Samenvatting begrippen
Abnegatie:
- Eigen geloof verloochenen uit vrees voor excommunicatie en onderwerpen
aan heersende geloof
- Nadeel van openbaringsgodsdiensten (gedogmatiseerde vorm), staan
zoektocht naar betrouwbare kennis in de weg door verbod op afwijkende
inzichten.
Abstractieprocédé (naar Aristoteles):
- Kennis via ervaring: Kennis van vormen gaat door herhaaldelijke
observaties van onvolmaakte vormen begrip creëren in onze geest
- Duidt op inbreng empirie, observeren
- platonische constructieprocédé
Afzondering van de wereld:
- Mate waarin handelingen en gebruiken afwijken van eigen omgeving of
verleden afzondering familie, vrienden, …
- Kenmerk van een sektarische beweging, evt. veroorzaakt door
brainwashing
Anarchisme:
- Mens is fundamenteel goed, maar staatsapparaat maakt hem slecht
- Staat is enkel nodig door ongelijkheid tussen mensen klassen- en
eigendomsverschillen uitroeien en staat afschaffen
- Proudhon = mutualist
- Bakoenin = collectivist
- Krotopkin = utopist
Anti-positivisme:
- Reactie op gedachten Comte, aanvaardt niet dat je werkelijkheid door één
enkele wetenschappelijke methode kan kennen.
- Dilthey = verschillende soorten wetenschap
- Vitalisme = onderscheid wetenschap en metafysica
Antropologie:
- Menswetenschap
- Feuerbach: eigenlijke kern van de godsdienst
- Mens ziet zich als hoogste voorwerp voor verering
, - Filosofie moet zich bezighouden met sterfelijke mens en niet met de
abstracte mens.
- Godsdienst = indirect zelfbewustzijn mens, geprojecteerd op een God
A-rationeel:
- Niet-rationele leerstellingen die niet voor rationele of wetenschappelijke
argumentatie vatbaar zijn, maar evenmin strijdig zijn met dergelijke
gegevens.
- Openstaan voor a-rationele = kwestie van appreciatie
- Vb. opvattingen moderne theologen
Arbeidswaardetheorie:
- Karl Marx
- Goed heeft waarde als het menselijke behoeften bevredigt.
- Ruilwaarde, alle goederen zijn producten van menselijke arbeid
- Maatstaf voor waarde = noodzakelijke arbeidstijd (productievoorwaarden)
- Productiviteit stijgt AT korter waarde daalt
Archeologie:
- Ervaringswetenschap (cultuurwetenschap)
- Producten van menselijke creativiteit als onderwerp (overblijfselen)
- Voorbeeld door invloeden uit natuurwetenschap hoe men slechts moeilijke
scheidingslijnen kan trekken tussen wetenschappen
Archimedische werkwijze: Neiging van wiskundigen om wiskundige werkwijze toe
te passen op fysische problemen die zich daartoe lenen.
Atomisme:
- Antieke Griekse filosofie (Leucippus en Democritus)
- Revolutionair door erkennen lege ruimte, waarin ondeelbare deeltjes,
atomoi, zweven die botsen waardoor objecten ontstaan.
onveranderlijkheid en verandering inpassen in wereldbeeld
- Voor mens: onsterfelijkheid onmogelijk, daar ook ziel uit atomoi bestaat
Attributen:
- Zienswijzen waarop substantie zich uitdrukt binnen visie Spinoza
- Twee types: het denken en het uitgebreide (materiële wereld)
- Concrete dingen die we zien = modi van respectievelijke attribuut
- Attributen = manieren waarop God de modi kenbaar maakt
,Aufklärung:
- 18e eeuw, grote groepen intellectuelen
- Mens kan door rede (wetenschap en techniek) tot bevrijding komen
- Geloof in vooruitgang
- Natuurlijke moraal op basis van feiten
- Vrijheid = centrale waarde + belang aan opvoeding
Behoud van energie:
- Ontdekt door Carnot, uitgewerkt door Joule
- Getuigt van het bestaan van een grootheid die arbeid levert en in een
afgesloten ruimte altijd even groot blijft.
- Sterke basis van materialistisch monisme (onsterfelijke ziel kan niet meer
worden aangeduid als drijfveer voor mens)
Bezweringen:
- Formules voor magische doeleinden, vaak samen met riten en handelingen
- Dient voor reiniging van bezoedelingen, opgelopen bij contact met taboe
- Rationeel = quatsch; believers: afwerende, productie of destructieve functie
Bijzondere metafysica:
- Onderdeel van metafysica (onderzoekt beginselen van voornaamste
soorten) samen met ontologie
- Onderdelen:
Rationele kosmologie: structuur van de wereld
Rationele psychologie of wijsgerige antropologie: mens
Rationele theologie of theodicee: God (nog zelden beoefend)
Bio-ethiek:
- Toegepaste ethische interdisciplinaire activiteit
- Inzicht krijgen in maatschappelijke gevolgen van recente biomedische
ontwikkelingen
- Ontstaan vanaf jaren ’50 door wetenschappelijke en technische innovatie +
mentaliteitsverandering over dood en anticonceptie
- Eis naar coherente aanpak open dialoog tussen wetenschappers en
filosofen
Categorische imperatief:
- Immanuel Kant
, - Zedelijke wet die gevolg moet worden via praktische rede, niet op basis van
een doel (zoals bij hypothetische imperatief) maar op basis van een vrije
beslissing
- Algemeen geldig en vormt een autonome, bindende wet
- Karakteristiek voor elke mens
- Door Kants geloof in ethisch handelen, moet men deze imperatief volgen
- “alsof door uw wil deze leidraad een algemene wet zou worden”
menselijke waardigheid behouden
Causaliteit
- Verwijst naar veronderstelling dat gebeurtenissen plaatsvinden als gevolg
van andere gebeurtenissen. causaal verband
- Veel behandeld thema: kunnen we dit verband vaststellen met onze eigen
ervaringen en is er een mogelijkheid tot betrouwbare kennis?
Charismatische leider
- Kenmerk sektarische beweging
- Macht concentreren in handen van iemand die een status boven anderen
machtsmisbruik
Christelijke boodschap of evangelie
- Bepaalt dat Jezus de voorspelde Messias is, die kan zorgen voor vergiffenis
van zonden en eeuwige leven door geloof in zijn handelingen.
- Boodschap geherinterpreteerd door Paulus tot benadrukking verrijzenis
schisma met joodse christenen
Christelijke leer
- Verschilt van boodschap door polijsting van diverse invloeden (vooral
Griekse)
- Creatie drie-eenheid en tendens om eeuwig leven te zien als
onsterfelijkheid ziel
- Dogmatiseringstendens
- Griekse filosofie x geloof = filosofisch-theologisch systeem
Closed mind
- Geslotenheid en starheid in psychologie
- Snelle uitvoering, maar nood aan bewustwordingsproces om situaties goed
te kunnen inschatten