Samenvatting arbeidsrecht
Deel 1: inleiding
1. Begrip en grondslagen
-Arbeidsrecht = het recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband
• Ondergeschikt verband als sleutelelement
• Ruimere begripsbepaling = geheel van rechtsregels die betrekking hebben op verrichten van arbeid op de
arbeidsmarkt en tot doel hebben de menselijke waardigheid en de sociale rechtvaardigheid te bevorderen
-De civielrechtelijke invalshoek van het arbeidsrecht is tamelijk onmisbaar
• Ontwikkeling tot modern arbeidsrecht dat zich uiteindelijk heeft gericht op een contractuele relatie
-Het arbeidsrecht als reactie op de ongelijkheid in de arbeidsverhouding of op de arbeidsmarkt
• Gaat om een dubbele ongelijkheid
o Feitelijke/economische ongelijkheid: marktongelijkheid of, anders gesteld ongelijkheid in
onderhandelingspositie van werknemer en werkgever bij aangaan arbeidsovereenkomst
▪ Veronderstelling is dat werknemer zich in inferieure onderhandelingspositie bevindt ten
opzichte van de werkgever
o Juridische ongelijkheid: slaat op het feit dat de werknemer zich, op basis van vrij aangegane
overeenkomst, in een juridische ondergeschiktheid bevindt ten opzichte van de werkgever
▪ Werknemer werkt onder het gezag van de werkgever
▪ De werkgever heeft het recht om bevelen, instructies, aanwijzingen etc. te geven
-Functies van het arbeidsrecht
• Het arbeidsrecht vorm een tegengewicht tegen de superieure positie van de werkgever => beschermend
en ordenend recht
o Beschermt de positie van werknemer maar regelt en kanaliseert tevens de verhoudingen tussen
de betrokken partijen
o Arbeidsrecht herordent arbeidsverhoudingen die in ander geval uit partijen zelf zouden voortkomen
o De ondergeschiktheid zo goed als mogelijk regelen
o Hoe?
▪ Wetgevende regels die dwingend van aard zijn
▪ De mogelijkheid geven om werknemers te groeperen in een vakbond
▪ Zo staan ze sterker
o Nederland: ongelijkheidscompensatie
• ! Maar het arbeidsrecht mag niet eenzijdig worden opgevat
o Niet alleen de werknemer moet beschermd worden
▪ Soms moet werkgever beschermd worden, deze kan in bepaalde situaties ook in een
mindere positie staan, bv. Kok zegt de dag voor de opening “Salut, ik ben weg”
o Het recht moet ook de belangen van de werkgever in acht nemen
▪ Soms ook de belangen van de arbeidsmarkt
-Artikel 6 AOW: er kan worden afgeweken van de wet, maar enkel in voordeel van de werknemer => hoeveel
mensen zijn er aan het werk in België?
• Er wonen 11 miljoen mensen in België
o Actieve bevolking tussen 15-67 jaar
▪ 4 miljoen werknemers (waaronder ook ambtenaren)
▪ 1 miljoen zelfstandigen
▪ ➔ 5 miljoen
2. Historische wortels
-Oorsprong van het arbeidsrecht: einde 18e en begin 19e eeuw
• Franse revolutie als referentiepunt => men wil vrijheid van nijverheid en arbeid
• 1791
o Decreet d’Allarde: verbod van gilden
o Wet le Chapelier: verbod op vrije vakvereniging
• Code Civil ook in België van toepassing na onafhankelijkheid 1830
1
, • Arbeid als huur van werk in code civil
o Vertrouwend op de principiële gelijkheid van partijen en op hun wilsautonomie (dus weinig art.)
o Enkel artikel 1780 en 1781over de arbeidsrelatie
▪ Artikel 1780: men kan diensten slechts voor een bepaalde tijd of voor een bepaalde
onderneming verbinden (nog steeds van kracht)
▪ Artikel 1781: gemeenrechtelijk afwijkende bewijsregeling in arbeidszaken (afgeschaft)
-Pas aan het einde van de 19e eeuw de eerste arbeidsrechtelijke wetgeving
• Rechtstreeks gevolg van sociale wantoestanden: er was in werkgelijkheid geen gelijkheid van partijen
• 1886 is een scharnierpunt
o Sinds 1873: economische crisis in België
o 1886: stakingen en sociale onrust tot uitbarsten => wetten uitvaardigen
• 1887: loonbeschermingswet
• 1889: wet betreffende kinder- en vrouwenarbeid
• 1896: arbeidsreglementenwet
• 1899: wettelijk kader gericht op veiligheid en gezondheid op het werk
-In de20e eeuw werden er meer alomvattende regelingen van de arbeidsovereenkomst tot stand gebracht
• Groeiende interventie van de wetgever op verschillende gebieden van het arbeidsrecht
• 1903: Arbeidsongevallenwet
• 1905: wet op de zondagsrust
• 1919: internationale normering van het arbeidsrecht
o Verdrag van Versailles: internationale Arbeidsorganisatie opgericht
• 1921: 8-urenwerkdag en 48u-urenwerkweek
-Wet van 10 maart 1900: eerste Arbeidsovereenkomstenwet
• Belang gehecht aan de vrijheid van het individu
o Voorrang van de wil van de partijen + bescherming voorzien in de wet
• Bedienden werden gezien als medewerkers van het hoofd van de onderneming en men vond het niet
opportuun om hun situatie te regelen
o Dus wet enkel van toepassing op werklieden
o Pas in 1922 wettelijk geregeld voor bedienden
-Collectief overleg – Wet van 24 mei 1921betreffende vrijheid van vereniging en opheffen coalitieverbod
• Vakbeweging kreeg een belangrijke impuls
o Leidde tot landelijke staking in 1936
▪ Gaf aanleiding tot een nationaal akkoord tussen vakbonden, werkgevers en regering
o Steeds meer vormgeven aan het collectieve overleg
o Door de relatieve afzijdigheid van de overheid in arbeidsaangelegenheden kwamen er reeds in de
loop van de negentiende eeuw diverse initiatieven tot ontwikkeling ter verbetering van de positie
van behoeftige werknemers en werklozen (bv. mutualiteiten en werkloosheidskassen)
-Sociaal Pact van 1944
• Periode na WOII werd gekenmerkt door de uitbouw van collectieve arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid
en de verdere uitbouw van arbeidsbescherming
• Het sociaal pact gaf uitdrukking aan de vraag om door middel van verregaand staatsinterventionisme
tegemoet te komen aan de groeiende verzuchting naar stabiliteit en zekerheid
• Centrale doelstellingen
o Solidariteit en stabiliteit
o Verhoging van de koopkracht
o Volledige tewerkstelling
o Stelsel van sociale zekerheid
• Sociaal pact gaf aanzet tot duidelijke loonpolitiek, bevatte voornaamste beginselen waarop het in te
voeren stelsel van sociale zekerheid voor werknemers moest steunen en voorzag het in nieuwe, paritaire
structuur voor het sociale overleg
• Basis voor collectieve arbeidsverhoudingen zoals we die vandaag de dag nog kennen
o Besluitwet van 9 juni 1945 tot vaststelling van het statuut der paritaire comités
o Wet van 20 september 1948 (nog steeds geldend) en wet van 29 mei 1952 tot inrichting van de
Nationale Arbeidsraad
2
, o Besluitwet 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de basis
voor de sociale zekerheid van werknemers
-Breed gamma aan wetten uitgevaardigd
• Sluitingswet (1966)
• Arbeidsreglementenwet (1965)
• De loonbeschermingswet (1965)
• De CAO-wet (1968)
• De Arbeidswet (1971)
• De Arbeidsongevallenwet
• De gecoördineerde wetten op de jaarlijkse vakantie (1971)
• De arbeidsinspectie wet (1972)
• In de jaren ’70 ook de eerste CAO’s
-Arbeidsovereenkomstenwet = Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
• Nog steeds de referentie voor het individuele arbeidsovereenkomstenrecht vandaag
• AOW is het product van verschillende wetgevende stappen
o Vertrekkend van wet 10 maart 1900 op arbeidsOK en wet 7 augustus 1922 op bediendenOK
• Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden bleef de hele tijd voortbestaan
o Op 4 september 1974 werd door de toenmalige minister van Tewerkstelling en Arbeid een
wetsontwerp ingediend tot coördinatie van de verschillende wetten
o Leidde tot de arbeidsovereenkomstenwet van 1978
• Pas met de wet van 26 december 2013 het onderscheid tussen arbeiders en bedienden weggewerkt voor
wat betreft de opzeggingstermijnen en de carenzdag
-Dereguleringsvraagstuk
• Jaren 80 toont nieuwe dynamiek
• Verlangen om het arbeidsrecht te dereguleren of te versoepelen door de crisisjaren, het groeiend
werkloosheidsprobleem en wijzigende economische omstandigheden
• Nadruk komt te liggen op de flexibiliteit van arbeidsrechtelijke regelingen en de relevantie voor de werking
van de arbeidsrechtelijke regelingen en de relevantie voor de werking van de arbeidsmarkt
o Flexibiliseringstrend blijft bestaan tot de 21e eeuw
o Maar ook nieuwe arbeidswetgeving en nationale CAO’s blijven levenslicht zien
-Europese Unie
• Rol van de EU neemt sinds de jaren ’90 toe
• Uitgangspunt: Verdrag van Rome (1957)
o Werk maken van een economische integratie
o Ook discussies over arbeidsrecht op Europees vlak
• 1972: verklaring van staatshoofden en regeringsleiders in Parijs
o Het sociale beleid in Europa was even belangrijk als een economische en monetaire unie
o Plannen en voorstellen betreffende het Europese arbeidsrecht komen tot stand
o Roep naar flexibilisering en de uitbreiding van Europa hield veel tegen
o Onder impuls van de Commissievoorzitter Jacques Delors kreeg het sociale aspect toch vorm
▪ Gemeenschapshandvest van sociale grondrechten van werkenden aangenomen als
verklaring van 11 lidstaten in 1989
▪ VK deed niet mee
▪ Belangrijke stap om te komen tot de politieke wil om sociale bevoegdheden te creëren
• 1991: Overeenkomst betreffende sociale politiek, latere sociaal hoofdstuk in VWEU (art. 151 VWEU)
• EU steeds meer in staat om wetgevende maatregelen te treffen
-Toch blijft er moeilijke spanning bestaan tussen sociale dimensie van Europa (en rol arbeidsrecht) enerzijds en
interne markt en economische dimensie anderzijds
• Europese Groenboek van 22/11/2006 betreffende modernisering van arbeidsrecht met oog op
uitdagingen van 21e eeuw benadrukte onder meer de efficiëntie van arbeidsrecht in het licht van werking
van de arbeidsmarkt
• Ook economische governance van EU, globalisering en steeds toenemende internationale competitie leidt
tot discussies over de hervorming van het arbeidsrecht
3
, -Europese pijler van Sociale rechten
• Het vinden van een evenwicht tussen verschillende rechten en belangen, het economische en het sociale,
in het arbeidsrecht is een blijvende oefening
• Op 17 november 2017 werd deze Europese pijler van sociale rechten afgekondigd
• In 20 hoofdingen een reeks sociale rechten opgenomen
o Voorbereidende documenten van de Pijler geven expliciet aan dat, gelet op de juridische aard van
de principes en rechten, geformuleerd in de Pijler deze niet rechtsreeks afdwingbaar zijn en dus
vertaling behoeven in specifieke wetgevende initiatieven op het gepaste niveau
-Discussies over arbeidsrecht op globaal niveau
• Bv. Internationale Arbeidsorganisatie dacht na over de toekomst van werk
• Door veranderende wereld: nu is arbeidsrecht geschreven voor klassieke industriële setting (standaard
arbeidsrelatie), maar steeds nieuwere vormen van arbeid (globalisering en technologische ontwikkeling)
-België
• Wet 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk => overheid wil meer modern arbeidsrecht
o Aandacht voor flexibiliteit langs kant werkgever, maar ook werknemer (bv. balans werk-privé)
• Arbeidsdeal 2022, want opkomst nieuwe werkvormen en andere kijk op arbeidsrelatie
o Recht op deconnectie, betere balans werk-privé, opleidingsrecht, vierdagen werkweek, …
3. De inbedding van het arbeidsrecht in het sociale recht
-Soms wordt het arbeidsrecht gezien als onderdeel van een breder juridisch geheel ➔ sociaal recht
• Hierbij wordt gesteld dat het sociaal recht bestaat uit 2 grote delen
o Arbeidsrecht en Socialezekerheidsrecht
• Term sociaal en sociaal recht kunnen historisch verklaard worden
o Het recht dat historisch gezien tot stand kwam naar aanleiding van een sociale kwestie
• Vandaag zou men term sociaal kunnen verklaren door verbondenheid van arbeidsrecht en
socialezekerheidsrecht met sociaal- politieke keuzes, waarvan zij doorgaans resultaat zijn, of sociale
verhoudingen (werkgever-werknemer of instituties-zwakkere partijen)
-Maar het vakgebied Sociaal recht is niet overal erkend
• In sommige landen (bv. Nederland en Frankrijk) wordt term op dezelfde manier als in België gebruikt (dus
AR en SZR), in andere landen (bv. Duitsland) gebruikt als synoniem voor het socialezekerheidsrecht
• In landen zoals het VK is de term sociaal recht onbestaande (AR en SZR strikt gescheiden)
• Ook ILO (internationale arbeidsorganisatie) en EU maken onderscheid tussen instrumenten betreffende
het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht
-De afzonderlijke benadering van het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht heeft een goede reden
• Het zijn eigen volwaardige rechtsgebieden, met eigen structuren, eigen principes, context en dynamiek
• Maar er zijn gedeelde wortels + overlappingen in regelingen en bescherming die rechtsgebieden bieden
• De toepassingsgebieden zijn deels overlappend
o Iemand die als werknemer arbeidsprestaties verricht zal, in beginsel te maken hebben met zowel
arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht
4. De inbedding van het arbeidsrecht in het burgerlijke recht
-Nauwe samenhang: arbeidsrecht als reactie op artikels van het Oud BW en sociale wantoestanden +
arbeidsovereenkomst is onderworpen aan burgerlijk recht
-Nieuw BW (boek 1, 5, 8) zijn heel relevant voor arbeidsrecht
• BW is van toepassing op het arbeidsrecht
o BW heeft algemene strekking (dus ook buiten BW zelf)
o Nuance: bijzondere wetten blijven gelden (lex specialis), dus arbeidsrecht gezien als lex specialis
(toch blijft bv. verbintenissenrecht een rol spelen)
• Discussie over werkdag bij invoering boek 1 en 5
o Art. 1.7, §3 BW: werkdagen zijn alle dagen behalve feestdagen, zon- en zaterdagen
o Maar arbeidsrecht ziet zaterdag wel als werkdag voor bepaling van termijnen, maar werkdag
4 nergens gedefinieerd => bepaald dat art. 1.7 BW niet van toepassing is op arbeidsrecht