IMT – Inleiding in onderzoeksmethoden en technieken
Deel 1. Vormen van wetenschappelijk onderzoek
1. Onderwijsonderzoek
1.1 Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
1.2 Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
1.3 Praktijkgericht niet-wetenschappelijk onderzoek (of alledaags onderzoek)
1.4 Bijlage B: De empirische cyclus (De Groot)
2. Vormen van wetenschappelijk onderzoek
2.1 Verschillende visies op onderwijsonderzoek
2.2 Bijlage A: Cohen et al.
Deel 2. Onderzoeksproblemen
Deel 3. Onderzoeksmethoden en technieken
1. Kenmerken kwalitatief en kwantitatieve onderzoeksmethoden
1.1 Kwantitatief onderzoeksparadigma
1.2 Kwalitatief onderzoeksparadigma
1.3 Overzicht kwantitatief vs kwalitatief
1.4 Oriëntatiematrix
2. Onderzoekstechnieken: dataverzamelingstechnieken
2.1 Kwantitatieve onderzoekstechnieken
2.2 Kwalitatieve onderzoekstechnieken
2.3 Sterke en zwakke punten van de onderzoekstechnieken
Deel 4. Onderzoeksdesigns
1. Kwantitatieve onderzoeksdesigns
1.1 Survey
1.2 Experiment
1.3 Correlatie
1.4 Causal comparative design
2. Kwalitatieve onderzoeksdesigns
2.1 Fenomenografie
2.2 Case study
2.3 Mixed method en multi method
Deel 5. Het onderzoeksplan
1. Het ontwerpen van een onderzoek
1.1 Opstellen van een onderzoeksplan
1.2 Bijlage G: vraagstellingen die komen kijken bij het plannen van onderzoek (Cohen)
1.3 Conceptueel kader
Deel 6. Kwaliteitseisen
1. Validiteit
1.1 Interne (of causale) validiteit
1.2 Externe validiteit
2. Betrouwbaarheid
2.1 Overzicht
3. Hoe validiteit / betrouwbaarheid verzekeren?
4. Bijlage: samenvatting van bijlage E en F
1
,Praktische informatie
Hoe kunnen we deze op een goede manier gebruiken om onze onderzoeksproblemen te gaan behandelen.
Onderzoeksprobleem, onderzoeksvragen, onderzoeksmethoden en technieken om onderzoeksvraag te
beantwoorden en een onderzoeksdesign?
Evaluatie:
Gesloten boek examen (20 p) – 3 onderdelen
- Deel 1: theorie en toepassingsvaardigheden
- Deel 2: gesloten casus
- Deel 3: open casus
Leerdoelstellingen IMT (uit studiewijzer)
Kernbegrippen IMT (lexicon)
Inzicht en vaardigheden
2
,Deel 1. Vormen van wetenschappelijk onderzoek
1. WAT IS ONDERWIJSONDERZOEK?
v Er bestaan verschillende soorten onderwijsonderzoek:
- Theoriegedreven – fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
- Praktijkgedreven – toepassingsgericht onderzoek
- Tussenvorm: praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
v De focus van onderwijsonderzoek kan liggen op:
- Handelingen, opvattingen, actoren, uitkomsten, context, tijd,... (begrijpen wat er gebeurt bij personen:
sociale wetenschappen)
- Processen en uitkomsten van leren en onderwijzen, ontwikkelen, begeleiden en opleiden (uitkomsten/
resultaten)
- Invloedsfactoren van individu, school, opleiding en (werk) omgeving
v Typische aanpak bij een onderzoek:
- Verzamelen data (teksten, observeren, interviews, vragenlijsten, toetsen, logboeken…)
- Data-analyse statistiek)
- Altijd systematisch te werk gaan (specifieke tijdst, op dezelfde manier verzamelen...) à essentieel! Het
onderzoek moet transparant zijn
v Resultaten van onderwijsonderzoek:
Kennis/inzicht Onderzoek is cumultatief, bouwt verder op eerder onderzoek
Innovatie/ontwikkeling = Doel
Rapportage in In onderzoeksnetwerken
wetenschappelijk Loopt via verloopt via peerreview (andere onderzoekers die kritische vragen
tijdschrijften stellen en kanttekeningen maken). = double blind, je kent elkaar niet!
- edubron blogt,
- Earli (hierin 27 subgroepen, die bezig zijn met hetzelfde thema, jaarlijkse
conferenties!)
- Eera-ecer.de : europees
- Aera: amerikaans
3
, 1.1 Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (vooral focus hierop in deze cursus)!
v → Er wordt een theoretisch kader opgebouwd dat voortbouwt op bestaande theoretische kaders (onder meer
Karasek-model van werkstress, theorieën rond loopbaanperspectief op professionele ontwikkeling). Op basis
hiervan worden onderzoeksvragen geformuleerd die tot meer inzicht in dit theoretisch kader moeten leiden
v à het gaat om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat voortbouwt op bestaande theoretische kaders
rond onderwijsinnovatie. Meer bepaald beoogt deze studie meer inzicht te verwerven in de betekenis van het
netwerk van een docentontwerpteam voor het draagvlak tav de curriculuminnovatie bij het bredere
docententeam
v → Deze studie wil meer inzicht krijgen in de relatie tussen ervaringen m.b.t. een bepaalde vernieuwing
(evaluatiemethoden) en de percepties van studenten hieromtrent. Hiertoe wordt verder gebouwd op
verschillende theoretische kaders (onder meer inzake instructievormen, assessment en assessmentvoorkeuren).
Op die manier doet dit onderzoek aan fundamentele kennisontwikkeling. Dit neemt niet weg dat het ook
informatie oplevert waarmee in de praktijk (~lerarenopleiding, hoger onderwijs) aan de slag kan worden gegaan.
Op die manier is het deels ook toepassingsgericht.
1.2 Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
v Kenmerken:
- Praktisch probleem in een specifieke context, toepassingsgericht
- Doel = kennis om beslissingen te nemen
- Volgens wetenschappelijke en praktijknormen
- Uitkomst is eigen praktijksituatie en/of generalisatie naar andere probleemsituatie
1.3 Praktijkgericht niet-wetenschappelijk onderzoek (of alledaags onderzoek)
v Kenmerken:
- Gericht op snel kunnen nemen van beslissingen, toepassingsgericht
- Volgens praktijknormen
- Uitkomst is enkel de praktijksituatie
- BV: een lkr doet onderzoek in eigen klas, de res zijn enkel van toepassing in haar klas
Vorm PRAKTIJKGERICHT PRAKTIJKGERICHT FUNDAMENTEEL
NIET-WETENSCHAPPELIJK WETENSCHAPPELIJK WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK ONDERZOEK ONDERZOEK
Doel Ondersteuning van Kennis voor belissingen Kennisvermeerdering
beslissingen
Spelregels Praktijknormen Praktijk- en Wetenschappelijke normen
en vormen wetenschappelijke normen (spelregels die de wetensch moet
hanteren
Reikwijdte Eigen praktijksituatie Eigen praktijksituatie en Generaliserend (ook van
van de (bv: een lkr in haar eigen eventueel generalisatie naar toepassing buiten de tekstext van
uitkomsten klas) anderen het onderzoek) à vr discussie
vatbaar! Nt bij alle onderzoekn zo!
Bijlage B: ’T Hart et. al., 2005
4