Samenvatting perspectieven op bewegen hoofdstuk 3 & 4
Samenvatting perspectieven op bewegen hoofdstuk 1 & 2
Perspectieven op bewegen
Tout pour ce livre (24)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
Academische lerarenopleiding primair onderwijs
Bewegingsonderwijs
Tous les documents sur ce sujet (2)
43
revues
Par: nikkidul • 1 jours de cela
Par: simonebunnik • 5 mois de cela
Par: mvdb341 • 9 mois de cela
Par: noamechielsen • 1 année de cela
Par: sjlenselink • 1 année de cela
Par: evas45 • 2 année de cela
Par: lisahuisman1 • 2 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
brenvg
Avis reçus
Aperçu du contenu
Perspectieven op bewegen hoofdstuk 1-4
Hoofdstuk 1 Kijk op bewegingsonderwijs
1.1 Waarom bewegingsonderwijs?
Kunnen meedoen aan bewegingsactiviteiten geeft kinderen de mogelijkheid met andere kinderen te spelen
en zich te ontwikkelen op allerlei terreinen buiten het bewegen.
Veel activiteiten die kinderen buiten schooltijd kunnen doen, zijn bewegingsactiviteiten. Het is belangrijk
dat kinderen met een ‘breed’ spectrum bekend zijn en mee kunnen doen.
Beweging is de basis voor alle ontwikkeling. Ze verwerven door een breed aanbod op school een brede
handelingsbekwaamheid voor verschillende activiteiten. Ook leren ze gezamenlijk een activiteit te arrangeren
en op gang te houden, zodat ze ook in hun eigen tijd zonder begeleiding kunnen bewegen.
Bewegingsactiviteiten blijven belangrijk ook op latere leeftijd. Vanuit deze activiteiten terugredenerend kom
je voor kinderen van 4-12 jaar tot bepaalde passende activiteiten.
Bewegen is belangrijk voor lichamelijke ontwikkeling en gezondheid. Lessen (2-3x per week)
bewegingsonderwijs leveren geen rechtstreekse bijdrage hieraan, maar een indirecte, namelijk als het kinderen
stimuleert ook buiten schooltijd te bewegen.
Uit onderzoek is gebleken dat 2-3 keer gym per week te weinig is om te werken aan de gezondheid en de
lichamelijke ontwikkeling. Daarvoor moet er ong. 5x per week met een zeker intensiteit bewogen worden.
1.2 Doelstelling bewegingsonderwijs
3 (algemene) doelstellingen voor bewegingsonderwijs:
1. Leren deelnamen aan bewegingsactiviteiten
2. Leren met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties
3. Leren op eigen wijze met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties.
Gekozen op grond van de bewegingscultuur van nu en later. We willen de kinderen mee geven dat ze deel
kunnen nemen aan die activiteiten in de bewegingscultuur.
Nieuwe trends worden zorgvuldig bekeken op de mogelijkheid en de wenselijkheid om ze een plaats te geven
in het aanbod bewegingsonderwijs. Criteria hiervoor zijn:
Gaat het om een activiteit waarin kinderen gedurende langere tijd zich bewegend kunnen ontwikkelen?
Gaat het om een activiteit die voor ieder kind toegankelijk is?
Gaat het om een activiteit die bepaalde groepen kinderen alleen via het onderwijs leren?
Om het effect van de lessen te vergroten is het bealngrijk dat kinderen wordt geleerd om zonder nadrukkelijke
leiding van een volwassene de bewegingssituaties op gang te houden: kinderen kunnen in groepen werken
waardoor meer kinderen tegelijkertijd met activiteiten bezig zijn. Om te leren op eigen wijze met anderen aan
bewegingssituaties deel te nemen, moeten kinderen leren omgaan met verschillen in vaardigheden.
1.3 Didactiek is voor leerkrachten
Methodiek: het gaat alleen over de gekozen bewegingsactiviteiten.
Bewegingsonderwijs gaat ook over het kind dat de activiteit doet(gemoedstoestand), de andere kinderen die
meedoen en over de leerkracht die het bewegen probeert te beïnvloeden.
1.4 Organiseren, optimaliseren en ontplooien
De algemene doelstellingen vertaald naar onderwijsactiviteiten van de leerkracht:
1. Optimaliseren van een bewegingsactiviteit (deelnemen); het begeleiden van het bewegingsgedrag van
kinderen zodat de kinderen beter leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten.
2. Organiseren van een bewegingssituatie (met anderen); het inrichten, instrueren en organiseren van een
les bewegingsonderwijs zodat de kinderen met anderen kunnen deelnemen aan bewegingssituaties.
3. Ontplooien van de wijze waarop het kind een situatie doet (op eigen wijze); aandacht geven aan beleving
van kinderen zodat de kinderen hun eigen leermogelijkheden leren waarderen en behouden en hiervan
genieten.
Reguleringsdoelen: leerdoelen voor kinderen binnen de algemene doelstelling ‘organisatie van de
bewegingsactiviteit’. Bijv.: dat de kinderen kunnen helpen bij het herstellen van het arrangement bij
minitrampoline springen of het samenstellen van eerlijke partijen bij een spel.
Bewegingsdoelen/uitvoeringsdoelen: de kinderen beter leren deelnemen aan een bewegingsactiviteit
(optimaliseren van een bewegingsactiviteit). Bijv.: zweven in minitrampoline door harde aanloop.
, Belevingsdoelen: de invulling van de eigen wijze van deelname van een kind aan een bewegingssituatie. Bijv.:
aangeven of het schommelen te hoog gaat, accepteren dat je verliest: Ontplooien van de (eigen) wijze van
deelname aan de bewegingssituatie.
Er zijn allerlei manieren voor het geven van leerhulp voor verschillende soorten doelen. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen activiteiten (de opdracht, dat wat de kinderen gaan doen) en situaties (het geheel waarbinnen
de activiteit plaatsvindt, waarbij ook de andere kinderen en de leerkracht een rol hebben).
Organiseren van een Optimaliseren van een Ontplooien van de (eigen) wijze
bewegingssituatie bewegingsactiviteit van deelname aan een
bewegingssituatie
Doelstelling Leren met anderen Leren deelnemen aan Leren op eigen wijze met anderen
deel te nemen aan bewegingsactiviteiten deel te nemen aan
bewegingssituaties bewegingssituaties
Doelen Reguleringsdoelen Bewegingsdoelen Belevingsdoelen
Leerkracht- Het op gang houden Het vergroten van de Het waarderen van de beleving van
perspectief van de les bewegingsmogelijkheden de kinderen
vraag die je jezelf Hoe loopt de Hoe lukt de activiteit? Hoe beleven de kinderen de
kan stellen organisatie? bewegingssituatie?
Het lesgeven bestaat uit 3 fases als je het bekijkt door de ogen van de leerkracht. Deze lopen in elkaar over.
Een goede evaluatie is vaak de beste voorbereiding voor een nieuwe les. Voorbereiden, uitvoeren en evalueren
is een cyclisch proces.
1.5 Voorbereiden
Belangrijke didactische overwegingen bij het voorbereiden van een les hebben te maken met de doelstelling,
een analyse maken van de beginsituatie, het bepalen van de lesinhoud en de concretisering.
Lesinhoud
De standaardmethoden houden minder rekening met de verschillende specifieke beginsituaties op de scholen
dan de ‘open methodes’. Mogelijkheden om aan lesstof te komen:
A. Standaardmethoden
De bewegingssituaties zijn zodanig bij elkaar gekozen dat ze inde meeste gymzalen goed passen.
Voorbereidingsgemak: informatie is zo gegeven dat een beginnende lesgever zonder grote
organisatorische problemen een dergelijke les kan aanbieden.
Breed aanbod aan bewegingssituaties, die op een verantwoorde wijze over de verschillende
leerjaren heen zijn verdeeld.
Ze passen te weinig bij de specifieke omstandigheden van de school.
Er lijkt soms te weinig ruimte te zijn voor eigenzinnige inbreng van kinderen of de leerkracht.
B. Open methoden
Van te voren ligt per les niet precies vast wat er aangeboden wordt, maar er zijn wel algemene
richtlijnen.
Voor een vervolgles wordt bepaald wat de lesinhoud zal zijn. Wanneer de groep moeite heeft met
het uitvoeren van een bepaalde bewegingsactiviteit kan in een open methode gekozen worden om
deze activiteit de les erna direct weer te herhalen.
Ook hier probeert de leerkracht systematisch de leerinhouden aan te bieden, zodat de kinderen de
gelegenheid krijgen om zich breed te ontwikkelen.
Vooral door vakleerkrachten gebruikt en zelf ontwikkeld.
Gestart met een specifiek lesaanbod, dat rekening houdt met de beginsituatie van de school/klas.
(een open aanbod vraagt om een precieze voorbereiding)
Beginsituatie
Zegt wat er waarschijnlijk niet mogelijk is. De beginsituatie heeft vooral een ‘negatief inperkende functie’.
De analyse van de beginsituatie zorgt voor een inperking van het lesaanbod, maar bepaalt nog niet wat er
daadwerkelijk in de les wordt aangeboden: de lesinhoud.
Een beginnende leerkracht, die nog weinig van de school weet, zal zich vooraf kunnen verdiepen in de
volgende aspecten van de beginsituatie:
Wat zijn de afmetingen van het gymlokaal en waar bevinden zich de vaste materialen?
Welke gymmaterialen zijn er?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brenvg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,44. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.