International Business
Chapter 1
IB = the act of performing international economic business (doing business abroad)
↳ kan op 2 manieren: - through export
- by undertaking FDI (=Foreign Direct Investment)
Firms that have undertaken FDI will eventually become MNE’s (=Multinational enterprise)
Emerging economies = Economies that only recently established institutional frameworks that
facilitate international trade and investment, typically with low- or middle-level income and
above average economic growth (e.g. China, Vietnam)
these economies are popular FDI destinations
Hoe kunnen managers succes hebben en failure vermijden in buitenlandse vestigingen?
(kernvraag van dit hoofdstuk)
o Institution-based view: voor externe omgeving, formal and informal rules of the game
o Resource-based view: voor interne omgeving
Combinatie van de 2
Why focus on institutions and resources?
Instellingen in het buitenland vormen vaak een uitdaging voor bedrijven.
Die uitdagingen: “liability of outsidership’ (nadeel door gebrek aan bekendheid met locale
contexten en netwerken)
Je hebt superieure middelen nodig en moet deze daar goed inzetten om dit nadeel te
compenseren, anders zal je falen
Liability of outsidership: challanges:
o Distant origins (niet alleen ver weg qua locatie, maar ook qua cultuur, andere
regels/wetten, minder netwerk-contacten…)
o Lack of local experience
o Lack of nearby experience (Vb. Als Belgisch bedrijf al in China actief is en nu ook naar
Vietnam wil, zal dat makkelijker zijn omdat ze al wat ervaring in de regio hebben)
Globalization = A process leading to greater interdependence and mutual awareness among
economic, political, and social units in the world, and among actors in general
1
,↳ main causes: - technological innovations
- liberalization (the removal of regulatory restrictions on (international)
business)
Veel kleine, ontwikkelde landen (Zoals België, Nederland, Singapore…) zijn heel open voor
internationale connecties.
Grote landen, zoals USA, hebben dat minder nodig omdat er al veel bedrijven in de USA zijn (kan
heel goed interne handel doen tussen de staten)
Door globalisatie is FDI en export heel hard gestegen.
Landen gaan hier tegen vechten, gaan foreign countries tegen houden door ‘barriers to entry’ te
creëren (meer restricties, reglementen…)
De wereld wordt steeds meer ‘borderless’
Chapter 2: Institutions
Institutions = door mensen bedachte beperkingen die menselijke interactie structureren
(the rules of the game)
↳ Vb. wet tegen omkoping
2 main views on institutions:
o Formalization-based view (North)
Formal institutions = intstitutions represented by laws, regulations and rules
(gedocumenteerd, neergeschreven)
Informal institutions = rules are not formalized but exist in norms, values and
ethics
o Pillars-based view (Scott)
Regulatory pillar : refers to the coercive power of governments (verwijst naar de
dwingende macht van de regeringen) government has the power to force us to follow
the rules
Normative pillar : the mechanism through which norms influence individual and
firm behavior norms prescribe acceptable behavior + their existence causes people
and firms to experience pressure to conform
Cognitive pillar : the internalized, taken-for-granted values and beliefs that guide
individual and firm behavior unconscious preferences and ways of thinking
Link between 2 views:
Formal institutions Regulatory (coercive)
Informal institutions Normative
Cognitive
2
,Why institutions matter:
o They reduce uncertainty by signaling what behavior is acceptable and what is not
(managers don’t like uncertainty)
Vooral onzekerheid die komt van de mogelijkheid dat partners ‘opportunistic behavior’
tonen
Opportunistic behavior = Humans have attendancy to sell behaviour that advances their
own interest, even if that behaviour is dubious (seeking self-interest)
↳ 2 forms: - cheating (a person acts dishonestly)
- shirking ( a person putting an insufficient effort; e.g. Free-rider)
o Without institutions (rules), exchange partners may show opportunistic behavior before,
during, or after a transaction (door dit risico zullen partners de transactie misschien nooit
aangaan) When there’s uncertainty, people don’t trust the other parties
o ⇒ Foster (bevorderen) economic transactions
2 core propositions of the institution-based view:
1) Managers en bedrijven streven rationeel hun interesse na en maken keuzes binnen de
formele en informele beperkingen (=constraints) in een bepaald institutioneel kader
2) Hoewel formele en informele instituties samen het gedrag van bedrijven bepalen, zullen
in situaties waarin formele beperkingen onduidelijk zijn of falen, informele beperkingen
een grotere rol spelen bij het verminderen van onzekerheid en het bewijzen van
standvastigheid voor managers en bedrijven
Formal institutions: national systems
o Political systems: Regels die specificeren hoe landen politiek worden bestuurd
Democracies = citizens elect representitives to govern the country on their behalf
Proportional representation VS first-past-the-post (winner takes all)
Direct (presidents) VS indirect (prime ministers) elections
Some countries organize referendums ‘direct democracy’ (e.g. Switzerland)
Centralization of power differs (centralisatie van de macht verschilt)
e.g. Nederland VS België
Autocracies = power is concentrated in the hands of one person or a small elite
o Individual freedoms are small and submission to authority is expected
o Often motivated by a strong ideology, such as communism, fear or chaos
o Have decreased in number since 1980
Dimensions of governance quality:
Voice and accountability : mate waarin burgers kunnen beslissen in de selectie van
hun regering, mate van vrije meningsuiting
Political stability : kans op politieke onstabiliteit enof politiek geweld (incl.
terrorisme)
3
, Government effectiveness : kwaliteit van de publieke diensten, beleidsuitvoering en
geloofwaardigheid van de inzet van de regering
Regulatory quality : het vermogen van de overheid om degelijk beleid en regelgeving
te formuleren die de ontwikkeling van de particuliere sector mogelijk maken en
bevorderen
Rule of law : mate waarin agenten vertrouwen hebben in en zich houden aan de
regels van de samenleving (vooral: contracthandhaving, eigendomsrechten, politie,
rechtbank, misdaad en geweld)
Control of corruption : mate waarin publieke macht wordt uitgeoefend voor
persoonlijk gewin, inclusief zowel kleine als grote vormen van corruptie
o Economic systems: Regels die specificeren hoe nationale economieën worden bestuurd
2 types:
Pure market economy : the ‘invisible hand’ determines supply and demand and
prices.
overheid legt belastingen op en biedt daarvoor infrastructuur en veiligheid aan
Pure command economy: the state owns all productions factors and plans supply,
demand and prices.
geen privé-eigendom, geen marktkrachten
In realiteit zijn er nog vormen tussen: ‘varieties of capitalism’:
Liberal market economies (LMEs) : economic activity is mainly coordinated by
market forces
(shareholder orientation: aandelenmarkten zijn groot en arbeidsmarkten flexible)
Coordinated market economies (CMEs) : besides being coordinated by market
forces, economic activity is also substantially coordinated through other means
(cooperation between firms, trade unions, industry associations and the
government) people, planet, profit
(stakeholder orientation: aandelenmarkten zijn kleiner en arbeidsmarkten meer
gereguleerd)
o Legal systems: regels die specificeren hoe wetten worden uitgevaardigd en gehandhaafd
binnen landen
2 main legal traditions:
Civil law : juridische uitspraken gebaseerd op uitgebreide statuten en codes opgesteld
door de overheid hoge rechtszekerheid
Common law : juridische uitspraken gebaseerd op basisstatuten in combinatie met
precedenten en tradities uit eerdere rechterlijke uitspraken (judges co-determine the
law through verdicts (vonnissen))
4