CanMeds als zorgverlener - patiënt opvolgen
1. inleiding
⟹ streefwaarden van HbA1C is afhankelijk van verschillende parameters:
Leeftijd <40 jaar 40-70 jaar >70 jaar
Complicaties of - + - + - +
diabetesduur >10
jaar
HbA1C (%) <6 <6, <6,5 <6,5-7 <7 <7-8
5
2. leefstijl
- Gezonde voeding (voedingsdriehoek)
o Aandacht voor lipiden
- Beweging
- Gewicht
o BMI, buikomtrek
- Rookstop
- Aandacht voor bloeddruk
- Rust en regelmatig leven
3. orale antidiabetica (OAD)
⟹ in totaal zijn er 4 groepen orale antidiabetica
1. Biguaniden – sensitizers: medicatie die ervoor zorgt dat
insuline beter kan werken of medicatie die de
gevoeligheid voor insuline verbetert
2. Sulfonylurea – secretagoog: medicatie die de vrijstelling
van insuline uit de alvleesklier bevordert
3. Gliptines: medicatie die inwerkt op de incretines,
hormonen die de darmen na de maaltijd afscheiden
4. SGLT2-inhibitoren – secretagoog: medicatie die inwerkt
t.h.v. de nieren zodat de heropname van overtollig suiker
wordt verminderd (verminderde reabsorptie)
3.1 groep 1
⟹ insuline resistentie dalen
- Lichaamscellen gevoeliger maken voor de nog aanwezige
insuline
- Remt glucose vrijstelling uit de lever
- Geen kans op een hypo
- Inname tijdens of na de maaltijd
- Opletten voor gastro-intestinale klachten bij opstart = educatie
- Stop 48u voor ingreep of onderzoek met contrast
- Bv. Metformine, glucophage, metformax
3.2 groep 2
⟹ de insulineproductie verhogen (Sulfonylurea)
- Medicatie die de vrijstelling van insuline uit de alvleesklier bevordert
1
, - Inname 15-20min voor de maaltijd voor kortwerkenden, langwerkende onafhankelijk
van de maaltijd
- Wel kans op hypo (opletten bij langwerkende preparaten)
- Bv. Unidiamicron, glurenorm, daonil, glibinese, amarylle, gliclazide, glimepiride
3.3 groep 3: lichaamseigen darmhormones (DPP4 remmers)
- laten de glycemie dalen, geen kans op hypo
- geen effect op gewicht
- educatie bij opstart (gastro-intestinale klachten)
- remt de afbraak van de eigen darmhormonen af
3.4 groep 4: verminderde reabsorptie
- natrium-glucose co-transporters is
verantwoordelijk voor de
absorptie/reabsorptie van glucose
- Alsook sodium-glocuse co-transporter 2 (SGLT2) is verantwoordelijk voor de
reabsorptie
- De glucose reabsorptie bij een niet DM persoon (plasma glucose <180mg/dl)
- De glucose reabsorptie bij een persoon met DM type 2 (plasma glucose is >180 en
<240mg/dl)
- Bijwerkingen:
o Genitale schimmelinfectie, kleiner effect op lagere urineweginfecties
o Bijwerkingen t.g.v. osmotische diurese
Polyurie, dehydratatie, hypotensie
Zeldzaam, voorzichtigheid bij ouderen, diuretica, bijkomende ziekte,
fragile patiënten
Vooral in begin van de behandeling
- Lage incidentie van een hypo
o Hogere incidentie in combinatie met SU/insuline
⟹ overwegen de dosis te verlagen van SU/insuline
3.5 verpleegkundige aandachtspunten
- Stipte inname op juiste tijdstip
- Onderscheid tussen medicaties die hypo’s veroorzaken of niet
o Indien ja: geen maaltijd overslagen (novonorm, Unidiamicron, daonil,
amarylle, gliclazide)
o Steeds koolhydraten in de buurt
o Meten is weten
- Sla nooit een maaltijd over
- Bij ziekte en niet eten: contacteer huisarts
- Bij twijfel, neem geen extra pilletje
- Indien nuchter: medicatie niet innemen, contacteer huisarts, bij twijfel, neem geen
extra pilletje
- Bij geplande opname of onderzoek met contraststof, stop metformine dag voordien:
neem contact op met de huisarts, herstart 24u na onderzoek of ingreep
2