Samenvatting van hoofdstuk 2,3, 9 en 10 uit het vak Methoden In Het Biomedisch Onderzoek 1. Dit hoofdstuk gaat over onderzoeksmethodiek, staalbehandeling, spectroscopie en chromatografie.
Deze samenvatting heb ik gemaakt aan de hand van slides en hoorcolleges.
Methoden 1
Hoofdstuk 2: biomedische vraagstelling en onderzoeksmethodiek
1) Vraagstellingen
- BMW focust op de mens
- Fysiologische vraagstelling
o Hoe werkt ons lichaam?
o Vragen over de werking ivm met ons lichaam
- Pathologische vraagstelling
o Wat loopt er fout?
o Vragen over ziekten/ aandoeningen/ …
- Verschillende niveaus: organisme → weefsel → cel → sub cellulair
- Onderzoeken we op de mens zelf of op modelorganisme?
2) Onderzoek
- Open exploratief onderzoek
= Onderzoek waarbij we breed gaan zoeken naar een antwoord zonder een specifieke
richting te kiezen
- Hypothese-gedreven onderzoek
= Onderzoek waarbij we een antwoord voorspellen en dit gaan toetsen.
- Fundamenteel/ translationeel/ klinisch onderzoek
o Fundamenteel:
= gericht op gedetailleerde analyse van moleculaire bestanddelen en processen in de cel en
in het organisme
= basisonderzoek → biologie achter een medisch probleem te krijgen
o Translationeel:
= overgang tussen fundamenteel en klinisch onderzoek
= B2B (bench to bedside)
o Klinisch:
= patiëntgericht
→ optimaliseren van diagnose, verbetering van behandeling
→ nieuw geneesmiddel
Testen in 4 fasen
PICO → Patient-Intervention-Controls-Outcome
« evidence- based medicine »
- Analyses in vivo/ ex vivo/ in vitro/ in silico
o In vivo = in levende organismen
o Ex vivo = metingen op stalen van een organisme
o In vitro = metingen in de proefbuis
o In silico = analyses met een computer
,3) Ontwerp van biomedische experimenten
4) 2 klassen van methoden
- Methoden voor analyse
o We meten iets
o Vb: klinische analyses; isolatie, meting, sequentiebepaling van DNA; …
- Methoden voor modulatie
o We veranderen iets aan het organisme/ proefmodel
o Vb: behandeling met inhibitor; transfectie; …
5) Definities
o Precisie = variabiliteit = maat voor reproduceerbaarheid → standaard deviatie
o Accuraatheid = verschil tussen gemeten waarde en de “echte” waarde → populatiestatistiek
o Detectielimiet = gevoeligheid = kleinste waarde die met een bepaalde gekozen zekerheid
kan gemeten worden
o Analytische range/ dynamic range = gebied dat reproduceerbare gegevens geeft
o Analytische specificiteit = selectiviteit = mate waardoor andere componenten in het
systeem interfereren
o Analytische sensitiviteit = maat voor verandering in output tov de verandering in input
o Robuustheid = mate waarin de methode een consistent resultaat geeft ondanks kleine
verschillen in experimentele parameters
- Je kan het humaan organisme voor verschillende dingen rechtstreeks gebruiken:
o Studies op organisme zelf
Klinische testen (bv bloeddruk meten)
Beeldvorming (bv röntgen -foto)
o Fysiologische vloeistoffen afnemen = Liquid biopsies
Hier ga je stalen afnemen van bv bloed, urine, speeksel, cerebrospinaal vocht,…
Liquid biopsie wilt zeggen dat wat je gaat onderzoeken een vloeistof is
o Weefselbiopten afnemen
Chirurgisch een weefsel of tumor wegsnijden, hierna kan je hier ook op testen
Naaldbiopten nemen van weefsel
- Voordelen, nadelen en mogelijkheden:
o Voordeel: het meest relevante voor geneeskunde
o Nadeel: beperkte mogelijkheden, want niet alles is zomaar ethisch verantwoord + pas in de
laatste stap van klinisch onderzoek kan je gaan testen op mensen
o Mogelijkheden: vergelijken tussen gezond versus ziek, voor en na behandeling, individuen
onderling, meting van parameters in functie van leeftijd of uur van de dag,…
- Types van studies die je op de mens kan doen:
o Interventioneel = operatie, experimenteel geneesmiddel toedienen, …
o Niet-interventioneel = observerende studie (o.a. ook bloeddruk meten of bloedstaal nemen)
o Je kan studies op gezonde vrijwilligers en op patiënten uitvoeren (versch. stadia van klinisch
onderzoek)
o Retrospectieve studie = terugkijken in de tijd (vragen over verleden stellen → begrijpen
waarom iemand die keuze heeft gemaakt)
o Prospectieve studie = proberen toekomst te “voorspellen” (vragen over leergedrag nu om
slaagkans binnen 5 jaar te bepalen)
o Cross-sectioneel = doorsnede van de tijd: bv vandaag bloedstaal van iedereen nemen
o Longitudinaal = doorheen de tijd meten: bv meerdere metingen van bloedstalen doorheen
de tijd → opvolgen hiervan
, - Belangrijke punten bij onderzoek:
o Maximale voordelen & minimale risico’s → gezondheid & veiligheid van deelnemers
o Geïnformeerde toestemming van deelnemers en ethische goedkeuring van commissie
(zie verder)
o Databeheer:
GDPR: er wordt data verzameld maar er zijn duidelijke richtlijnen omtrent wie deze
mag inkijken en wat er met de data gedaan mag worden
Versleuteling van stalen en gegevens (persoonlijke info)
Anoniem: lijst met codes weggooien
Pseudoniem: lijst met codes bijhouden, maar beperkte toegang
- Ethische goedkeuring:
o Verklaring van Helsinki = ethische richtlijnen omtrent onderzoek op mensen + moet voldoen
aan nationale en EU wetgeving
o Goedkeuring van Ethische Commissie Onderzoek UZ Leuven/ KU Leuven
Biomedisch onderzoek op mensen
Document met voordelen, risico’s, hoe je deelnemers gaat inlichten, GDPR ,…
o Klinische studie met geneesmiddel: ook goedkeuring FAGG nodig (Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten)
o Vrijwillige, geïnformeerde & schriftelijke toestemming van deelnemers aan onderzoek
Vrijwillig → geen consequenties als ze weigeren of willen stoppen
Geïnformeerd: alles moet er duidelijk geformuleerd instaan (procedures, methoden,
voordelen, risico’s, …)
Bij kinderen of mensen die schriftelijk niet kunnen ondertekenen → ouders of voogd
2) Modelsystemen
a. Celculturen
- Cel = bouwsteen van organisme
Cellen → weefsels → organen → organisme
- Celkern: chromosomen met telomeren
o Telomeer = stukje op het einde van het chromosoom dat informatie beschermt door veel
herhalingen van TTAGGG te bevatten
→ als er deel van chromosoom verloren gaat door DNA-replicase, dan gaat er maar 1 van de
vele herhalingen verloren en geen belangrijke info
o Telomeren worden steeds korter en korter → verdwijnt = cel kan niet meer delen
o Cellen met telomerase (gameten en kankercellen) maken opnieuw telomeren aan en kunnen
steeds opnieuw gedeeld worden
→ telomerase = reverse transcriptase dat zijn eigen RNA draagt en hiervan de nieuwe
telomeren afschrijft
- Primaire celculturen:
= culturen rechtstreeks bereid uit weefsel/ bloedcellen
Celcultuur = cellen groeien onder gecontroleerde omstandigheden (in voedselbodem)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laurebrants. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.