Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
All In Samenvatting - Business Basics €6,49   Ajouter au panier

Resume

All In Samenvatting - Business Basics

 38 vues  3 fois vendu

Mijn samenvatting heb ik vanaf 0 gemaakt aan de hand van alle Powerpoints die gedeeld werden. Alle dia's heb ik in mijn samenvatting uitgebreid vermeld + voorbeelden, om het beter voor te stellen/ begrijpen. Het bevat ook foto's van grafieken etc.

Aperçu 4 sur 49  pages

  • 9 août 2023
  • 49
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (14)
avatar-seller
liendejonck
Business Basics
Micro-economie
1. Inleiding
1.1. Doel van de economische wetenschap
 Aan alle menselijk handelen zit een economisch aspect: KEUZES MAKEN →
Elementen keuze:
 Deze keuzes bestaan uit;
1. Behoeften
= aanvoelen van een tekort
=> streven om dit tekort te bevredigen (bv: ik heb honger.)
→ 3 soorten behoeften:
- Primaire= levensnoodzakelijke behoeften
▪ bv. Basisvoeding, kleding, water,..
- Materiële/ Immateriële behoeften
▪ bv. Materiële = Nieuwe playstation, Wii,...
▪ bv. Immateriële = bioscoopbezoek,
kuishulp,...
- Collectieve (gemeenschappelijke)/ individuele behoeften
▪ Is een persoonlijke behoefte, kan bevredigd
worden door zichzelf
▪ bv. Onderwijs, wegen,... // Ontspanning, Kledij,..

2. Schaarse middelen
Consument beschikt over beperkt aantal middelen om behoeften te
bevredigen.
(bv: te weinig inkomen om al zijn behoeftes te bevredigen.)
→ Middelen zijn dus schaars!

3. Keuzeprobleem
- Verplicht kiezen
- Doordat we een oneindig aantal behoeften hebben maar
slechts een beperkt aantal middelen ontstaat er een
keuzeprobleem.
- Economisch principe = de mens wil een maximale
behoeftebevrediging volgens zijn beschikbare middelen
→ Consument handelt rationeel en zorgt ervoor dat deze
een maximale behoeftebevrediging bereikt mijn zijn
beschikbare middelen.
Economie= de studie van het menselijk streven naar bevrediging van
behoeften met behulp van schaarse middelen.


1.2. Soorten goederen
Economische goederen (schaarse middelen)
- Consumptiegoederen (bevredigen onmiddellijk behoeften van mensen)
o Verbruiksgoederen
→ Zaken die je verbruikt, bv. Eten,
Drinken, Benzine, batterijen,...
o Gebruiksgoederen
Pagina 1 van 49

, → Zaken die je gebruikt voor een lange tijd bv. Auto, Kledij, Zwembad,...

- Investeringsgoederen (dienen om andere goederen te produceren)
→ Zaken waar bedrijven hun geld in steken, om er winst uit te halen
- Vlottende investeringsgoederen (zelfde als verbruiksgoederen)
bv. Bouwbedrijf = Bakstenen, mortel, beton,...
- Kapitaalgoederen (zelfde als gebruiksgoederen)
bv. Bouwbedrijf = Vrachtwagens, Computers,...

 Gebruik bepaalt verschil tss consumptie-en investeringsgoederen:
Auto in bedrijf = kapitaalgoed
Auto particulier = gebruiksgoed


1.3. Consumptie en productie
- Consumptie (consumeren => uitgeven)
o = gebruik van economische goederen voor niet-productieve doeleinden,
gaat gepaard met besteding van het inkomen.

- Productie (produceren => verdienen)
o = Scheppen van economische goederen of toevoegen van waarden aan
economische goederen, het gaat gepaard met verwerven van inkomen.
▪ Gaat gepaard met arbeid, natuur en kapitaal


1.4. “Ceteris Paribus” - Clausule
Ceteris Paribus
= “Wanneer het overige gelijk blijft” (er is altijd maar 1 iets dat wijzigt: de prijs)
 Bv. Loon, exclusiviteit van het goed, features,...) bv. “Een prijsstijging van goed X
zal, ceteris paribus, resulteren in een daling van de vraag naar dat goed”
 Als alles hetzelfde blijft van dat goed en enkel de prijs stijgt zal de vraag naar dat
goed dalen.

1.5. Micro - Meso -en Macro economie
- Micro-economie
o = bestuderen van gedrag van een individuele (gezins- of bedrijfs-)
huishouding
o Heel specifiek, gaat over 1 bedrijf of 1 gezin/ familie
o bv. Studio 100 is failliet, Colruyt maakt appels duurder, ...
- Meso-economie
o = bestuderen van gedrag van groepen van huishoudingen
o Bv. Autosector, Belgische supermarkten
- Macro-economie
o = bestuderen van gedrag van alle bedrijven, alle gezinnen, alle
overheidshuishoudingen. Economische grootheden van een land (of
groter) worden opgeteld.
o Bv. Belgische economie gaat erop achteruit, de wereldeconomie
stijgt,...




Pagina 2 van 49

,Voorbeeld:
Brantano is failliet Micro

Vier Vlaamse havens gaan samen in zee Meso

Eurocrisis doet minder eten Macro

Belgische economie veert op Macro

BNP Paribas verhoogt de rente voor hypotheciare Micro
leningen

ECB verhoogt de rente Macro




2. Consumenten
Willen de prijs zo laag mogelijk houden.


2.1. De optimale goederen combinaties (preferenties)
De optimale keuze van goederen en diensten wordt beïnvloed door:
- Economische factoren (prijzen & beschikbaar inkomen/budget)
- Niet-economische factoren (voorkeuren, preferenties)
Niet- economische factoren of preferenties zijn subjectief (afhankelijk van persoon tot
persoon)
Zaken die een invloed hebben op onze niet-economische factoren:
- Sociologische factoren
bv. Gezinssituatie, sociale klasse, religie, woonplaats,...
→ Religie: Moslims gaan varkensvlees meiden
- Psychologische factoren
bv. Persoonlijkheid, levensstijl, attitude,...
° preferenties kunnen veranderen in de tijd
° voor de economie zijn preferenties een gegeven:
° een economist probeert niet om preferenties van mensen te verklaren of te
veranderen


2.2. Prijsvraagcurve
° Relatie tussen de hoeveelheid van de vraag en de prijs van één goed.
° Alle andere factoren (preferenties, inkomen en prijzen andere goederen)
zijn constant  bekende ceteris paribus voorwaarde.


2.2.1. Individuele prijsvraagcurve
° geeft de hoeveelheid weer die een consument bereid is te kopen tegen een
reeks van prijzen. Elke prijs geeft dus een bepaalde gevraagde hoeveelheid aan. Met
elke prijs correspondeert een bepaalde gevraagde
hoeveelheid.


⇒ Deze curve heeft een dalend verloop.

Pagina 3 van 49

, → Als de prijs van een goed daalt, stijgt de vraag hiernaar.
→ Negatief verband tussen de prijs en de gevraagde
hoeveelheid. Qv ↑ als P↓ EN Qv↓ als P↑

→ Verschuiving (of beweging) langs de vraagcurve (bij prijswijziging, ceteris paribus)
→ Prijswijziging bij het goed zelf, je blijft dus op de curve.

→ Verschuiving (of beweging) van de prijsvraagcurve (bij verandering van het
inkomen,...)
→ Toenemend inkomen (consument is bereid meer te kopen aan gelijke prijs)
→ Prijs vraagcurve verschuift naar rechts
→ Gestegen vraag
→ Daling inkomen (consument zal minder kopen aan gelijke prijs)
→ Prijs vraagcurve verschuift naar links
→ Gedaalde vraag


2.2.2. Collectieve prijsvraagcurve/ Marktvraagcurve
→ De totale hoeveelheid die alle consumenten in de markt vragen tegen een reeks van
prijzen.
→ Factoren die collectieve vraag mee bepalen: (NIET VEEL TIJD IN STEKEN)
- Inkomen
- Inkomensverdeling
- Preferenties van de consumenten
- Het vermogen
- De prijzen van andere goederen
- …

Preferenties van consumenten =
 nieuwe producten (zoals Ipad)
 en reclame (toenemend milieubewustzijn speelt een rol)
 invloed uit op de preferenties van de consumenten

 Grootte vd bevolking
 en de samenstelling vd bevolking
 invloed op de vraag naar producten
 Bv: een oudere bevolking heeft bv andere behoeften naar een jongere bevolking
(vraag naar bejaardenzorg stijgt, vraag naar onderwijs neemt af)

Het inkomen =
 hangt samen met de economische conjunctuur
 laagconjunctuur  inkomen vd bevolking lager dan hoogconjunctuur
Conjunctuur gaat over perioden van economische groei.
 In perioden van hoogconjunctuur:
o sprake van een groei van het BBP
o ligt de groeivoet voortdurend hoger dan de trend, terwijl in een laagconjunctuur
de groeivoet voortdurend lager ligt dan de trend.
 Momenteel zitten we in een (herstel) periode van kleine economische groei, met
een lage inflatie.

Inkomensverdeling =
 mensen met een hoog inkomen  kopen andere goederen en diensten dan
mensen met een laag inkomen.

Pagina 4 van 49

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liendejonck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter