METABOLISME: LEXICON
1. INLEIDING
2. DE STOFWISSELING VAN DE CEL
Metabolisme/ Het geheel van biochemische processen (reacties) dat plaatsvindt
stofwisseling in de cellen van organismen.
Katabolisme De afbraak van macromoleculen tot de bouwstenen waaruit ze zijn
opgebouwd, en de verbranding van deze bouwstenen, met als doel
hier nuttige energie uit te halen en zo de levensfuncties te
garanderen.
Anabolisme Het energievragend proces waarbij bouwstenen uit de katabolisme
worden aaneengeschakeld tot nieuwe macromoleculen.
Metabole kaart Voorstelling van de humane stofwisseling met hierop belangrijke
metabole wegen. Je kan het bekijken als een soort stratennetwerk
met kruispunten.
Metabole weg/ Een aaneenschakeling van chemische reacties (“stappen”)
metabole vertrekkende van molecule A (= de metabole voorloper) en
stofwisselingsroute eindigend bij molecule D (= het eindproduct). Het is een route om
een chemische reactie in goede volgorde te laten verlopen.
Metabole flux De hoeveelheid substraat die per tijdseenheid per cel een
metabole stap passeert. Deze wordt vaak bepaald door enzymen.
Fluxbepalende Eén of enkele regelbare enzymen die de flux in een bepaalde
enzymen metabole weg bepalen. Het zijn de snelheidsbeperkende enzymen.
Glycolyse Het katabool proces waarbij glucose m.b.v. enzymen wordt
afgebroken tot pyruvaat.
Gluconeogenese Het anabool proces dat zorgt voor het opnieuw vormen van
glucose uit diverse bouwstenen (bv. pyruvaat) uit reserves in het
lichaam.
Glycogenese Het anabool proces dat zorgt voor de vorming van glycogeen.
Glycogenolyse Het katabool proces waarbij glycogeen wordt afgebroken en
omgezet in glucose.
Krebscyclus/ Een serie van chemische reacties in een kring. In aerobe
citroenzuurcyclus organismen is de dit een belangrijk metabool proces dat chemische
energie genereert door het kataboliseren van koolhydraten
(suikers), lipiden (vetten) en proteïnen (eiwitten) tot uiteindelijk
koolstofdioxide en water. AcetylCoA treedt de cyclus binnen en
wordt in negen stappen geoxideerd tot 2CO2. Hierbij ontstaan
naast een molecuul GTP ook 1 FADH2- molecuul en 3 NADH-
moleculen. De elektronenparen worden vervolgens afgestaan aan
de ademhalingsketen. Dit gebeurt in de mitochondriale matrix.
1
,Elektronen- Een reeks van membraan-gebonden eiwitcomplexen die de
transportketen overdracht van elektronen katalyseren via diverse
(ETK) achtereenvolgende redoxreacties. Dit gebeurt via stapsgewijze
overdracht van e- in het binnenste mitochondriaal celmembraan.
Deze keten is opgebouwd uit grote enzymen en enkele kleine
elektronendragers. Het ontstane protongradiënt wordt gebruikt
om ATP te vormen.
Pentosefosfaat- Een proces waarbij vanuit glucose-6-fosfaat enerzijds NADPH en
pathway (PPP)/ anderzijds koolstofskeletten geleverd worden. Dit proces gaat door
hexosemono- in het cytoplasma. Het is een alternatieve manier om glucose af te
fosfaatshunt (HMS) breken.
Β-oxidatie/ Een katabool proces waarbij vetzuren oxidatief worden omgezet
vetzuuroxidatie tot acetyl-CoA (in de mitochondriën).
Basaal metabolisme De stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie
(BMR) te leveren die noodzakelijk is voor de basale levensprocessen.
Acetyl-CoA Een co-enzym dat een rol speelt in de citroenzuurcyclus en wordt
gezien als een centraal intermediair.
Nicotinamide NAD+
adenine
dinucleotide
Nicotinamide NADP+
adenine
dinucleotide fosfaat
Flavine adenine FAD
dinucleotide
ATP-synthase Een ligase en enzymcomplex (membraaneiwit) dat
verantwoordelijk is voor de vorming van het energierijke molecuul
adenosinetrifosfaat (ATP) uit ADP en Pi.
Synthese Een samenvoeging van ongelijksoortige zaken, zodat er iets nieuws
uit ontstaat.
Ribonucleïnezuur RNA
Desoxyribo- DNA
nucleïnezuur
Translatie Het biologische proces waarbij de eiwitcoderende sequentie van
een mRNA-molecuul gebruikt wordt voor de synthese van
een eiwit.
Adipocyten/ De cellen (vetdruppels) die vnl. vetweefsel vormen, gespecialiseerd
lipocyten/ vetcellen in het opslaan van energie als vet. Het zijn vetcellen die gekoppeld
worden als glycerol en opgeslagen worden als energiereserve.
2
, 3. BIOCHEMISCHE REACTIES
Enthalpieverschil De totale hoeveelheid opgenomen of afgestane warmte (energie).
(∆H)
Entropieverschil (∆S) De mate van wanorde.
Gibbs vrije energie Bundeling van het enthalpieverschil (∆H) en het entropieverschil
(∆G) (∆S), samen met de absolute temperatuur T waarbij een reactie
doorgaat.
Thermodynamica De leer omtrent allerlei soorten energieomzettingen en is
ontstaan tijdens het onderzoek naar omzetting van warmte in
kracht (zie Griekse woorden ‘therme’= warmte en ‘dynamis’=
kracht). Dit geeft inzicht in de spontaniteit van een reactie en gaat
gepaard met belangrijke begrippen als evenwicht, reactie-
enthalpie en -entropie, Gibbs vrije energie.
Kinetica Een onderdeel van de dynamica of krachtenleer en beschrijft de
samenhang tussen bewegingen en krachten. Dit geeft weer hoe
snel een reactie verloopt en wordt onder meer beschreven met
behulp van de reactiesnelheidsconstante en de
activeringsenergie.
Exotherme reactie De reactie waarbij het verschil in enthalpie kleiner is dan 0. Er
wordt dus warme afgegeven door de reagentia bij het vormen
van reactieproducten.
Endotherme reactie De reactie waarbij het verschil in enthalpie groter is dan 0. Er
wordt dus warme opgenomen door de reagentia bij het vormen
van reactieproducten.
Exergonische reactie Reactie waarbij de Gibbs vrije energie negatief is, de reactie
verloopt spontaan.
Endergonische Reactie waarbij de Gibbs vrije energie positief is, de reactie
reactie verloopt niet spontaan.
Gekoppelde reacties Reacties (exergone en endergone) in levende organismen die
tegelijkertijd doorgaan met als resultaat een exergonische reactie.
(Door de verschillende reacties te combineren waarvan één
reactie bijvoorbeeld niet thermodynamisch gunstig is en de
andere reactie wel, wordt in het totaalsysteem ΔG < 0.)
Chemisch evenwicht Een fundamenteel chemisch-fysisch concept dat stelt dat tijdens
een chemische reactie de concentraties van zowel reagentia als
reactieproducten niet meer veranderen als functie van de tijd.
Aflopende reactie Een reactie die stilvalt als 1 van de beginproducten (limiterend
reagens) volledig weg gereageerd is. De reactie gaat door in 1
richting. Deze reactie vertoont geen chemisch evenwicht.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Student2302. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.