Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Begrippenlijst Psychologie 1BA rechten €10,49
Ajouter au panier

Autre

Begrippenlijst Psychologie 1BA rechten

 8 vues  0 fois vendu

Met deze begrippenlijst behaalde ik een 19/20.

Aperçu 3 sur 30  pages

  • 18 août 2023
  • 30
  • 2022/2023
  • Autre
  • Inconnu
Tous les documents sur ce sujet (16)
avatar-seller
RECHTENVUB1234
Begrippenlijst Psychologie

Geest, gedrag en psychologie als wetenschap

psychologie de wetenschap van gedrag en geestelijke processen

pseudowetenschap Elke poging om fenomenen in de fysieke wereld te verklaren zonder gebruik te maken
van empirische observatie of een andere wetenschappelijke methode.

anekdotisch bewijsmateriaal Dit is bewijsmateriaal dat is gebaseerd op zeer weinig gevallen.

vaardigheden voor kritisch wat is de bron? Is de bewering redelijk of extreem? Wat is het bewijsmateriaal? Kan de
denken conclusie beïnvloed zijn door bias? Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig

bias Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden.

emotionele bias De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van op
een rationele analyse van het bewijsmateriaal.

confirmation bias De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te bekritiseren
en om in de plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens bent.

Experimentele psychologen voeren het meeste onderzoek op het brede terrein van de psychologie uit. Ze kunnen in
een privé- bedrijf of voor de overheid werken. Zij voeren in principe het onderzoek

Psychologen in het onderwijs geven vaak les aan een hogeschool of universiteit

Toegepaste psychologen gebruiken kennis die door experimentele psychologen is vergaard om problemen van
mensen op te lossen. Zij gaan de kennis toepassen: zij staan in de praktijk.

crosscultureel psycholoog = geïnteresseerd in de manieren waarop psychologische processen verschillen tussen
mensen van verschillende culturen

Psychiater medische specialisatie die gericht is op de behandeling van mentale stoornissen en
gedragsproblemen. Men moet eerst een basisopleiding arts hebben gevolgd. Ze kunnen
medicatie voorschrijven. (vb. Psychiatrie)

Psycholoog breed studiegebied, waarbij je een master in de psychologie nodig hebt.

Neurowetenschap het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen, gedachten, gevoelens,
motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren

evolutionaire psychologie een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale processen
beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting

cognitief perspectief Een van de belangrijkste perspectieven waarbij de nadruk ligt op mentale processen




1

, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.

Structuralisme Dit tracht de basisstructuren van de geest en de gedachten te ontrafelen. Grote
aanhanger hiervan is Wilhelm Wundt. Hij zocht verbanden tussen (chemische) elementen
en wilde zo de psychologie ordenen. (1879: 1e laboratorium voor experimentele
psychologie te Leipzig, introspectie (=hij vraagt het aan de mensen zelf)) Deze
psychologische stroming heeft zich niet op toepassingen gericht.

Functionalisme Psychische processen kunnen het beste begrepen worden in termen van hun adaptieve
nut en functie. Het bewustzijn neemt een belangrijke plaats in, maar men moet op zoek
naar een specifiek gedrag en nut, niet naar de structuur. Grote aanhanger hiervan is
William James (werd beïnvloed door Darwin: organismen passen zich aan hun omgeving
aan en sluit zich ook aan bij het structuralisme, in die zin dat bewustzijn een belangrijk
onderdeel van de psychologie is maar wil zich niet bezighouden met het zoeken naar
elementen. Deze stroming heef bijgedragen tot het latere cognitieve perspectief.

Gestalt psychologie Heeft interesse in hoe we “perceptuele gehelen” opbouwen. Het legt hard de nadruk op
het geheel, het inzicht en de omgeving analyseren. ‘’Geheel is meer dan de delen’’,
hebben een probleem met hoe de structuralisten zich gaan beperken tot het kijken naar
de elementen, ‘’ie kan een stimulus niet volledig begrijpen door hem uiteen te halen in
allerlei elementen". Aanhanger is Wertheimer: visuele illusies en ambigue figuren cf.
Necker Cube* Körhler : inzicht

Behaviorisme Vindt dat psychologie zich alleen moet bezig houden met observeerbare gebeurtenissen.
Aanhangers hiervan zijn Watson: kleine Albert en Skinner: Skinnerbox. Volgens het
filosofisch oogpunt moesten psychologen zich bezig houden met het logisch positivisme:
dit is een stroming in de psychologie waarbij men zegt dat de wetenschap de meest
succesvolle manier is om de wereld te begrijpen, maar dat je dat op drie manieren moet
doen:
1. Theorieën moeten gebaseerd zijn op directe observaties die door andere kunnen
herhaald worden.
2. er moet een onderscheid gemaakt worden tussen onafhankelijke en afhankelijke
variabelen.
3. De precieze relatie tussen de variabelen moet je omschrijven in een wet.

Psychoanalyse Beschouwt psychische stoornissen in termen van onbewuste conflicten en onderdrukte
herinneringen. Aanhanger hiervan is Sigmund Freud, die dingen terug naar boven
probeerde te halen in een veilige omgeving (droomanalyse: dromen is de weg naar
kennis van de onbewuste activiteiten van de geest en vrije associatie: als ie patiënten
ongeremd laat praten kunnen onopgeloste conflicten naar boven komen, is niet het geval
wanneer ie ze geremd laat praten).

Psychodynamische psychologie De psychodynamische psychologie legt de nadruk op het begrijpen van het menselijk
functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en
conflicten.




2

, introspectie beschrijvingen van je eigen innerlijke bewuste ervaringen

ontwikkelingsperspectief nadruk op veranderingen die ontstaan door nature-nurture interactie

socio-culturele perspectief sociale invloed en het individu staan in context centraal

Empirisch onderzoek Een onderzoeksbenadering waarbij onderzoeksgegevens worden verzameld d.m.v.
sensorische ervaring en observatie

theorie een toetsbare verklaring voor een set feiten/observaties

hypothese een bewering die de uitkomst van een wetenschappelijke studie voorspelt

operationele definities exacte omschrijving van de manier waarop een experiment moet worden uitgevoerd en
resultaten moeten worden gemeten

data informatie die door een onderzoeker is verzameld om de hypothese te toetsen

repliceren een onderzoek opnieuw uitoefenen om te zien of dezelfde resultaten worden verkregen.

Experimenten Dit is de enige methode die oorzaak-gevolg relaties tussen variabelen kan nagaan, omdat
je alle omstandigheden onder controle hebt. Ze toetst en verklaart vooral. DUS:
oorzaak-gevolg relaties kan die enkel nagaan met/ toetsen en verklaren met
experimenten.

Afhankelijke variabele Variabele die onderzocht wordt, dat wat men meet om de uitkomst te bepalen.

Onafhankelijke variabele de variabele die door de onderzoeker gemanipuleerd (veranderd) wordt. Dit is het enige
dat varieert, het is de manipulatie waar men doelbewust voor kiest.

Randomisering De volgorde waarin de stimulus wordt aangeboden wordt volledig door het toeval
bepaald. Maar je mag niet zeggen: “Jongens = suiker, Meisies = geen suiker". Je moet je
keuze overlaten aan het toeval.

Experimentele conditie omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens de speciale
behandeling worden blootgesteld.

Controle conditie omstandigheden zijn gelijk waaraan de leden van de controlegroep tijdens het experiment
worden blootgesteld; op elk onderdeel identiek aan de experimentele conditie, behalve de
speciale behandeling

Correlatieonderzoek De relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder manipulatie van onafhankelijke
variabele (GEEN OORZAAK-GEVOLG!). Bij een correlatie weet je niet wat de oorzaak is
van dat bepaalde onderzochte probleem.

negatieve correlatie als de ene variabele groter wordt, wordt de andere kleiner

positieve correlatie als de ene variabele groter of kleiner wordt, verandert de andere in dezelfde zin




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RECHTENVUB1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté