Psychologische interventies en mensbeelden
Overzicht
- Inleiding en overzicht
- Deel 1: leerpsychologie en cognitieve gedragstherapie (CGT, CBT)
→ mens als lerend wezen
- Deel 2: humanistische en existentiële benadering
→ nadruk op mens als wezen met groeipotentieel
- Deel 3: relatie- en gezinstherapie
→ mens als deel van een systeem (gezin, dorp, ...)
- Deel 4: psychodynamische benaderingen
→ mens als conflictueus wezen (contrasterende verlangens, ...) waarbij de
hechtingsgeschiedenis bepalend is
- Slot: integratie en casusbesprekingen
Inleiding en situering
De taken van de klinisch psycholoog
→ 4 B’s:
- Beoordeling (assessment) (bv. psychodiagnostiek)
- Begeleiding
- Behandeling
- Beleid (bv. teams, organisaties, ...)
Dit zijn de centrale competenties en taken van een psycholoog !
Vooral begeleiding en behandeling
(= hier gaan we op in, in deze lessen)
Doel: de student opleiden als scientist-practitioner
= (be)handelen op basis van de wetenschap en haar kennis !
- Psycholoog doet aan evidence-based medicine (EBM)
• Dit gaat niet om het naïef toepassen van technieken/lijstjes van evidence-based
therapievormen
• Het gaat om het integreren van het beste beschikbaar onderzoek met klinische
expertise
• Er wordt altijd rekening gehouden met de context
→ Context: patiëntkenmerken, cultuur en voorkeuren v/d patiënt !!!
→ Als je therapie toepast bij iemand dat hier geen interesse in heeft, dan heeft de
therapie niet veel zin (= gaat niet goed werken) → patient characteristics
• Het veronderstelt stevige kennis en competenties
- Vergelijking met chirurg, ingenieur, piloot, ...
• Basiskennis is nodig vooraleer men meer geavanceerde competenties kan leren
1
,Problemen met de kwaliteit van psychotherapie:
- Er is geen titelbescherming (wel van klinisch psycholoog)
- Je mag jezelf psychotherapeut noemen, maar zelf geen sessies geven (= is al beetje
vooruitgang)
- Enkel activiteiten van psychotherapie vallen onder de nieuwe wet op de uitoefening van de
gezondheidszorg
- MAAR: ook onder erkende psychologen/therapeuten zijn er nog veel problemen met
wetenschappelijkheid
• Chakra’s, bloesemtherapie, ... → pseudowetenschap
• Onvoldoende wetenschappelijke vaardigheden, zoals: gebrekkige diagnostiek,
slechte indicatiestelling, therapeutisch kader moeilijk kunnen installeren/behouden,
te korte therapieën bij complexe problematieken, ...
Er zijn verschillende postgraduaat opleidingen
- Iedere stroming kent veel verschillen én gelijkenissen
(MAAR: de laatste tijd beginnen ze allemaal meer naar elkaar toe te groeien)
- Er is een sterke diversiteit in de theoretische oriëntatie van psychotherapeuten
- Elke richting trekt ongeveer evenveel kandidaten aan
- De meesten specialiseren zich, maar later komen er vaak verschillende elementen
van andere paradigma’s bij (→ het is bijna nooit exclusief het een of het ander)
1.1. Paradigma’s
Er komen 4 grote theoretische kaders aan bod
= elk kader is gebaseerd op een mensbeeld → dit is de manier waarop men naar de mens kijkt
= ze geven elk aanleiding tot systematisch onderzoek
De 4 theoretische kaders zijn dus wetenschappelijke paradigma’s:
- Ze zijn wetenschappelijk onderbouwd
= als wetenschap en als behandelvorm
- Ze zijn complementair
= ze vullen elkaar aan, er is niet één juist beeld
- De laatste tijd is er steeds meer een integratieve tendens
(= ze samen nemen)
• Maar: er is geen uniforme theorie dat elk aspect van het menselijk gedrag verklaart
• De verschillen blijven dus bestaan
o Dit is positief
o Want: is ook zo in andere takken v/d wetenschap
o En: hierdoor is vooruitgang mogelijk
wnr we stellen dat we het antwoord kennen en dat er slechts 1 theorie is
= dan is dit pseudowetenschap
- We willen net kennis achterhalen (falsifiëren) om zo vooruit te gaan
(Popper’s falsification → hypotheses kunnen gefalsificeerd worden)
- Zekerheid is geen kenmerk van wetenschap !
2
,Paradigma:
- Een geheel van samenhangende assumpties die samen een bepaald mensbeeld vormen
- Ze geven aanleiding tot generatieve onderzoeksprogramma’s ( degeneratief)
• Generatief
o Theorieën die aanleiding blijven geven tot nieuwe vragen, inzichten en kennis
o Dit zijn respectabele onderzoeksprogramma’s
• Degeneratief
o Theorieën die geen aanleiding geven tot nieuwe vragen
- Het zijn denkkaders van waaruit de werkelijkheid wordt gedefinieerd en dus ook
bekeken/bestudeerd wordt
- Typisch voor paradigma’s
• Basisassumpties = vormen de kern van het paradigma
• Basisassumpties kunnen meestal enkel deels of onrechtstreeks empirisch getoetst worden
• DUS: veel basisassumpties zijn niet (rechtstreeks) te toetsen !!! = belangrijk
(bv. assumptie: mensen zijn levende wezens → hoe kan je dit toetsen?)
• Gevolg: ze zijn moeilijk te falsifiëren (weerleggen)
→ De basisassumpties worden in zekere mate afgeschermd tegen falsificatie
→ Bv.: als de studie tegen de hypothese ingaat, wordt er snel gekeken naar
methodologische fouten etc.
→ Bv.: publicatiebias (= de artikels die geen significante effecten vonden in de
lijn met de hypothese/theorie, worden niet gepubliceerd)
- Deze paradigma’s vormen de basis voor een scientist-practitioner model
- Scientist-practitioner model:
• Het denken en handelen is hierbij gebaseerd op wetenschappelijke kennis !
• Als we geen wetenschappelijke kennis gebruiken, dan dreigt ‘bricolage’
→ namelijk: samenraapsels/knutsels van interventies/techniekjes zonder te weten
waarom je het doet
- DUS: zonder paradigma (‘bril’) zie je niets !
Iedere psychotherapeut kijkt op een bepaalde manier naar de mens (en zijn problemen)
- Zonder theorie zie je niets !
- MAAR: deze theorie kan ook blinde vlek zijn
→ want: je mist andere zaken (bv. een leerpsycholoog zal bepaalde dingen niet zien die een
humanistisch therapeut wel ziet en omgekeerd)
→ ‘Als je een hamer hebt, is alles een nagel’
- Confirmation bias
= als je kijkt met een bepaalde bril zie je overal bevestiging (confirmation bias)
= dus: bril moet je ‘open houden’ – kritisch zijn naar je eigen perspectief
➔ Bv.: 10 studenten dezelfde relatie- en gezinstherapie laten meevolgen
= iedereen zal iets anders zeggen als er gevraagd wordt aan wie er gewerkt moet
worden, waar de kern van het probleem ligt, ...
= hoe komt dit? → omdat we ons obv eigen ervaringen meer/minder identificeren met
bepaalde personen owv de herkenbaarheid uit het eigen leven
Persoonlijke blinde vlekken (bv. meer empathie met moeder omdat je jezelf
er in herkent
3
, Elke psycholoog heeft ook een affectieve affiniteit met een bepaalde manier van kijken
- Dit is gebaseerd op de eigen ervaring (bv. rationeel en koud vs emotioneel en warm opgevoed)
- Kan goed zijn, maar ook gevaarlijk !
1.2. Psychotherapie
1.2.1. De psychotherapeut en zijn/haar competenties
Psychotherapie is:
- Een interpersoonlijke, relationele behandeling
- Gebaseerd op wetenschappelijk-psychologische principes
- Met een getrainde therapeut en een cliënt (met een stoornis of een probleem)
- Met de intentie van therapie om verandering te brengen
- Het is op maat gemaakt/geïndividualiseerd voor deze specifieke cliënt
Psychotherapie vereist 6 competenties
Generische competenties - Competenties die nodig zijn voor alle psychologische
interventies (bv. band kunnen opbouwen, kunnen spreken, ...)
Basiscompetenties bij een bepaald - Competenties die worden gebruikt in de meeste vormen van
type van benadering een bepaalde benadering
(bv. algemene principes van CGT, hoe doe je dat concreet?)
- Deze competenties zijn de basis van een persoonsgerichte
benadering
( staat tegenover de stoornisgerichte benadering)
Specifieke competenties bij een - Bv.: exposure bij CGT, overdracht bij PDT, …
bepaald type benadering
Algemene meta-competenties - Competenties die te maken hebben met het bewaken van het
interventieproces in het algemeen
- Bv.: wat doen als cliënt niet opdaagt, bij uitval, indien deze
vragen heeft bij de manier van aanpak, ...
- Deze competenties zijn nodig in alle benaderingen !
Probleem-specifieke competenties - Competenties die verbonden zijn met bepaalde types
interventies
(bv. Clark-model bij depressie in CGT, EFT in humanistische, ...)
Specifieke metacompetenties - Competenties die verbonden zijn met een type interventie en
te maken hebben met het proces
(bv. juiste methode kiezen binnen relatietherapie)
Er zijn zowel overeenkomsten als verschillen tss de paradigma’s over deze competenties
4