Rechtstaalbeheersing
LES 1: 15/02/2023
Rechtstaal is de vaktaal van de juristen.
De quotes die we zien moet je de visies daarvan kennen.
Communicatiemodel Roman: was een Russische taalkundige
Zender stuurt een boodschap naar een ontvanger en codeert het via een bepaalde manier. Een
kanaal bv een microfoon. Als je een vaktaal erop gaat toepassen bv de biologen. Dan is het
boodschap over planten en dieren, waarbij ze dezelfde psychische en fysieke context hebben.
Bij rechtstaal zit je wel met wat problemen, dan gaat het vooral over de zender. Code wordt meestal
geschreven bij de juristen, maar al de andere punten in het model zijn problematisch.
Biologen hebben het over biologie, maar waarover hebben juristen het?, er kan toch ook over dieren
worden gesproken in het recht. Bij een jurist moet je over alle domeinen spreken (economie, milieu,)
= zorgt voor een probleem. Het probleem ligt natuurlijk ook bij de ontvanger want die heeft niet
dezelfde kennis/ context (psychische en fysieke context = weten soms niet hoe een rechtszaak
werkt).
Dokters gebruiken ook soms moeilijke talen (vak context), een dokter mag dat eigenlijk ook niet
doen. Gebruik van de moeilijke termen. De dokter gebruikt bv voor keelontsteking een pilletje
waardoor je je snel beter wordt. Bij het recht is geen gereedschap, enkel je wetboek, een collectie
van teksten waarbij ze erover praten en discussiëren. Het recht wordt helemaal bepaald door taal.
Eigenlijk is recht een taal beroep want je kan maar als een jurist praten over de wetten in een
wetboek.
Citaten:
“Een rechtszaak is puur taal, juristen worden vergelijkt met Allibaba: juristen hebben dezelfde macht
met de taal. Net als een pastoor, als die zegt van “vanaf nu ben je gedoopt” dan ben je er vanaf dat
moment gedoopt. Doordat te zeggen ben je effectief gedoopt. Als de rechter zegt “gevangenis open”
dan is de gevangenis open. Taal werkt samen met de werkelijkheid. Taal is een fundamenteel
gereedschap.
Oorzaken van complexiteit:
1ste argument: “het is de schuld van de wet, staat zo in de wetgeving”, waardoor rechtstaal moeilijk
en onduidelijk is. Je kan de rechtstaal ook niet aanpassen. Heel vaak blijken dingen ook niet in de wet
staan en voorgeschreven in de wet.
2de argument: de wet wordt te ingewikkeld voor de algemene taal. Te moeilijk om voor een gewone
burger te volgen.
3de argument: invloed van het frans, we leven in een 2 talig land en ons rechtssysteem is gebaseerd
op frans teksten.
,4de argument: “wij zijn wel juristen, we horen zo te praten, is ons taalgebruik”. Het wet is zo verheven
dat je een bepaald taalregister nodig hebt. = is niet waar, je kunt even goed een kwalitatieve tekst
schrijven zonder die onnodige moeilijke woorden.
Recht op begrijpelijke taal:
Artikelen aanduiden!
Skoma-Lux arrest: Tsjechische man over importwijn waarbij de richtlijn niet in het Tsjechisch vertaald
was waardoor hij het niet kon weten. Europese hof Van de rechten van de mens heeft hem
uiteindelijk gelijk gegeven.
Les 22/02/2023: college 2
OORZAKEN VAN DE PROBLEMEN: (geschiedenis)
Klachten over de rechtstaal: van alle tijden…
Heel lang al klachten over de taalgebruik van juristen. Thomas Mores, belangrijk humanist en ook
een jurist. Is ook een belangrijk minister en raadgever geworden van Hendrick de VIII.
Bekend over zijn werk Utopia: beschrijft zijn ideale staat. In dat boek zegt die ook iets over de
juristen.
- “in mijn ideale wereld hebben we geen wetgeving nodig “.
- “beter mee ophouden”.
- “Juristen camoufleren alleen maar dingen”
- Iedereen in Utopia is een jurist (iedereen begrijpt de wetten want we maken ze zelf)
- Hij vond dat er teveel wetten waren en te moeilijk
- Vooral in England blijft de kritiek ---- Jonathan Swift
- Sir Francis Bacon (1615): hoof van de OM, belangrijke filosofische werken geschreven heeft.
Hij klaagt ook over de wetten en de taalgebruik.” Iedereeen moet in staat zijn de wetten te
bergijpen, anders hebben we een democratische probleem.”
- Jeremy Bentham (1748‐1832): Klaagt ook over onduidelijkheid van de wetgeving
- Uitgangspunt: vooral in de anglosacschische kritiek maar ook buiten.
- C. de Montesquieu, De l’esprit des lois, ‘Choses à observer dans la composition des lois’,
1748: wetgeving mag niet zo moeilijk zijn, maar moet de weergaven zijn van een gezond
verstand.
- Onze huidige tijd: In Nederland een commissie om de Nederlandse wetgeving te
vereenvoudigen (1916)= juridische ned te vereenvoudigen
- Prof. Paul Bellefroid, 1906: juridisch wetgeving is nog franstalig in 1906
, - 1941: De Beus, Rechtskundig Weekblad, wet op taalgebruik van wetstakken. Nog altijd geen
deftig Nederlands.
- 1999: A.M. Rooseleer, Liber Memorialis ter gelegenheid van 50 jaar Raad van State: nog
steeds blijft dezelfde fouten komen, in de Nederlandse teksten.
Evolutie van de Nederlandse rechtstaal in België
Voor 1830:
- Vanaf de Bourgondiërs verfranst het Nederlands
- Oostenrijkse periode (1648‐1789): realistisch – pragmatische taalpolitiek
- Franse revolutie (1792‐1804): taalimperalisme = andere politieke visie, iedereen hetzelfde
taalniveau bereiken. De leuz bereiken. Nu wordt het leven volledig verfranst.
- Napoleon: Toch niet ideaal om zijn grote rijk te behouden.
- 1797: tweetalig Bulletin des lois
- Vertalingen van alle grote codes,
- o.m. door Bilderdijk = was rond 1800 de belangrijkste schrijver, had heel veel aanzien.
- Verenigde Nederlanden: realistisch‐gematigde politiek = de wetboeken van Napoleon te
vertalen.
- Willem I voerde de eerste Ned terug in: taalpolitiek. (evenwicht tegen de zuidelijke
Nederlanden.
1830:
- Onafhankelijkheid België
- Grondwet: principe van de taalvrijheid = Liberale grondwet die als een model god voor heel
Europa en die als de principe van taalvrijheid werd ingeschreven.
- De Bel overheid beslist uit die principe van taalvrijheid = dus de overheid gaat ook beslissen
welk taal ze gebruiken en ze kiezen voor het frans. De Bel ov gaat het frans gebruiken omdat
iedereen het al ken en gewend zijn aan die taal.
- Besluit van het Voorlopig Bewind van 16 november 1830: zelfs als ze het wouden konden ze
niet in het Vlaams vertalen omdat ze het niet verstaan. Alleen het frans is voldoende
gecultireerd om als taal op te treden. = argument tot op de dag van vandaag ( vlaams vs
frans)
- Door de fransen noemen we onze taal het Vlaams
1831‐1845: vertalingen zonder rechtskracht maar ze zijn er nog wel
1831 Bulletin officiel des lois et arrêtés royaux de la Belgique: officieuze vertalingen
1845 Moniteur belge: eentalig Frans = het Belgisch staatsblad
, 1841 Karel Ledeganck, taalpolitieke vertaling Burgerlijk Wetboek ( bekende vertaling, was een
magistraat, is een typische 19de eeuw dichter) maakte een eigen vertaling van het BW op een hele
speciale manier. Kiest ervoor om in een eigen vlaamse stijl dat BW te vertalen, kijkt niet naar de
vertalingen van Bilderdijk en niet van Nederland. Als reactie tegen dat franse argument, wil hij laten
zien dat vlamingen een eigen variant hebben dat zelfs een wetboek kan krijgen. Het BEWIJS DAT HET
VLAAMS EEN APARTE TAALVARIANT IS.
19e E Minachting voor het Nederlands als rechtstaal = blijft vooral dat visie dat de taal van de
Vlamingen niks op te vallen.
1870‐1898: eerste initiatieven (data niet van buiten kennen, wel het verhaal)
1860 proces Coucke ‐ Goethals= worden 2 mensen ter dood veroordeeld voor een morrd dat ze
niet hebben gedaan, proces volledig in het Frans.
1868 eerste rede in het Nederlands in het parlement door Edward Coremans = GAAT VOOR
GROTE VERANDERINGEN ZORGEN. Durft het aan een speech te geven in het Ned, in de kamer durft
hij dat en laat de eerste taalwet goed keuren. Die zegt dat strafprocessen in de taal van de beklaagde
moet gebeuren, enkel over correctionele processen. Hof van beroep was er ook nog niet. Vanaf dan
is de molen in gang gezet en krijgen we systematisch taalwetten.
1873 eerste taalwet, strafproces (wet‐Coremans)
1878 2e taalwet: bestuurszaken
1883 3e taalwet: middelbaar onderwijs
1891 strafprocessen hoven van beroep na WO I burgerlijke procesvoering
1898: Gelijkheidswet = belangrijke mijlpaal die het ned foorseerde (data KENNEN)
Wetten in beide landstalen rechtskracht.= alles in de 2 talen publiceren. Maar het was niet opgelost.
= wat met de wetten van voor 1998 ( al onze belangrijke wetboeken)
= wat met de kwaliteit van het Nederlands
WO I – WO II (vernederlands)
1883 en 1910 wetten op het officieel middelbaar onderwijs
1923 – 1930 wetten op de universiteiten (vernederlands Ugent koploper)
1913, 1938 leger
1932 regeringsdiensten