Dringende zorgverlening
Hoofdstuk 1: Adequaat handelen bij alarmerende signalen per lichamelijk stelsel
1. Inleiding
2. Cardiovasculaire stelsel
3. Het respiratoire stelsel Goed bij alles de
4. Het neurologische stelsel symptomen kennen om
5. Het urogenitale stelsel de aandoeningen van
6. Het gastro-intestinale stelsel elkaar te kunnen
7. Het bewegingsstelsel onderscheiden
8. Bijzondere situaties
Hoofdstuk 2: Adequaat handelen bij rampen- en crisissituaties
1. Inleiding Op examen altijd
2. Rampenmanagement beginnen met ABCDE!!
3. Het ziekenhuisnoodplan
4. Triage op spoedgevallendienst
Hoofdstuk 3: Adequaat handelen bij misbehandeling
1. De begrippen misbehandeling en huiselijk geweld
2. Indeling
3. Voorkomen van huiselijk geweld
4. Gevolgen/signalen van de verschillende vormen van misbehandeling
5. Risicofactoren
6. Intentionele en niet-intentionele misbehandeling
7. Misbehandeling blijft in het ongekende
8. Dieper ingaan op partnergeweld, kindermisbehandeling, ouderenmisbehandeling
9. Aanpak bij huiselijk geweld
Hoofdstuk 4: Adequaat handelen bij suïcidaliteit en suïcidaal gedrag
1. Inleiding
2. Crisis en crisisontwikkeling
3. Suïcidaliteit
Hoofdstuk 5: Adequaat handelen bij een onrustwekkende verdwijning
1. Inleidende casuïstiek
2. Definiëring en situering
3. Aanleiding en risicofactoren
4. Gevolgen
5. Samengevat in één model: Safewards
6. Bejegening en aanpak bij weglopen/vermissing
Hoofdstuk 6: Adequaat handelen bij zelfverwondend gedrag ‘De mens en het verhaal zien achter de
littekens’
1. Inleiding
2. Begripsverheldering
3. Prevalentie van zelfverwondend gedrag
4. Vormen van zelfverwonding
5. Hoe moeten we zelfverwonding begrijpen?
6. Het proces van zelfverwonding
7. Zelfverwonding en de VPK-zorgontvanger-relatie
8. Wondzorg bij mensen met zelfverwondend gedrag
9. Good practices in het omgaan met zelfverwondend gedrag
10. Verdiepende informatie
,Hoofdstuk 5 Adequaat handelen bij een onrustwekkende verdwijning
Inleiding
“tientallen patiënten lopen jaarlijks weg uit ziekenhuis”;
Waarom die hoge kosten?
- De gevolgen ervan (ongeval met alle bijhorende kosten)
- Politie en teams die ingeschakeld moeten worden
- Onze tijd en moeite die er wordt ingestoken (ze lopen bv weg voor een ingreep en dan is een
bed gereserveerd, een OK klaargemaakt, een dokter die paraat staat,….)
Definiëring en situering
Synoniem: Zwerven, dwalen, weglopen, vluchten, fugue, absconding
Literatuur is niet eenduidig
• = ZO die de afdeling/zorginstelling… onaangekondigd verlaten
over de omschrijving
• Soms ook: niet opdagen voor een opname, onderzoek, behandeling, consultatie…
Samengevat:
- Op eigen initiatief
- Gevolg: mogelijks veiligheidsprobleem voor de persoon zelf en/of de omgeving (bv: zegt in
kwaadheid dat hij iemand iets zal axandoen, niet weten wat hij/zij van plan is,…)
Het is een thematiek die bij een brede waaier van doelgroepen voorkomt;
• Soms gekoppeld aan de problematiek van mensen → middelenmisbruik, dementie, suïcidaal
• Of reactie op een voorval → zieke dochter thuis
• Manier om te communiceren → ze willen er niet zijn, hebben het lastig
• Onafhankelijk van leeftijd/levensfase
Huidige visie op absconding;
• Betekenisvol gedrag: hoe te begrijpen?
Een gebeuren met een betekenis achter, mensen lopen niet weg zonder reden. Je
moet de oorzaak zoeken!
• Nog al te vaak: verstorend gedrag: controlerend optreden is nodig!
• Hulpverlening moet het ernstig nemen.
Aanleiding en risicofactoren
In weglopen spelen vaak een complex van factoren een rol en gaat het meestal niet om één duidelijk
aanwijsbare oorzaak. Deze factoren kunnen opgedeeld worden in 2 vormen
1. Factoren gerelateerd aan de persoon of de problematiek van de zorgontvanger:
• Leeftijd vd persoon
➢ Jongeren en ouderen lopen meer weg
• Eerdere fugues
• ”Draaideurpatiënten” → mensen die ≠ keren binnen en buiten komen bij je
• GGZ-problematiek
• Cognitieve stoornissen (zoals dementerende mensen die sneller weglopen)
• Benadeelde maatschappelijke groepen
➢ Bv. migranten, andere seksuele oriëntatie, …
• ‘Problemen’ op vlak van relaties, financieel, werk
2. Factoren gerelateerd aan de zorgrelatie en zorgcontext
• (nog) geen afstemming bereikt
, ➢ Bijv.: nog geen afstemming op vlak vh behandelplan, medicatiebeleid en kan de ZO
zich bv niet vinden in het ingesteld medicatiebeleid
• Tijdstip in de zorg kan van invloed zijn.
➢ Sneller bij begin opname (relatie met is nog pril + behandeling is nog niet volledig)
➢ Vrijdagavonden en weekends zijn kritische periodes
➢ Momenten waarbij belangrijke beslissingen moeten genomen worden
• Zorgcultuur: mismatch
- Paternalisme/blaming
- Weinig ‘zorg op maat’
- Onveiligheidsgevoel
- Zorgontvangers vermijden
- Slecht eten, drukte, geweld/agressie op de eenheid
Gevolgen van absconding
1. Gevolgen voor de ZO
• Schade aan zichzelf of aan anderen
o Intentioneel of n-intentioneel; zelfbeschadiging, agressie, onderkoeling, uitputting
• Onderbreken van de behandeling (→ kan zorgen voor verlengde opname)
• Sanctie – afwijzing of andere relationele gevolgen voor de zorgontvanger en zorgverleners
2. Gevolgen voor de omgeving
• Verlies van vertrouwen
• Familie stelt ZV verantwoordelijk – klacht
• Negatieve relationele evolutie tav de zorgontvanger
3. Gevolgen voor verpleegkundige en hulpverlenend team
• Extra tijdsinvestering
• Extra stress – projectie – therapeutisch klimaat ↓
• Privé-intrusie
o = de ZV blijft thuis verder tobben over wat er gebeurt is, kan het moeilijk loslaten
• Verantwoordelijkheidsgevoel → fear of blame → waardoor ze medicatie verhogen, privileges
intrekken,.....
o Vaak: te weinig stilstaan bij de dieperliggende betekenis (“te weinig personeel”)
Samengevat in het Safewards model
ZV, ZO en hun ondersteunend netwerk dienen zich veilig te voelen in de ruimte betekenis vh woord.
Dit is nodig om een dienstverlening te kunnen realiseren waarin ZV tot hun recht komen als ZV en als
professional en opdat ZO de zorg, begeleiding en behandeling kunnen krijgen die ze behoeven.
Verheldert mooi hoe situaties kunnen ontvlammen (flashpoints) of escalatie bevorderen
Overzichtelijke weergave van bronnen tot conflict, wat kan leiden tot ‘mismatch’
Zorgverlener: investeren in mogelijkheden zorgontvanger, team, context, fysieke omgeving,…
, Model biedt handvaten om op humane, veilige en betrokken manier te handelen
Originating domains: domeinen waarin het conflict kan ontstaan of de zes domeinen in de buitenste
ring bij de volgende figuur.
Staff modifiers: hoe gaan de hulpverleners om met de mogelijkheid dat er een conflict ontstaat? Op
welke manier beïnvloeden zij de mate waarin conflict/containment aanwezig zijn op de afdeling?
Patient modifiers: Hoe gaan patiënten met elkaar om en hoe beïnvloedt dat de mate van
conflict/containment?
Flashpoints: brandhaarden
Conflict: geweld, agressie, suïcidaliteit, zelfverwonding, absconding, middelengebruik,...
Containment: medicatie geven, verhoogd toezicht, intensievere begeleiding, afzondering,....
De buitenste ring vat de belangrijkste kenmerken samen binnen die domeinen die aanleiding kunnen
geven tot conflicten en inperkingsgebeurtenissen. De volgende ring geeft de patiëntmodificatoren
aan, wat patiënten samen kunnen doen dat van invloed is op de manier waarop de kenmerken van
de zes domeinen al dan niet aanleiding geven tot conflict- en inperkingsgebeurtenissen. De volgende
ring geeft de notenbalk-modifiers op een vergelijkbare manier aan. Waar pijlen staan tussen deze
ring en de buitenste, geven ze aan dat het personeel ook de bevoegdheid heeft om de kenmerken
van de domeinen rechtstreeks aan te passen of te wijzigen om het risico op conflicten of
inperkingsgebeurtenissen te verminderen. De binnenste ring identificeert de vlampunten die het
meest verwant zijn aan de domeinen waarbinnen ze zitten, vlampunten zijn die gebeurtenissen of
sociale omstandigheden die het meest waarschijnlijk een conflict of inperkingsgebeurtenis
veroorzaken op zeer korte termijn. Conflict en inperking staan centraal in het model, verbonden door
een bidirectionele pijl die aangeeft dat hoewel een conflict inperking kan veroorzaken, het gebruik
van insluiting zelf conflicten kan veroorzaken. (cursus p 136)
1. Het hele zorgteam
- de interne structuur (helder en duidelijk);
- de regels die gelden (duidelijk, consistent en flexibel);