Hanne de Jong 1ste bachelor in de Rechten 2022-2023
Prof.dr. Willems E.
Politicologie
HOOFDSTUK 1: POLITIEK, MACHT EN POLITIEKE WETENSCHAP
AFDELING 1: POLITIEK
Politiek = het ordenen en besturen van een territoriaal afgebakende samenleving d.m.v. machtsuitoefening
à territoriaal: omvattend en dwingend « niet-territoriaal: functioneel en vrijblijvender
à ordenen en besturen: staatsinrichting en -instellingen, gedrag, beleid
EVOLUTIE REIKWIJDTE VAN POLITIEK
a. Nachtwakersstaat – 19de eeuw:
• Politiek is een beperkte aangelegenheid
• Burgerlijke rechten en vrijheden beschermen en garanderen door erover te waken: justitie & binnenlandse
zaken
• Bescherming van de grenzen: defensie & buitenlandse zaken
• Belastingen: financiën
b. Sociale welvaartstaat – 20ste eeuw:
• Politiek is een ingrijpende aangelegenheid
• Arbeidersbeweging à tegengaan nefaste gevolgen van vrij economisch handelen door sociale bescherming
• Verzorgingsstaat: gezondheid, onderwijs, werkgelegenheid, sociale zekerheid
c. Regulerende staat – 21ste eeuw:
• Politiek heeft een allesomvattende impact op het dagelijks leven « verlies vd greep van de nationale politiek
AFDELING 2: MACHTSUITOEFENING
MACHT GAAT OM BINDENDE REGELS
- Politieke regelgeving kan alleen functioneren als ze ook opgelegd worden aan de leden van de samenleving
- Gevolgen niet-naleving: sancties en dwangmiddelen
« burgerlijke ongehoorzaamheid:
= publieke, niet-gewelddadige en bewuste daad die ingaat tegen de wet en die tot doel heeft een wijziging in
beleid/wetgeving te realiseren
§ Vorm van protest, vreedzaam, aanvaarden gevolgen niet-naleving
- We volgen de regels zonder erover na te denken
regels opleggen en afdwingen d.m.v. machtsuitoefening
MACHT VS GEZAG
a. Robert Dahl:
• Macht = actor A heeft de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat actor B een handeling verricht die B anders niet
zou verrichten (bv. betalen belastingen)
« handeling B is niet noodzakelijk in overeenstemming met wat A wil (onbedoelde effecten)
b. Max Weber:
• Macht = de mogelijkheid van actor A om zijn wil op te leggen aan anderen, ook tegen eventuele weerstand in
• Gezag = legitiem aanvaarde machtsuitoefening
§ Traditioneel gezag: traditie en gewoonte (bv. koning)
§ Charismatisch gezag: persoonlijke elementen (bv. Bart De Wever)
§ Rationeel-legalistisch gezag: uit respect voor de regels
“LEGITIMITEIT”: BRONNEN/TYPES VAN LEGITIMITEIT – SCHAPF & SCHMIDT
a. Input-legitimiteit:
• Legitimiteit komt voort uit het feit dat we onze meningen als burgers kunnen laten hiren
• Bv. verkiezingen, participatie
b. Throughput-legitimiteit:
• Hoe komt de beslissing tot stand? Is er een voldoende afweging gemaakt tussen verschillende belangen?
Worden er goede argumenten geformuleerd?
c. Output-legitimiteit:
• Zorgt beleid ervoor dat er efficiënte en effectieve oplossingen komen voor de maatschappelijke problemen?
1
,MACHT OMDENKEN
a. 3 faces of power – Steven Lukes:
1. Power of decision-making (beslissen & bevelen)
• Naakte vorm machtsuitoefening, zichtbaar
• Sancties en dwangmiddelen
• Vb. maximumsnelheid
2. Non-decision-making power (agenda-setting) – Bachrach & Baratz
• Prioriteit van thema’s op de politieke agenda (≠ richting beleid)
• Positief: aandacht genereren, zichtbaar
• Negatief: verhinderen bepaalde thema’s, onzichtbaar
• Vb. reguleren luchtverontreininging vs. werkgelegenheid
3. Ideological power (ideologische hegemonie)
• Bepalen wat er gedacht wordt, bestaande orde niet ter discussie, onzichtbaar
• Cultureel kader
• Vb. kapitalistische marktorde
b. Amartya Sen:
• Ongelijkheid = macht (onderdrukking) waardoor mensen niet al hun mogelijheden ontwikkelen DUS geen ‘echte’
vrijheid kennen
MACHT METEN – MISSION IMPOSSIBLE?
- Veel onzichtbare machtsuitoefening
- Macht zit in een machtsstrijd tussen actoren
• Causaliteit van macht vaststellen is bijzonder lastig
• Macht van één actor isoleren is problematisch
- Macht vaak alleen maar negatief (veto players)
MACHT VAN DE STAAT?
- Staat concentreert veel macht
- Natiestaat is langzaam gegroeid doorheen de tijd
• Steeds grotere concentratie van machtsmiddelen ten koste van concurrenten (bv. adel, kerk, …)
• Verwerven legitimiteit (aanvaard)
• Depersonalisatie van gezag (= rationeel-legalistisch)
• Homogenisering: zelfde regels op geheel grondgebied
= natiestaat want bevolking, taal en cultuur vallen onder één staat
- Er valt niet aan staatsmacht te ontkomen
Staat = “human community that successfully claims the monopoly of the legitimate use of physical force within a given territory”
(Weber)
- Monopolie op legitiem geweld = alleen staat mag regels met geweld afdwingen; geen privétaak (zie: bindende regels)
bv. wettelijke zelfverdediging
« privatisering van de ordehandhaving (bv. gated communities, winkelcentra, festivals)
« staatsgeweld moet proportioneel zijn
« alleen geweld dat nodig is voor doel (bv. foltering)
Art. 33 Gw. – “Alle machten gaan uit van de natie. Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald.”
Grondwet = eerste en belangrijkste ‘regel’ van land
1. Zegt hoe (andere) regels gemaakt moeten worden (en dus hoe regels kunnen wijzigen)
§ Bevat de basisregels van het functioneren van politiek systeel
§ Bv. pariteit van de regering, bevoegdheidsverdeling
2. Bevat grondrechten- en vrijheden van burgers
§ Bescherming van burgers tegen almachtige staat
§ Voorwaarde voor vrije verkiezigen en democratie
§ Bv. vrijheid van meningsuiting, vereniging, pers, godsdienst
3. Recenter: socio-economische rechten
§ Deze rechten zijn niet individueel afdwingbaar
§ Intentieverklaring, ‘voorwerp van zorg’
§ Bv. onderwijs, arbeid, gezonde leefomgeving
2
, AFDELING 3: POLITIEKE WETENSCHAPPEN
– NIET BESPROKEN IN DE LES, ZELFSTUDIE
HOOFDSTUK 2: BREUKLIJNEN EN IDEOLOGIEËN
AFDELING 1: BREUKLIJNEN
POLITIEK = CONFLICT
- Steeds onenigheid over regels van de samenleving
- Conflicten zijn niet toevallig: patroon
à tegenstellingen of conflicten vloeien voort uit breuklijnen waar er politieke aardbevingen plaatsvinden
à patroon omdat dezelfde breuklijnen in verschillende landen voorkomen
WAT ZIJN BREUKLIJNEN? – LIPSET & ROKKAN
- Elementen van definitie ‘breuklijn’:
1. Diepe, duurzame, politieke tegenstellingen die de maatschappij verdelen (historisch gegroeid)
2. Steeds dezelfde groepen komen tegenover elkaar te staan
3. Groepen zijn georganiseerd – tegenstellingen zijn verhard en uitgekristaliseerd
4. Tegenstelling of breuklijn is geïnstitutioneliseerd in partijen en organisaties (electorate and corporate channel)
5. (Specifieke subcultuur die zich ontwikkelt)
- Historische wortels breuklijnen – ‘Cleavage theory’:
• NATIE- EN STAATSVORMING ZORGT VOOR HET ONTSTAAN VAN BREUKLIJNEN
§ Staat gaat steeds meer macht concentreren tov en ten koste van zijn concurenten de adel en de kerk
die op dat moment nog veel machtsmiddelen bezaten (zoals rijkdom, expertise, land, …)
§ Staat gaat proberen het grondgebied te homogeniseren
1. Territoriale eenmaking: uitschakelen lokale elites
à conflict centrum – periferie: aanvaarding centraal gezag « autonomie en regionale identiteit
• Bv. Beieren (DE), Schotland & Noord-Ierland (VK), Catalonië (ES), Vlaanderen & Wallonië (BE)
2. Revolutie: scheiding tussen kerk en staat
à levensbeschouwelijk conflict: neutraliteit van politieke besluitvoerming en dienstverlening, etischt
kwesties, protocollen
• Bv. onderwijs, euthanasie, “God bless America”, “God save the King”
• INDUSTRIËLE REVOLUTIE ZORGT VOOR HET ONTSTAAN VAN BREUKLIJNEN
3. Grootschalige massaproductie: landbouw en kleine ambachten à industrie
à conflict arbeid – kapitaal: staatsintervertie ter bescherming tegen ongelijkheid, tegen uitbuiting van
werkgevers (industriëlen) « vrijheid van ondernemen
à ontstaan links vs. rechts
4. Urbanisatie: grote demografische verschuivingen omwille van veranderingen in werkgelegenheid
à conflict stad – platteland
• Bv. boeren & jagers vs. kosmopolieten
BEVROZEN BREUKLIJNEN?
= freezing hypothesis of persistentiestelling
à Stabilisatie maakt dat het zou gaan om een breuklijn, want dat maakt dat het duurzaam is, dat ze steeds opnieuw naar boven komen
- Invoering algemeen stemrecht = moment van bevriezen (ca. jaren 20)
à politieke markt definitief verdeeld, tegenstellingen worden geïnstitutionaliseerd in partijpolitiek
- Breuklijnen blijven stabiel: zichzelf gaan overleven en zichzelf in stand houden
• Conflict à kristaliseert zich in breuklijn à conflict
• Rol partijen: vertalen conflicten telkens opnieuw in breuklijnen
• Bewijs: stabiliteit in partijlandschap + trouw van kiezers (voter alignment)
IS DE SOCIO-ECONOMISCHE LINKS-RECHTS TWEEDELING NOG WEL RELEVANT?
à onderzoek Gingrich & Häusermann (2015)
- Postindustriële samenleving
à ontstaan van nieuwe middenklasse terwijl arbeidersklasse aan belang inboet
à verschuiving van ‘wie’ er deel uitmaakt van de ‘georganiseerde groepen’ die tegenover elkaar staan in politiek
geïnstitutionaliseerd conflict
3
, UNIVERSELE BREUKLIJNEN?
à onderzoek Lijphart (1984)
- Komen dezelfde breuklijnen voor in verschillende landen?
- Resultaten vergelijkend onderzoek ik 21 landen:
• Sociaal – economisch: 21/21
• Levensverschouwelijk: 12/21 (bv. Nederland – Bible belt [conservatieve protestante groep Nederlanders])
• Communautair: 4/21 (bv. Spanje – Catalonië)
- Cleavage theory is ontwikkeld binnen West-Europese context !!
• Wat met VS?
• Wat met Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen?
NIEUWE BREUKLIJNEN?
- Oude breuklijnen minder acuut en relevant – andere behoeften, waarden en normen van jongere generaties à andere
tegenstellingen
a. Waarde- en normenverschuiving – Inglehart
• Evolutie van materialisme naar postmaterialisme (prioriteiten verschuiven weg van arbeid-kapitaal)
• Vb. vrede, milieubescherming, genderidentiteit
à maar waar zit de tegenstelling? – Ignazi & Norris
§ Tegenreactie tegen postmaterialisme en -modernisme
§ Omwille van erosie traditionele sociale netwerken, invraagstelling van conventionele morele
principes, teloorgang van culturele homogeniteit
§ Vb. veiligheid, migratie, etisch-levensbeschouwelijk conservatief
b. Globalisering – Kriesi
• Grenzen tussen natiestaten vervagen
§ Economisch: vrij handelsverdragen/zones
§ Cultureel: traditionele massamedia, sociale media
§ Sociaal: migratiestromen
§ Politiek: EU, internationale organisaties
• Waar zit dan de tegenstelling?
§ Globalisering creëert winnaars en verliezers
à teloorgang van culturele homogeniteit, economische achterblijvers
- Sociaal-culturele breuklijn: links-libertair « rechts-autoritair
o OF Green Alternative Libertarian (GAL) « Traditional Authoritarian Nationalist (TAN)
o OF progressief « conservatief
à ‘silent revolution’ of klassiek patroon van oudere versus jongere generaties?
o Bewijs breuklijn: opkomst Groene en linkse/rechts-radicale, populistische partijen
o Tegenbewijs: duurzame machtspartijen? Stabiele achterban?
BELGIË ZWITSERLAND
Tegenbewijs Bewijs
Gaat niet om een structureel, Duurzaam, structureel conflict met
geïnstitutioneliseerd conflict georganiseerde groepen die er ook electoraal
succes uit halen
Succes van de groene en de radicaal-rechtse Radicaal-rechtse en groene partijen halen
partijen is niet super groot en dat we zien lange enorme stempercentages halen en dat de
tijd dat de traditionele partijen een heel stabiel andere traditionele partijen gericht op de
kiezerspubliek blijven aantrekken andere traditionele breuklijnen aan succes
Wel verschuiving van sociaal-economische en de moeten inboeten
levensbeschouwelijke breuklijn naar het
prominentere gegeven van de communautaire
breuklijn met de NVA als grote parij die dat
conflict aangewakkerd heeft en er zich op
gepositioneerd heeft
CROSS-CUTTING & REINFORCING CLEAVAGES
- Doorkruisende breuklijnen = matigen conflicten
- Samenvallende breuklijnen = grote conflicten
o bv. koningskwestie in België: samenvallen breuklijn centrum-periferie en de levensbeschouwelijke breuklijn
(Waalse vrijzinnige arbeiders vs. Vlaamse katholieke landbouwers)
4