Inleiding van het recht – Dirk Heylen
DEEL I ALGEMENE BEGINSELEN
1. Wat is recht?
1.1 RECHT EN RECHTSREGELS
Het recht = Het geheel van tijds- en plaatsgebonden rechtsregels die het uitwendig
gedrag van mensen regelt.
Een rechtsregel:
dwingend: gebods- of verbodsbepaling (moet of mag niet!)
Wordt door de politieke overheid opgelegd is en afdwingbaar
Ze zijn bindend -> ordenen/regelen de maatschappij
Tijds- en plaatsgebonden: het veranderd aan de noden die er zijn want omstandigheden
veranderen (bv. Online shoppen, elektrische steps, snelheidsregels, echtscheidingen vroeger
anders geregeld)
Bv. Beleeftijdsregel: je komt niet te laat in de les -> geen rechtsregel want is niet door de
overheid afdwingbaar
1.2 WAAROM IS ER RECHT?
Schaarste veroorzaakte mogelijke conflicten -> rechtsregels/recht zijn gemaakt om
conflicten te vermijden en op te lossen.
= waarborg voor een vreedzame en rechtvaardige samenleving, anders krijg je chaos
Spanningsveld tussen rechtszekerheid (je weet waar je aan toe bent, overal hetzelfde in
België bv. verkeersborden) en individuele vrijheid (wordt beperkt bv. je mag niet meer
overal doen wat je wil) -> tussen rechtsregels en eigen individuele overtuiging -> vooral
regels die met ethiek te maken hebben. Bv. euthanasie, abortus.
1.3 WAAR IS HET RECHT?
Overal! Er zijn overal regels die we constant moeten naleven. bv. Koopkracht ->
koffie/treinticket kopen of bv. Bruikleen -> sleutel uitlenen
Neemt toe want hoe complexer de maatschappij hoe meer recht er is.
Maar het wijzigt ook steeds -> er komen dingen bij maar er verdwijnen er ook -> recht moet
zich dus constant aanpassen aan de maatschappij
Geschreven recht loopt altijd een beetje achter op de maatschappij. (privacy op internet is
niet vastgelegd in de rechtsregels + ook overbodige regels zoals GASboetes)
Objectief recht: is het geheel van rechtsregels vastgelegd in wetten. -> (bv. Vanaf je
18 mag je je rijbewijs behalen, recht op onderwijs) + het geeft de mensen de kans om
van het subjectieve recht (mag met de auto rijden) gebruik te maken
Subjectief recht: is de verzamelnaam van de rechten van personen (natuurlijke
personen en rechtssubjecten).
Rechtssubject: is de verzamelnaam van de rechten van personen (natuurlijke
personen en rechtssubjecten). ,drager van wettelijke rechten en plichten (kan een
natuurlijke persoon(mens) of bv. een vennootschap zijn
Rechtsobject: voorwerp v/e concrete wettoepassing bv. auto kopen (autokoper:
rechtssubject, autoverkoper: rechtssubject, auto: rechtsobject)
Rechtsmisbruik: wanneer recht gebruikt wordt met de loutere bedoeling om te
schaden bv. arbeidersovereenkomst: werknemer wou van werkgever vanaf (werkgever
liet werknemer expres alleen zodat die het snel beu zou worden
, 2. Indeling van het recht
Volgens de inhoud
o Privaatrecht
Burgerlijk recht
Gerechtelijk recht
Arbeidsrecht
Handelsrecht
o Publiekrecht
Staatsrecht
Administratief recht
Fiscaal recht
Strafrecht
Volgens het territorium
o Nationaal - internationaal
Volgens de afdwingbaarheid (zie verder)
Bv. examenvraag: Mijn zus is na 10 jaar huwelijk nog altijd kinderloos en heeft besloten een
jongetje uit Afrika te adopteren. Welk recht is dit? Burgerlijk privaatrecht
2.1 VOLGENS DE INHOUD
3 . Regelt de relaties
tussen personen.
4 . Zowel fysieke als
rechtspersonen
( vennootschap, BVBA...)
5. Volgens de inhoud
6. Privaatrecht
7 . Regelt de relaties
tussen personen.
8 . Zowel fysieke als
rechtspersonen
( vennootschap, BVBA...)
Privaatrecht: Regelt dus de horizontale relaties tussen rechtspersonen (zowel fysieke als
rechtspersonen bv. vennootschap, BVBA…) en is onderverdeeld in rechtstakken.
, a) Burgerlijk recht (belangrijkste)
b) Gerechtelijk privaatrecht
c) Arbeidsrecht
d) Handelsrecht
a) Burgerlijk recht: harde kern van het privaatrecht
Afstamming: vroeger konden enkel kinderen uit een wettig huwelijk erven
Huwelijk: homohuwelijk aanvaard, vader en dochter mogen niet trouwen
Erfenissen: (nieuwe toekomstige wet) grootouders kunnen hun erfenis meteen
nalaten aan hun kleinkinderen i.p.v. kinderen
(Buiten)contractuele aansprakelijkheid: contractueel -> broodje kopen dan
moet je betalen en verkoper moet een degelijk broodje geven. Buitencontractueel -
> Je veroorzaakt een ongeval, je hebt geen contract met elkaar maar je bent wel
aansprakelijk voor het ongeval
Code Napoleon (1804):
Hij maakte een einde aan het gewoonterecht (elke stand en provincie had zijn eigen
rechtsregels) -> zorgde voor neutraal recht (overal dezelfde regels + elke Belg gelijk
voor de wet)
Maakte einde aan de standenmaatschappij -> standenmaatschappij wordt
burgermaatschappij -> Burgerlijk wetboek voldoet nu aan de noden en eisen van vrije
individuele burgers en niet meer aan standen.
“Ontstaan voor burgerij dus de 3e stand die economisch veel sterker stonden dan de
geestelijken en de adel.”
b) Het gerechtelijk privaatrecht = burgerlijk procesrecht
Geschillen tussen personen oplossen (burenruzie, ruzie bij erfenis)
Vaste regels voor opgesteld
Strikte procedure
Gerechtelijk Wetboek
c) Het arbeidsrecht (onderdeel v/h sociaal recht)
Regelt de verhoudingen tussen de werkgever en de werknemer
(arbeidsovereenkomst)
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) = een schriftelijke overeenkomst waarin
afspraken over arbeidsvoorwaarden staan. Bv. over loon, toeslagen, betaling van
overwerk, werktijden -> in bepaalde sectoren heeft men arbeidsovereenkomsten
voor heel de sector zodat over heel de sector dezelfde regels zijn en de werkgever
dit niet zelf kan aanpassen
Geen sociaal wetboek -> niet gebundeld in 1 pakket, alles staat door elkaar
d) Handelsrecht = ondernemingsrecht
Regelt de statuten van de handelaars (eenmanszaken en vennootschappen) en hun
commerciële activiteiten.
Wetboek van Koophandel= wetboek van ondernemingsrecht
Bevat ook consumentenbescherming
Sinds 2018
Publiekrecht: Omvat alle regels die betrekking hebben op de organisatie v/d staat
(overheid) en op de relaties tussen de staat (overheid) en de burgers + het is
opgedeeld in verschillende rechtstakken.
a) Staatsrecht
b) Administratief recht
c) Fiscaal recht
d) Sociaal zekerheidsrecht
e) Strafrecht
, a) Het staatsrecht/grondwettelijk of constitutioneel recht: basiswetgeving v/e land
(grondwet)
Regelt de inrichting van de staat = staatsstructuur
o Regelt de bevoegdheid van politieke en gerechtelijke instellingen (Wie is voor
wat bevoegd ?)
Omvat de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
o Politieke vrijheden (vrijheid van onderwijs, eredienst, mening...)
o Democratische rechten (stemrecht...)
o Sociaal-economische rechten (recht op sociale zekerheid -> bv. recht op
uitkering wanneer je niet in de mogelijkheid bent om uit arbeid een loon te
halen omdat je bv. invalide bent, ongewild werkloos)
b) Het administratief recht: rechtsregels die de besturen (administratie, overheid) moeten
respecteren bij het toepassen v/d wetgeving (=voorschriften tot behoorlijk bestuur).
m.a.w. alle rechtsregels waarmee de overheid rekening moet houden
Bv. bouwrecht (het volgen van rechtsregels wanneer er een bouwaanvraag komt),
vreemdelingenrecht, mediarecht, gasboetes .....
c) Het fiscaal recht = belastingrecht
Regels i.v.m. de bepaling, het innen en mogelijke betwistingen van belastingen
(heffingen waarmee de overheid haar uitgaven doet) bv. personenbelasting, BTW,
successierechten…
d) Het sociaal zekerheidsrecht: overheid regelt de zekerheid op sociaal rechtelijk vlak
Vergoeding van overheid voor sociale risico’s bv. ziekenfonds, pensioen,
werkloosheidsuitkering, kindergeld
e) Het strafrecht: bepaald dingen die strafbaar zijn en welke straffen toepasbaar zijn
Algemene principes
o Misdrijven = strafbare gedragingen, feiten
o Wanneer er geen wet is die een bepaalde straf oplegt -> kan je niet gestraft
worden
o Veranderd constant
o 3 categorieën (overtreding, wanbedrijf, misdaad) + 3 bevoegde
rechtbanken (Politierechtbank, Correctionele Rechtbank, Hof van Assisen)
Strafmaten
o Vrijheidsstraf (gevangenis)
o Geldboete (bedragen tabel x 20)
o Werkstraf
Er is zijn 3 gradaties in misdrijven:
Misdrijf Vrijheidsstraf Geldboete Werkstraf Rechtbank
Overtreding 1 tot 7 dagen 6 tot 150 euro 20 tot 45 u Politierechtbank
(verkeersovertreding,
nachtlawaai)
Wanbedrijf (serieuze max 5 jaar vanaf 156 euro 46 tot 300 u Correctionele
diefstal, aanranding,
onopzettelijke doding)
rechtbank
Misdaad (moord of min 5 jaar Vanaf 156 euro niet mogelijk Hof Van Assisen
moordpoging,
brandstichting, gijzeling)
Strafrecht is een kwestie van gradaties:
DOODSLAG IS NOG GEEN MOORD
Iemand veroorzaakt ongewild een verkeersongeval met gewonden:
onopzettelijke slagen en verwondingen, een wanbedrijf.
Iemand verwondt een ander tijdens een vechtpartij: opzettelijke slagen en
verwondingen, een wanbedrijf.