Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting cytologie/histologie revaki €9,79   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting cytologie/histologie revaki

2 revues
 268 vues  8 fois vendu

Samenvatting van studieboek cytologie en histologie, 1e bachelor revaki (Prof. Dr. P. Calders). Volledig met voorbeelden en afbeeldingen, duidelijk omschreven. Zelf geschreven en gebruikt (en geslaagd)!

Aperçu 5 sur 67  pages

  • 12 août 2023
  • 67
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (58)

2  revues

review-writer-avatar

Par: lisamichiels1 • 11 mois de cela

review-writer-avatar

Par: vhnathalie • 1 année de cela

avatar-seller
emch
CYTOLOGIE
INLEIDING

CELAFMETINGEN

• Meestal microscopisch klein (uitzondering: eieren)
• Celgrootte = afhankelijk
→ Verhouding oppervlakte/volume = diffusiemogelijkheid
→ Controle van kern: hoe lager metabolisme (minder actief), hoe groter cel
• Celvolume = onafhankelijk van grootte organisme

CELVORM

• Wisselend: vrije cellen (behalve zaadcel)
→ Leucocyten (= witte bloedcellen), macrofagen
• Constant: algemeen vaste cellen en zaadcel (vrije cel)
→ Epitheelcellen

CELBOUW

1. Celmembraan
2. Cytoplasma met organellen
3. Nucleus


CELMEMBRAAN

STRUCTUUR

Georiënteerde lipiden

• Dubbele laag fosfolipiden
→ Fosfaatgroep: polair-hydrofiel (naar buitenkant)
→ Vetzuurketens: apolair-hydrofoob (naar binnenkant)

Mogelijke examenvraag: bespreek fosfatidylcholine

• Wat? fosfolipide in membraan
• Bestaat uit? Hydrofiele glycerol + 2 hydrofobe vetzuurketens + fosfaatgroep
• Vetmetabolisme? GER, Golgi-apparaat => nevenproduct: zuurstofradicalen
(geneutraliseerd door peroxisomen)

Globulaire eiwitten

• Mozaïekpatroon
→ Integrale eiwitten: overspannen membraan
→ Perifere eiwitten: enkel aan binnen-/buitenzijde
• Bevatten ook polair en apolair gedeelte
• Functies
→ Bouwelement
→ Transportproteïnen = carriers = permeasen
→ Ionenkanalen: passief transporteren van ionen

1

, → Pompen: actief transporteren van ionen
→ Receptoren: verbinden aan neurotransmitters, hormonen, geneesmiddelen…
=> fysiologisch effect
→ Enzymen

Glycocalyx

• Dunne filamenteuse laag langs buitenzijde
• > vertakte filamenten die vastzitten op globulaire eiwitten
→ Glycoproteïnen (koolhydraat op eiwit)
→ Glycolipiden (koolhydraat op vet)
• Functies
→ Bescherming tegen fysische/chemische invloeden
→ Transmembranair transport (pino-/fagocytose)
→ Celadhesie: vastbinden aan oppervlak
→ Contactinhibitie: gevaarlijke stoffen tegenhouden
→ Herkenning: oppervlakte-antigenen zitten in glycocalyx

SPECIALE VORMEN VAN DE CELMEMBRAAN

Extracellulaire ruimte: microvilli en cilia

Microvilli

• Uitstulpingen aan celoppervlak, gevuld met microtubuli
• Vergroot het contactoppervlak

Cilia (trilharen) en flagella (zweepstaarten)

• Gespecialiseerde, complexe structuren
• Gecoördineerde beweeglijkheid
→ Cilia: luchtwegen, eileiders
→ Flagella: spermatozoa
• Ingeplant op basaal lichaampje = kinetosoom
→ Perifere wand: cilinder met 9 tripletten microtubuli (cfr. centriool)
→ Distaal: cilinder dicht
→ Proximaal: open en wortels
• Dwarsdoorsnede
→ 9 groepen perifere fibrillen
▪ Dupletten microtubuli
− Subfibril A (> 13 uniteiten) met zijarmen tot naburig duplet
− Subfibril B (> 10-11 uniteiten, enkele gemeenschappelijk met A)
▪ Zijarmen > dyneïne = proteïne met ATP-ase-activiteit => afbreken van ATP1
=> energie komt vrij => powerstroke/zweepslag: sliding filament-hypothese
→ 2 centrale fibrillen = axonema
▪ Omgeven door speciaal gestructureerde mantel, door ‘spaken’ verbonden
met subfibrillen A
− Spaken = verteerbaar door trypsine


1
adenosinetrifosfaat

2

, Zonula occludens Lumen
2
Intercellulaire ruimte: celjuncties , junctionele complexen Mucuslaag

Apicale zijde
Zonula occludens (tight junction) Basolaterale zijde

• Gordelvormig rond cel
• Afsluiten van intercellulaire spleet tegen lumen
→ Mate van afsluiting afhankelijk van functie:
tight epithelen (bv. urineblaas)  leaky epithelen (bv. bijniertubuluscellen)
• > puntvormige contacten tss. celmembranen (verbinding door eiwitcomplex)
• Grote plasticiteit

Zonula adhaerens (intermediate junction)

• Gordelvormig rond cel
• Membranen strikt parallel: intercellulaire spleet gevuld met
filamenteus materiaal
• Cytoplasmatische zijde: dikke laag ineengevlochten
microfilamenten = actine
• Functie: intercellulaire transmissie van spanningen
(overbrengen van reproduceerbare contracties en relaxaties
van samenhangend weefsel)
• Spiercellen van myocard (hartspierweefsel) = aaneengehecht
met fasciae adhaerentes: vlakken i.p.v. gordels

Macula adhaerens = desmosoom

• Schijfvormige membraanzone
• Analoge structuur aan zonula adhaerens
→ Parallelle membranen, intercellulaire spleet met filamenteus materiaal van
glycoproteïnen: vormt dense schijf
• Elektronendense plaat tegen cytoplasmatisch blad: hierin lopen microfilamenten met
haarspeldbocht (niet-contractiele tonofilamenten)

Hemidesmosomen

• = halve desmosomen aan basale zijde van epitheelcellen
• Functies
→ Hechting aan onderliggend lamina basalis
→ Verdeling van mechanische druk over groot oppervlak (passief)

Nexus (gap junction)

• Hydrofiele kanaaltjes dat cytoplasma van beide cellen verbindt
→ Corresponderende partikels verbinden ‘legogewijs’
• Functie: intercellulaire communicatie
→ Uitwisseling van micromoleculen => elektrische weerstand




2
Verbinding tss. cellen, het hoogst ontwikkeld bij epitheelcellen

3

,TRANSPORT DOOR DE CELMEMBRAAN

Diffusie

• Passief transport
• Gebeurt volgens concentratiegradiënt/elektrische gradiënt
→ Hoge concentratie → lage concentratie
• Permeabiliteit = doorlaatbaarheid, afhankelijk van
→ Grootte
→ Lading
→ Vetoplosbaarheid

De rol van transporteiwitten

• Niet-/weinig permeabele stoffen door celmembraan transporteren
→ Permeasesubstraatcomplex vormen
→ Conformatieverandering
→ Substraat verschuift naar binnen
• Types transport
→ Type I: gefaciliteerd transport
▪ Diffusie: passief transport => geen extra energie nodig
▪ Vergemakkelijken van penetratie van membraan
→ Type II: actief transport
▪ Tegen concentratiegradiënt in: lage concentratie → hoge concentratie
▪ Transporteiwitten = ATP-asen: afbreken van ATP voor energie
• Soorten transporteiwitten
→ Uniports: transport van 1 substantie
→ Symports: transport van meerdere substanties in zelfde richting
→ Anitports: transport van meerdere substanties in tegengestelde richting

Endocytose en exocytose: opname zonder membraanpenetratie

Endocytose

• Fagocytose: opnemen van grotere partikels
→ Cel vormt pseudopodia (uitsteeksels) rond partikel
→ Fagosoom = opgenomen vesikel
• Pinocytose: opnemen van vloeistoffen en kleinere partikels
→ Macropinocytose: zelfde mechanisme als fagocytose
→ Micropinocytose: vloeistofopname door miniscule invaginaties
→ Mechanismen
▪ Vloeibare-fase-pinocytose
− Niet-selectief
− Opname van opgeloste stof en oplosmiddel
− Vesikel = smooth concourted vesicle
▪ Absorptiepinocytose
− Selectief
− Coated vesicle: gecoat met fijne haartjes (eiwitten) en glycocalyx
− Aard en concentratie opgenomen materiaal = afhankelijk van aantal
en affiniteit

4

, Exocytose

• Omgekeerde van endocytose: blaasjesmembraan fuseert met celmembraan en springt open
• Hormonen, afvalproducten…

Osmose

• Voorwaarden
→ Semipermeabiliteit
→ Verschillende osmotische waarde (zuigkracht)
• H2O van lage concentratie → hoge concentratie
• Hypertoon
→ OWextracell. > OWintracell.: concentratie osmotisch actieve partikels groter buiten cel
→ Celmembraan is niet impermeabel voor water => water uit cel gezogen => cel krimpt
• Isotoon
→ OWextracell. = OWintracell.
→ Geen vormveranderingen
• Hypotoon
→ OWextracell. < OWintracell.: concentratie osmotisch actieve partikels groter binnen cel
→ Cel neemt water op => cel zwelt (en barst evt.)
▪ Hemolyse: het openbarsten van rode bloedcellen door intercellulaire druk

MEMBRAANPOTENTIAAL

Rustmembraanpotentiaal = Em = -70 mV (bij zenuwcel)

• Na+/K+-ATP-ase pompactiviteit: drijvende kracht
→ 3 Na+ van ICV3 naar ECV
actief transport
→ 2 K+ van ECV naar ICV
└ onevenwicht => potentiaalverschil: ICV - en ECV +
→ Pomp = elektrogeen: zorgt voor potentiaalverschil
• Lekkanalen: membraanpermeabiliteit voor ionen
→ Grotere permeabiliteit voor K+: verhouding lekkanalen K+/Na+ = 3:1
→ Meer K+ lekt naar buiten dan Na+ naar binnen => ICV wordt nog negatiever
• Verschil in samenstelling ECV  ICV
→ Negatieve ladingen aan binnenzijde membraan door doorlaatbaarheid stoffen

Actiepotentiaal

• Kortstondige voortgeleide omkering (van - naar +) van rustmembraanpotentiaal
• Spanningsafhankelijke kanalen = kanalen met poorten
→ Na+-kanaal: 2 poorten (snel en traag)4, K+- en Ca+-kanaal: 1 poort (K+: traag)
→ Rusttoestand
▪ Na+: snelle poort dicht, trage poort open
▪ K+: dicht
▪ Ca+: dicht



3
ICV = intracellulair vocht, ECV = extracellulair vocht
4
Snelle poort = activeringspoort, trage poort = inactiveringspoort

5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emch. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73918 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,79  8x  vendu
  • (2)
  Ajouter