Volledige samenvatting van Psychodiagnostische Methoden (deel Observatie) in het tweede jaar Toegepaste Psychologie te VIVES Kortrijk.
- Behaalde score hiermee is 13/20
- Zie ook andere onderdelen voor dit examen!
Psychodiagnostische
methoden (Observeren en rapporteren)
1.Een observatie plannen: www…. En meer
1.1. Van start met een observatieplan
Het observatieplan opstellen!
- Systematisch observeren helpt je om het einddoel in het oog te houden.
- Vooraf vastleggen van je observatiefocus en -werkwijze zorgt ervoor dat je je volop kan
toespitsen op het eigenlijke observeren.
- Concrete observatiestart bevat een reeks vragen die je eigenlijk bijna tegelijk moet
beantwoorden.
STAP 1 Waarom wil ik observeren?
STAP 2 Wie en wat wil ik observeren?
STAP 3 Hoe ga ik observeren?
Werkplan/checklist:
STAP 4 Wanneer en waar ga ik observeren?
WWW observeren
STAP 5 Welk cognitief-emotionele en praktische
uitdagingen?
STAP 6a Hoe selecteer ik het gedrag? Tijd- of
gedragsampling? Werkplan/checklist:
STAP 6b Hoe selecteer ik de personen? Focus- of HOE observeren
scansampling?
1.2. De observatiestart concreet: waarom, wie en wat,
wanneer en hoe observeren?
De www/h-vragen maak je nu concreet om consistent en geldig te observeren.
- Nadenken over welke soort vraag je observatie gaat en zo ook welk soort antwoord je zoekt.
- Nadenken over de rapportage van je observatie.
- Bepalen welke vakkennis dit alles van je vraagt.
o Afleiden wie of wat, wanneer en hoe je concreet gaat observeren.
1.2.1. Welke soort observatievraag wil ik beantwoorden?
In de eerste stap van het observatieplan vraag je allereerst: ‘Waarom wil ik observeren?’. Je moet je
observatiedoel en -vraag kennen om te weten hoe ze uit te werken. Hiertoe sta je stil bij de soort
observatievraag.
Verkennende observatie Je stelt een brede, open vraag over een onderwerp of situatie waar je
nog weinig zicht op hebt.
- Hiertoe meestal vrij (voor)observeren.
Beschrijvende observatie Je stelt de vraag naar wat de belangrijkste kenmerken zijn van een
gedrag, persoon of situatie.
- Reeds enige voorkennis.
, - Deze kenmerken meer in detail weergeven.
- Vraag al meer toegespitst op één of meer delen.
Vergelijkende observatie Je stelt de vraag naar samenhangen of verschillen tussen personen,
situaties, of in de tijd.
- Het gedrag van een persoon, of relaties of interacties volgen
in de tijd.
- Observeren om voorvallen/problemen te begrijpen of te
verklaren.
Toetsende observatie Je probeert een concrete verwachting te beantwoorden over een
gedrag, situatie, tijdsverloop, en over verbanden of verschillen
hiertussen.
- Als je al een specifieke hypothese hebt over de observatie-
uitkomst.
Toetsende observaties sluiten het nauwst aan bij oplossingsgericht handelen.
- Moeilijker te beantwoorden: observaties kunnen geen oorzaak-gevolgverbanden aantonen.
o Zo veel mogelijk alle eigenschappen registreren die het gedrag of de situatie mede
kunnen verklaren.
Om je observatie concreet te plannen, moet je ook weten welke vakkennis ze vereist. Vakkennis
dient om je observatievraag bekwaam te formuleren en te operationaliseren.
- Inhoudelijke vakkennis doe je tijdens je opleiding op.
- Raadpleeg op eigen initiatief ook relevante bronnen.
Samengevat: om je observatie praktisch te kunnen uitwerken moet je weten waartoe ze dient.
1.2.2. Wie en wat wil ik observeren?
In stap 2 van je observatieplan verduidelijk je: ‘Wie of wat wil ik observeren?’.
- Wie- en wat-vragen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
o Het gedrag dat je wilt observeren, kan je niet los zien van de persoon en omgekeerd.
- De keuze van wie of wat je observeert is helemaal afhankelijk van je observatiedoel.
- Vooruitdenken over hoe je het gedrag meetbaar maakt.
Samengevat: zodra je je observatiedoel scherp hebt, formuleer je specifieke vragen waarmee je de
observatie begint te operationaliseren. Eventueel door voorinformatie kan je verduidelijken wie en
wat je concreet wilt observeren. Samen met de situatiekenmerken bepaalt deze focus hoe je kiest te
observeren.
1.2.3. Hoe ga ik observeren (observatievorm)?
In deze fase moet je meteen de observatievorm kiezen.
- Vrij of systematisch observeren? Participeren?
Samengevat: niet-participerend systematisch observeren krijgt de voorkeur om zo consistent en
doelgericht mogelijk waar te nemen. Maar in het werkveld moet je vaak blijven deelnemen aan de
situatie.
- Hoe meer je participeert, hoe zorgvuldiger je de observatie moet voorbereiden.
, Een vooraf opgestelde observatieschaal helpt ook om je observatie degelijk te operationaliseren en
te registreren.
1.2.4. Wanneer en waar ga ik observeren?
Stap 4 maakt het observatieplan verder concreet met de vragen: ‘Wanneer en waar ga ik
observeren?’.
- Observatie is een selectie uit het gedragsuniversum.
o Je betreedt het gedragsuniversum meer als je meer of langer observeert.
Het observatie- of gedragsuniversum = de continue gedragsstroom die zich in de werkelijkheid
afspeelt.
Een gedragsample- of steekproef = de selectie van gedrag die je zelf observeert.
Sampling = het selecteren van gedrag uit het gedragsuniversum ter observatie.
Representatieve sample = een steekproef van waarnemingen die het doelgedrag weergeeft hoe
het werkelijk is.
Het heeft weinig zin om veel gedrag te observeren dat niet relevant is voor jouw vraag, of lange tijd
te observeren zonder dat het doelgedrag zich manifesteert.
In deze stap van het observatieplan bewaak je dus de validiteit van je waarnemingen door het
moment, de duur en de plaats ervan met zorg te begrenzen.
De observatiesessie = de periode uit het observatie-universum wanneer je het doelgedrag gericht
waarneemt.
De observatiesetting = de plaats waar je observeert.
Samengevat: de observatiesessie en -setting bepalen de kwaliteit van je observatie. Kies het
moment, de duur en de plaats van je observatie vanuit je vakkennis en de praktische kenmerken van
de situatie.
1.2.5. Cognitief-emotionele en praktische uitdagingen
Nu kun je de kwaliteit van je observatieplan voorbereidend evalueren. In stap 5 werk je vooraf denk-
en voelfouten weg en stel je de praktische haalbaarheid van je observatie bij.
- Uit je observatieplan leid je af welke cognitief-emotionele foutenbronnen met je keuzes
samengaan.
Biased viewpoint-effect Zoek extra informatie; onderken blinde vlekken
Cognitief-emotionele betrokkenheid Checklist ‘Observator in FACE-perspectief’.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur febevanderbeken. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.