CS Europees en internationaal belastingrecht (695236)
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
sinemstnyer
Aperçu du contenu
WERKCOLLEGE 2 (bij hoorcollege 2): Private pensioenen en soortgelijke uitkeringen
Te bestuderen verplichte literatuur:
C. van Raad, G. Jansen, F. Pötgens, Studenteneditie Cursus Belastingrecht
(Internationaal Belastingrecht), Kluwer, Deventer, laatste druk (2022-2023), hoofdstuk
7.2.3.; hoofdstuk 7.2.7. en 7.2.8.; hoofdstuk 3.4.5.E; hoofdstuk 2.4.1.C.
F.P.G. Pötgens, Het ‘sluitend systeem’ van artikel 15 e.v. van het OESO-
Modelverdrag, MBB 2000/11, blz. 397-403 (opgenomen in de reader)
B. Dieleman en J. Post, Fiscaal verdragsbeleid pensioen en soortgelijke
beloningen – quo vadis?, MBB 2020/11, blz. 519-526
B.M.M. Didden, M.J.G.A.M. Weerepas, Een beschouwing van de standpunten
inzake arbeid en pensioen in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020, MBB 2020/11,
blz. 509-518, paragrafen 1, 4, 7 en 8
Aanbevolen literatuur:
E.C.C.M. Kemmeren, Pensions (Article 18 OECD Model Convention), 2008, blz. 1-30
(zie Canvas)
E.C.C.M. Kemmeren, Netherlands: Unilateral Changes in Exit Taxation of Annuities
and Pensions: Tax Treaty Override? in: Eric Kemmeren et. al. (eds) Tax Treaty Case
Law around the Globe 2018, IBFD, Amsterdam 2019, The Netherlands, blz. 175-201
(zie Canvas)
Je moet goed kijken wat er in de verdragen staat. Want de bepalingen in de verdragen
wijken van elkaar af. Wat is er in het verdrag geregeld? Of anders gezegd waar woont de
pensioengerechtigde? Want dat maakt heel veel uit over de heffingsbevoegdheid van een
land. Indien een vraag over pensioen komt in het tentamen dan wordt er een specifiek
verdrag benoemd.
In artikel 18 OMV woonstaat mag heffen.
Hier wordt ingegaan op de MAG vraag. Woonland is exclusief heffingsbevoegd. NL-Beleid
was gericht op effectieve en reguliere heffing in woonstaat, anders ook heffingsrecht voor
bronstaat, met verrekening van belasting geheven door woonstaat. Dit is het Nederlands
Verdragsbeleid. Dus als je naar specifieke verdragen tussen Nederland en andere landen
gaat kijken dan, landen waar ernaar geëmigreerd is. Dan zie je dus aparte regelingen daarin
staat. Het verschilt dus per verdrag.
In de snip uit HC is een
voorbeeld uitgewerkt met
Nederland en Portugal. Ook is
er jurisprudentie aan bod
geweest. In artikel 18 lid 2
NLD-POR zijn 3 voorwaarden
opgenomen welke toegepast
moeten worden. Los van de
ontslagvergoeding, de
emigratie. Je moet dan weten
hoe artikel 18 DBV
(pensioenartikel) werkt binnen
een verdrag.
1
,Hoofdregel is meestal woonstaat, maar is er ook een uitzondering op de bronstaat
(Meestal Nederland waar pensioenaftrek is geweest)?
Er staan dan 3 voorwaarden. Indien er is voldaan aan deze voorwaarden dan zou
Nederland als bronstaat ook mogen heffen. Hoe moet je dit lezen?
Als je een casus krijgt over pensioen dan is het belangrijk dat je oplet waar je van uit moet
gaan. Als je van Artikel 18 OMV uit moet gaan. Dan is de hoofdregel de woonstaat is
heffingsbevoegd. Dit artikel ziet wel op privaatrechtelijk pensioen.
Als je bij de overheid hebt gewerkt dan krijg je een publiekrechtelijk pensioen. Deze valt nooit
onder artikel 18 OMV. Overheidspensioenen staan in artikel 19 OMV.
AOW artikel 21 OMV (rest artikel)
Overheidspensioenen artikel 19 OMV
Lijfrente Artikel 21 OMV (rest artikel)
In de meeste verdragen, artikel 18 zie je vaak dat lijfrente ook in dit artikel wordt
meegenomen.
In deze college hebben we het over privaatrechtelijke/particuliere dienstbetrekkingen de
pensioenen.
Hoofdregel woonstaat is heffingsbevoegd.
Soms bronstaat, dat zie je in verdrag NLD-POR Artikel 18 lid 2 verdrag.
Er zijn verdragen waarbij de hoofdregel bronstaat is. Bijv. NLD-Denemarken. Dit komt niet zo
vaak voor. In de meeste verdragen is artikel 18 lid 1 verdrag woonstaat mag heffen. En in
lid 2 de bronstaat mag heffen.
Som heb je een beperkte bronstaatheffing soms een volledige bronstaatheffing. In verdrag
NLD-Denemarken is geen grensbedrag of iets dan mag gelijk de bronstaat heffen. Terwijl in
het verdrag met Duitsland is een grensbedrag opgenomen. Waarbij de heffingsbevoegdheid
wordt bepaald aan de hand van een grens bedrag. Dan zie je dus geen 3 vereisten, maar
dan zie je 1 vereiste en dat is het grensbedrag. Het verschilt dus enorm per verdrag.
Ook moeten we kijken naar wie de werkgever is. Want als de overheid de werkgever is, dan
dien je in artikel 19 te kijken. Dan mag de werkstaat heffen. Bij een particulier pensioen mag
de woonstaat heffen.
Wat ook belangrijk is in artikel 18, daar staat pensioen of andere soortgelijke beloningen.
Deze worden dan toegewezen aan de woonstaat.
Wat zijn dan de andere soortgelijke beloningen:
- Afkooppensioen
- Ontslagvergoedingen (deze kan dus onder andere soortgelijke beloningen vallen. Het
is kan want het hoeft natuurlijk niet altijd). Wanneer is dit het geval? Wanneer een
ontslagvergoeding ziet op een voorziening op het levensonderhoud. OF verbetering
van onvoldoende pensioenrechten. Als een van deze twee aan orde is (meestal
gegeven in de casus), dan weet je dat het een ontslagvergoeding is die onder andere
soortgelijke beloningen van het pensioenartikel valt.
2
,Ontslagvergoedingen
Ontslagvergoedingen kan allerlei verschillende soorten categorieën omvatten (heeft HR
gezegd). Dit zijn de arresten HR BNB 2004/344 + 345. Rechtsoverwegingen van deze
arresten, hierin worden de categorieën van een ontslagvergoeding benoemd. Maar het zou
ook een ander soort vergoeding dan pensioen kunnen zijn, voor een deel.
Indien in de casus staat aangegeven dat een ontslagvergoeding ziet op een voorziening op
het levensonderhoud. OF verbetering van onvoldoende pensioenrechten. DAN MOET JE
GELIJK WETEN OKE IK ZIT IN HET PENSIOEN ARTIKEL ONDER SOORGELIJKE
BELONINGEN. Indien deze twee vereisten niet zijn gegeven dan moet je kijken naar de
leeftijd. Als de persoon in de casus behoorlijk op leeftijd is, dan is de kans dat hij/zij nog een
baan in het leven krijgt niet zo groot (in zijn algemeenheid). (Meestal wordt in de casus wel
aangegeven of een van deze twee aan de orde is).
Vervolgens staat er (zie foto van slide) Indien geen periodiek karakter, dat ziet niet op dit
kopje. Want daar staat voormalige werkstaat is heffingsbevoegd. Als we het hebben over
artikel 18 OMV is de enige hoofdregel woonstaat is heffingsbevoegd. En hier staat dan
voormalige werkstaat is heffingsbevoegd. Dat moet dan in het verdrag staan. Dus in deze
formule van de HR KAN DUS NOOIT ZIEN OP ARTIKEL 18 OMV. Dit ziet dus op verdragen
waarbij de bronstaat heffingsbevoegd is. Want als er dan geen bronstaat heffing is, dan kan
de voormalige werkstaat nooit heffingsbevoegd worden. Dus dat betekent dat het onderste
stukje geen betrekking heeft op artikel 18 OMV.
3
, CASUS 2.1
Paul Marc (60 jaar) woont (woonstaatcasus) in Nederland (eventueel voorkoming verlenen
dmv vrijstelling of verrekening). Hij heeft vanaf 1 januari 1993 voor zijn toenmalige in Zweden
gevestigde werkgever Auto AB gewerkt tot aan zijn ontslag. Auto AB heeft geen vaste
inrichtingen of groepsvennootschappen in andere landen. Paul wordt ontslagen per 31
december 2018 en krijgt van Auto AB een ontslagvergoeding mee van € 1.000.000.
De ontslagvergoeding strekt tot voorziening in het levensonderhoud (hier wordt dus gelijk
gezegd over welk categorie van de ontslagverdoeding we het hebben) van Paul vanaf
ontslag tot aanvang pensioen. In de casus staat dus aangegeven hoe je deze
ontslagvergoeding moet zijn, namelijk als een andere soortgelijke beloning. Dus dit betekent
als je dan het verdrag moet toepassen, dat je dan het pensioen artikel moet hanteren.
Paul Marc heeft vanaf 1993 tot aan 31 december 2018 (datum ontslag) het volgende
arbeidsverleden bij Auto AB uitgesplitst over de volgende perioden en over de landen waarin
hij heeft gewerkt:
- In de periode vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 heeft Paul in
Nederland voor 40% en in Zweden voor 60% gewerkt.
- In de gehele periode vanaf 1993 tot en met 31 december 2018 heeft Paul gewerkt
in Nederland voor 40%, in Zweden voor 35%, in het Verenigd Koninkrijk voor 15%
en in België voor 10%.
- In de gehele periode vanaf 1993 tot en met 2013 heeft Paul jaarlijks gewerkt in
Nederland voor 40%, in het Verenigd Koninkrijk voor 20%, in Zweden voor 20%
en in België voor 20%.
- In de gehele periode vanaf 2014 tot en met 31 december 2018 (datum ontslag)
heeft Paul gewerkt in Nederland voor 40%, in het Verenigd Koninkrijk voor 10%
en in Zweden voor 50%.
- Veronderstel dat het Verenigd Koninkrijk en België niet kunnen en mogen heffen
over de ontslagvergoeding van Paul.
U dient in deze opgave voor de door Nederland gesloten verdragen uit te gaan van het
Nederlands Standaardverdrag. Standaardverdrag staat in de bundel op pagina 3242.
N.B. bij zowel vraag a) als vraag b) dient u niet in te gaan op de door Nederland
daadwerkelijk toe te passen methode ter voorkoming van dubbele belasting.
Gevraagd:
a) Kan en mag Nederland gezien de casusgegevens heffen over de door Paul genoten
ontslagvergoeding uitgaande van de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad?
Hier zie je een periode van 12 maanden staan namelijk 1 jan 2018 – 31 jan 2018. Het gaat
eigenlijk om 12 maanden en niet een kalenderjaar.
In het standaardverdrag artikel 18 lid 1 woonstaat mag heffen.
Lid 2 niet periodieke uitgaven dan mag de bronstaat heffen.
In deze casus is Nederland de woonstaat en Zweden de werkstaat. We hebben dus te
maken met een woonstaat heffing en een ontslagvergoeding die strekt op voorziening in het
levensonderhoud. We zitten dus in de 4e categorie.
KAN en MAG Nederland in deze casus heffen over de ontslagvergoeding van Paul,
uitgaande van de vaste jurisprudentie van de HR.
Welke periode moet je dan pakken? Je past richtlijn van HR toe. Je gaat kijken hoe het in het
verleden is belast. Ontslagvergoeding wordt per 31 dec 2018 gekregen. Je kijkt dus in het
jaar van ontslag (2018). Maar ook de vier voorafgaande jaren. Dus jaar van ontslag en 4
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sinemstnyer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,94. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.