in deze samenvatting staan alle hoofdstukken van ontwikkelingspsychologie van SRW1, in de onderwerpen staan alle hoofdstukken ook. het is een samenvatting van 51 pagina's waar al het nodige fatsoenlijk staat uitgelegd met voorbeelden
HISTORIEK: VOORWETENSCHAPPELIJK
2 stromingen binnen filosofie:
- Nativisten -> volgens hun ligt de ontwikkeling van mensen vast bij de geboorte = nature
- Empiristen -> volgens hun wordt een kind gevormd door erveringen = nurture
HISTORIEK: NAAR WETENSCHAPPELIJK
2.1 PSYCHOLOGIE
= de wetenschappelijke studie van gedrag
2.2 GENETISCHE PSYCHOLOGIE (pesta lozzi)
= erfelijkheid bepaald de ontwikkeling van een persoon (nativisten) -> totaal geen oog voor opvoeding
- Babybiografieën = gedrag van eigen kind observeren -> systematische observatie = subjectief omdat
het over eigen kinderen gaat
- observatie
- Recapitulatietheorie = de ontwikkeling van een bepaalde persoon is eigenlijk een snelle herhaling van
een primitieve vorm naar een persoon, van een levensvorm naar een moderne persoon. Het zit
allemaal in ons, het is genetisch bepaald
- Focus op kinderen (en jongeren)
2.3 ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
nieuwe onderzoekstechnieken
- Statistische methodes
Bv: vragenlijst
- Empirisch-analytische stroming: algemene wetmatigheden
Door onderzoek bepaalde dingen vaststellen
Bv: gemiddelde van iets
- Intelligentietest (IQ)
Alfred Binet
Gem IQ = 100
Tijdens de oorlog moesten Europeanen een IQ-test afleggen om te bepalen of ze Amerika
binnen mochten
Nieuwe impulsen theorievorming
- Pedagogische interesse
Welke opvoeding speelt een rol in de ontwikkeling van kinderen
- Behaviorisme
Rol van ervaring, welke ervaringen staan centraal in het leerproces van kinderen? Door te
leren ga je verder ontwikkelen (staan recht tegenover de nativisten)
Erfelijkheid speelt een bepaalde rol, aanleg voor iets
Bv: ouders zijn muzikaal, dan heb je meer kans om ook muzikaal te zijn. maar de
muzikale ouders gaan dit ook bevorderen
1
,Aanpak wetenschappelijk onderzoek (onderzoekscyclus)
1. Oriënteren (relevante vragen stellen)
2. Richten (onderzoeksvragen, hypothesen, operationalisering van begrippen)
3. Plannen (strategie)
4. Verzamelen (systematisch!)
5. Analyseren en concluderen
6. Rapporteren en presenteren
2.4 SOORTEN ONDERZOEK:
- Experiment
Blue eyes/ brown eyes experiment: klas opdelen in 2 groepen, (blauwe en bruine ogen) groep
met blauwe ogen krijgt meer macht dan bruine ogen. Wat gebeurt er? De blauwe klas gaat
die macht ook uitoefenen, er ontstaat discriminatie tov bruine klas.
- Correlationeel onderzoek
Verbanden zoeken
- Survey
Aan de hand van vragenlijsten
- Observatie
Rechtstreekse -> bv in een school kinderen observeren
Onrechtstreekse -> bv een video kijken van kinderen op school
- Case study
Een soort onderzoek waarbij je een persoon of case gaat onderzoeken
2.5 METEN VAN VERANDERING
- Longitudinaal onderzoek
Iemand over een lange tijd onderzoeken, altijd zelfde gedrag
- Dwarsdoorsnede onderzoek
Mensen van dezelfde leeftijd vergelijken, gaan onderzoeken om de 5 jaar
- Cross-sequentieel onderzoek
Combinatie van 2 bovenstaande
2.6 LEVENSLOOPPSYCHOLOGIE
- Vroeger werden enkel mensen tot 18 jaar onderzocht, nu tot de dood
- Link met sociologie
Mei 1968: naoorlogse sceptische generatie -> studentenprotesten
Jaren 1930: massabewegingen in politieke of kerkelijke agenda
- Ouderen:
Wat gebeurd er met de mens als die op pensioen gaat? Welke veranderingen gebeuren er in
het leven?
Psychogerontologie: wat ouderen denken
- Volwassenen:
Vroeger was dat tot je 65ste, nu verschillende opdelingen
- Levensloop:
Integratie
2
,INDELING IN FASEN
Continuïteit = geleidelijk aan, kwantitatief
discontinuïteit = verschillende fases, kwalitatief, aan het einde van elke fase maak je een crisis mee en als je die
doorstaan hebt, ga je naar de volgende fase
3.1 VISUEEL
- Trapmodel: in het midden, aan de top (ong 50 jaar), heb je je hoogtepunt bereikt, gebaseerd op eigen
ervaring maar niet wetenschappelijk -> combinatie
- Gelaagd model: zit toevallig in elkaar maar is niet verbonden aan elkaar. Leidt niet tot een levensdoel,
gaat vooral om het nu -> discontinuïteit
- Lijnmodel: continue verandering, rechte lijn, niet van de ene dag op de andere
Behaviorisme = door ervaring op te doen
Informatieverwerkingstheorie = genetisch bepaald, je krijgt kennis en info mee vanaf je geboorte mee
Enkele begrippen:
stagnatie = even stil staan
regressie = een stap terug zetten
veerkracht = om iets te boven komen, als je een stap terug doet ook weer verder kunnen gaan
FACTOREN DIE DE ONTWIKKELING STUREN
- Erfelijkheid
- Milieu
- 5 systemen of niveaus die invloed gaan hebben op jou:
Microsysteem: dichtste bij jou, meeste
invloeden bv gezin
Mesosysteem: iets verder maar nog steeds
dicht bij bv relatie gezin met school en hobby’s
Exosysteem: bv invloed werk van ouders op jou
Macrosysteem: bredere maatschappelijke
context bv land waarin je opgroeit
Chrononiveau: tijdsaansluiting
- Interactie erfelijkheid en milieu
Siamese tweeling: niet los te zien van elkaar
Relatief gewicht van erfelijkheid en milieu
Invloed erfelijkheid op milieu
Invloed milieu op erfelijkheid
- Zelfsturing: bv ik heb zelf gekozen voor deze richting of
- Milieu: bv ik werd beïnvloed door ouders
3
, ONTWIKKELINGSDOMEINEN EN – OPGAVEN
- Lichamelijke en seksuele
- Cognitieve en morele
- Psychologische en sociale
- Problemen en beperkingen
OVERZICHT MODELLEN:
- Rijpingsmodel (nature):
Biologisch
Epigenese = alles is vanaf het begin aanwezig bij jou om jou te ontwikkelen tot een persoon ->
invloeden van binnen af
Spontane veranderingen
Eindpunt = adolescentie
Invloed van omgeving = beperkt
Man/vrouw: biologisch
Vertegenwoordigers -> Bowlby en Lorenz
- Milieumodel (nurture):
Tubala rasa: mensen krijgen ervaringen en daaraan wordt bepaald wie je word
Exogene ontwikkeling = invloeden van buitenaf
Eindpunt = jongvolwassene (30-35jaar)
Invloed van genetisch materiaal = startpunt maar voor de rest niet veel invloed
Man/vrouw: verschillen
Vertegenwoordigers:
Behaviorisme (Skinner)
Cognitieve gedragspsychologen (Bandura)
Antropologen (Mead)
- Interactionistisch model
Actief, zichzelf ontwikkelend wezen = we nemen ons leven in eigen handen
Progressie
Interactie
Golven, schommelingen, fasen en overgangen
Belang van evenwicht
Volledige levenscyclus
Man/vrouw: ontwikkelingsbehoeften?
Vertegenwoordigers: Erikson, Kohlberg en Bronfenbrenner
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Robinhood228202. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.