). Daarbij moet wel aan de voorwaarde worden voldaan dat óf de plaats van ontvangst óf
de plaats van aflevering óf de verblijfplaats van de verzender in hetzelfde land ligt als de
verblijfplaats van de vervoerder. Is geen van deze drie landen gelijk aan het land van de
verblijfsplaats van de vervoerder, dan bepaalt art. 5 Rome I dat het recht van het land van
aflevering van toepassing is op de overeenkomst.
• Consumentenovereenkomsten
In art. 6 Rome I staan de specifieke regels m.b.t. de consumentenovereenkomst. Hieronder wordt
verstaan een overeenkomst tussen een consument als koper en een verkoper die handelt in de
uitoefening van zijn bedrijf op beroep. Daarbij moet er sprake zijn van een passieve consument.
Passieve consument: de verkoper benadert de consument door commerciële of
beroepsactiviteiten te ontplooien in het land van de verblijfsplaats van de consument of door
dergelijke activiteiten te richten op diverse landen, waaronder het land waar de consument zijn
verblijfsplaats heeft (art. 6 lid 1 onder a en b Rome I). Een passieve consument neemt dus niet zelf
het initiatief om een overeenkomst te sluiten met een buitenlandse verkoper.
Actieve consument: een consument die niet naar aanleiding van activiteiten van de verkoper een
overeenkomst sluit, maar een consument die op eigen initiatief een verkoper benadert. Op de
overeenkomst tussen een actieve consument en een verkoper die handelt in de uitoefening van
zijn bedrijf op beroep is art. 6 Rome I niet van toepassing à er is namelijk alleen sprake van een
consumentenovereenkomst in het geval van een passieve consument. Als het gaat om een
overeenkomst tussen een actieve consument en een verkoper die handelt in de uitoefening van
zijn bedrijf of beroep dan zijn de algemene regels van de verordening Rome I van toepassing. Dat
heeft te maken met de volgende regels:
- Als er aan de voorwaarden voor een consumentenovereenkomst is voldaan dan is het recht van
het land van toepassing waar de consument zijn gewone verblijfsplaats heeft (art. 6 lid 1 Rome I).
3
A. Bloemendal Maart 2017
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annebloem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.