Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Wft Vermogen 2017 €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Wft Vermogen 2017

6 revues
 361 vues  9 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting voor het examen Wft vermogen. De samenvatting is gebaseerd op het boek van lindehaeghe. Door deze samenvatting heb je een eventueel boek niet meer nodig. Ook de bijlage zijn in deze samenvatting verwerkt.

Aperçu 4 sur 101  pages

  • 24 avril 2017
  • 101
  • 2016/2017
  • Resume

6  revues

review-writer-avatar

Par: valdrichhenriques • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: NatashaSingh • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: gvanderpluijm • 6 année de cela

Traduit par Google

clear, well summarized

review-writer-avatar

Par: audityoucanbe • 6 année de cela

Traduit par Google

before

review-writer-avatar

Par: egbertvdheide • 7 année de cela

review-writer-avatar

Par: jacqueskleingeld • 7 année de cela

dfjsfhg

avatar-seller
Wft Vermogen
1 – algemeen
1.1 De drie pijlers van vermogensopbouw
De toekomstvoorzieningen in Nederland bestaan uit drie pijlers:
 Basisvoorzieningen. Deze worden verzorgd door de overheid;
 Aanvullende pensioenen. Bedoeld voor werknemers en eigen oudedagsvoorzieningen voor
zelfstandige ondernemers;
 Privévoorzieningen: lijfrenteverzekeringen, kapitaalverzekeringen of ander vermogen.




1.1.1 Overheidsvoorzieningen
Sociale regelgeving
De overheidsvoorzieningen zijn vormgegeven in de sociale regelgeving. Het gaat om sociale
verzekeringen (volksverzekeringen en werknemersverzekeringen) en om sociale voorzieningen.

Volksverzekeringen
Volksverzekeringen gelden voor iedereen die in Nederland woont. De belangrijkste zijn: de Algemene
Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (Anw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). De
laatste is per 2015 in plaats gekomen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Werknemersverzekeringen
Werknemersverzekeringen gelden alleen voor werknemers. De belangrijkste zijn: de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Werkloosheidswet (WW).

Sociale voorzieningen
De sociale voorzieningen gelden voor iedereen die in Nederland woont. Ze vormen een aanvulling op
volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Voorbeelden zijn de Participatiewet (voorheen
Wet Werk en Bijstand) en de Toeslagenwet.

Financieringsproblematiek en versobering overheidsvoorzieningen
De overheidsvoorzieningen beogen niet meer dan in een minimale levensbehoefte te voorzien.
Hierbij geldt het omslagstelsel: de premies die in een bepaald jaar door de premieplichtigen zijn
betaald, worden omgezet in uitkeringen die in hetzelfde jaar plaatsvinden.

1.1.2 Pensioenvoorzieningen
Pensioenen vullen overheidsvoorzieningen aan.

Werknemerspensioen
Werknemers kunnen deelnemen aan een pensioenregeling van de werkgever. De
pensioenovereenkomst houdt rekening met uitkeringen uit de eerste pijler (AOW). Er bestaat geen
algemene pensioenplicht in Nederland. Is er geen sprake van een cao of een verplicht gesteld
bedrijfstakpensioenfonds, dan hoeft een werkgever geen aanbod te doen aan de werknemer om een
pensioenovereenkomst af te sluiten.

,Oudedagsvoorziening zelfstandig ondernemers
Zelfstandige ondernemers moeten hun pensioen zelf regelen in de privésfeer. Bepaalde groepen
ondernemers zijn wel verplicht hun pensioen te verzekeren via een beroepspensioenfonds.

Pensioen werknemer-grootaandeelhouder
Voor het pensioen van een werknemer-grootaandeelhouder gelden een aantal afwijkende regels.
Het pensioen van een DGA valt niet onder de Pensioenwet. De werkgever hoeft daarom het pensioen
van de DGA niet onder te brengen bij een professionele verzekeraar, maar kan dit reserveren in
eigen beheer of in een aparte pensioen-BV. Een DGA is volgens de Pensioenwet een persoon die 10%
of meer van de aandelen bezit van een BV waaraan stemrecht in de algemene vergadering is
gekoppeld.

1.1.3 Individuele regelingen
De derde pijler omvat de toekomstvoorzieningen die een klant in de privésfeer kan treffen. Hierbij
gaat het om levensverzekeringen en spaar- of beleggingsrekeningen die in de toekomst of na
overlijden uitkeren. Deze regelingen hoeven niet direct verband te houden met verrichte arbeid. Een
individuele regeling die wel verband houdt met verrichte arbeid, is de per 2006 ingevoerde
levensloopregeling. Op grond van deze regeling konden werknemers sparen voor verlof of om eerder
te stoppen met werken. Deze regeling is alweer afgebouwd.

,2 – Levensverzekeringen algemeen
2.1 Definitie van de levensverzekering
Een levensverzekering is een verzekering die verband houdt met het leven of de dood van de mens,
of met de verzorging van de uitvaart van de mens.

2.1.1 Overeenkomst van verzekering
Een verzekering is een kansovereenkomst: het is niet zeker of de verzekering tot uitkering komt. De
verzekering komt alleen tot uitkering als het verzekerde voorval zich voordoet.

2.1.2 Geldelijke uitkering of een uitkering in natura
Een geldelijke uitkering is een uitkering in geld. Er kan ook sprake zijn van een uitkering in natura.

2.1.3 In verband met leven of dood
Er kan een uitkering volgen bij het in leven zijn op een bepaalde datum of bij het overlijden van de
verzekerde. Er zijn ook levensverzekeringen die een uitkering geven in beide situaties. De uitkering is
een van tevoren afgesproken bedrag, het verzekerd kapitaal. Dit komt altijd volledig tot uitkering of
helemaal niet. Een verzekering die altijd het gehele verzekerde bedrag uitkeert is een
sommenverzekering. Een levensverzekering is dus een sommenverzekering.

2.1.4 Een ongevallenverzekering is geen levensverzekering
Ongevallenverzekering = verzekering die een uitkering geeft als de verzekerde een ongeval krijgt. Een
ongevallenverzekering is geen levensverzekering. Het is vaak wel een sommenverzekering

2.2 De bij een verzekering betrokken partijen
De partijen die een rol spelen bij de levensverzekering zijn:
 De verzekeraar;
 De verzekeringnemer;
 De premieverschuldigde;
 De verzekerde(n);
 De begunstigde(n).

2.2.1 Standaard begunstiging
De verzekeringnemer kan zelf de begunstigde kiezen. Vaak is de standaardbegunstiging afdoende om
de wens van de verzekeringnemer te realiseren. De volgorde in standaardbegunstiging is:
1. De verzekeringnemer
2. De echtgenoot/geregistreerde partner
3. Kinderen
4. Overige erfgenamen
De samenwonende partner valt buiten de kring met standaardbegunstigden. Dit kan worden
opgelost door de partner (mede)verzekeringnemer te maken op de verzekering of de tweede
begunstigde te wijzigen in samenwonende partner. De partner dient dan wel met naam en toenaam
op de verzekering te worden opgenomen

2.3 Redenen om een levensverzekering af te sluiten
Bij een levensverzekering gaat het om twee risico’s: het risico van lang leven of het risico van kort
leven. Het langlevenrisico houdt in dat een persoon langer leeft dan waarmee hij financieel rekening
heeft gehouden. Het kortlevenrisico is wanneer iemand korter leeft dan verwacht.

, Er zijn vier redenen om een levensverzekering af te sluiten:
 Schuldaflossing: de begunstigde gebruikt de uitkering dan om op de einddatum van bv. de
hypotheek de schuld in één keer af te lossen;
 De verzorging van de nabestaanden: bij overlijden ontvangen de nabestaanden dan een
periodieke uitkering of een bedrag ineens.
 Een inkomen voor de oude dag: een levensverzekering kan zorgen voor een periodieke
uitkering na het bereiken van een bepaalde leeftijd. Bij het afsluiten van een
pensioenverzekering is altijd een werkgever betrokken. Een persoon zonder werkgever kan
een lijfrenteverzekering afsluiten voor een periodieke uitkering vanaf een bepaalde leeftijd;
 Sparen voor toekomstige lasten: bv. een studieverzekering: wordt vlak na de geboorte van
het kind afgesloten en keert bijvoorbeeld op de 18e verjaardag van het kind uit.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Bliep. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  9x  vendu
  • (6)
  Ajouter