Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
Recherché précédemment par vous
Biologische Grondslagen: Neuropsychologie en Psychofarmacologie: samenvatting ‘Klinische Neuropsychologie’ van Kessels, ‘Psychofarmacologie’ van Kenemans en artikels€7,99
Biologische Grondslagen: Neuropsychologie en Psychofarmacologie: samenvatting ‘Klinische Neuropsychologie’ van Kessels, ‘Psychofarmacologie’ van Kenemans en artikels
Biologische Grondslagen: Neuropsychologie en Psychofarmacologie: samenvatting van de betreffende hoofdstukken uit de boeken ‘Klinische Neuropsychologie’ van Kessels en ‘Psychofarmacologie’ van Kenemans evenals de artikels
Samenvatting Klinische neuropsychologie - Biologische grondslagen: Neuropsychologie en psychofarmacologie (PB1212)
Samenvatting Klinische neuropsychologie - Biologische grondslagen: Neuropsychologie en psychofarmacologie (PB1212)
Zeer compacte samenvatting
Tout pour ce livre (110)
École, étude et sujet
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Biologische grondslagen
Tous les documents sur ce sujet (41)
7
revues
Par: matthijsbrobbel • 2 jours de cela
Par: remoscarfo • 4 mois de cela
Par: irisvandenberg79 • 5 mois de cela
Par: erinkrijt • 6 mois de cela
Par: debev • 7 mois de cela
Par: claudianiemeijer • 8 mois de cela
Par: sharonnelson • 10 mois de cela
Vendeur
S'abonner
Azara
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvattin
Biologische grondslagen
Neuropsychologie en psychofarmacologi
‘Klinische Neuropsychologie’ - Kessels et al
1. Klinische Neuropsychologie: een historische schet
3. Neuropsychologie: de wetenschappelijke aanpa
2. De neuropsychologische praktij
5. Herstel en behandelin
4. Beeldvorming van de hersene
6. Visuele waarnemin
8. Geheuge
9. Taa
10. Aandacht en executieve functie
14. Vasculaire aandoeninge
15. Traumatisch hersenletse
16. Epilepsi
19. De ziekte van Alzheime
20. Frontotemporale dementi
21. Het Parkinsonspectru
24. Shizofreni
25. Depressie en bipolaire stoornisse
26. Autismespectrum stoornisse
‘Psychofarmacologie’ - Keneman
1. Wat zijn psychofarmaca
4. Neurotransmissi
5. Principes van psychofarmacologi
11. Afhankelijkhei
Artikel
‘Attention-de cit hyperactivity disorder (ADHD): an updated review of the essential facts
‘An RCT into the effects of neurofeedback on neurocognitive functioning compared to stimulant
medication and physical activity in children with ADHD
‘Brain development in ADHD’
l
e
n
e
s
fid
e
g
g
m
g
n
r
?
l
e
n
n
s
k
n
e
k
s
s
:
’
.
’
e
, Klinische neuropsychologie: een historische schet
Inleidin
Al in de Klassieke Oudheid was men ervan overtuigd dat er een samenhang was tussen hersenen
en gedrag
• Hippocrates (400 bC) was ervan overtuigd dat (afwijkend) gedrag en gevoel voortkwamen uit
de werking van de hersenen
• De Oude Grieken en Romeinen zagen het lichaam als samengesteld uit water, vuur, bloed en
slijm. Was de balans verstoord, dan was men ziek. Dit gold ook voor mentaal functioneren
• De boeken van Claudius Galenus (129-217) golden eeuwenlang als de handboeken voor de
geneeskunde
De Renaissance betekende een opbloei van wetenschap en geneeskunde. Men ging vanaf de 14de
eeuw weer kritisch en zelfstandig observeren en denken
• René Descartes (1596 - 1650): de ziel is een ongedeelde, zelfstandige, immateriële eenheid. Die
ziel bevond zich volgens hem in de pijnappelklier
• Er volgde een eeuwenlange discussie over de interactie tussen lichaam en geest
De 19de eeuw
• Franz Joseph Gall (1758-1828): grondlegger van de frenologie, mentale organen bevinden zich
in de schors van de hersenen
• Clinicoanatomische methode: in Frankrijk werden Gall’s opvattingen getest op patiënten met
een hersenletsel
In de 20e eeuw ontwikkelt de neuropsychologie tot een afzonderlijke discipline, vooral gestuurd
vanuit de USA
De celtheori
Volgens de Oude Grieken waren er 3 soorten zielen
• Voor overleven (via voedselopname, al aanwezig bij planten)
• Voor activiteiten van een organisme in relatie tot de omgeving (aanwezig bij dieren)
• Hogere-orde ziel, de ‘spiritus animalis’ die onderscheid kan maken tussen goed en fout (enkel
bij de mens aanwezig)
De hersenventrikels werden gezien als de plaats van de geest
• In de eerste cel ‘sensus communis’ komt informatie binnen vanuit de zintuigen
• In de tweede cel wordt dat beeld geïnterpreteerd
• In de derde cel ‘memoria’ werd het beeld opgeslagen
Deze celtheorie is een algemeen systeem van informatieverwerking en tot op vandaag de basis van
de ideeën over cognitieve psychologie
Ideeën over individuele verschillen (‘karakter’) ontwikkelden zich langs een andere lijn, dit begon
bij het boek ‘Over de fysiognomie’ van Aristoteles en won later aan populariteit via Johann Lavater
(1741-1801) en zou Gall aanzetten tot zijn frenologie
:
g
.
:
.
.
e
.
.
.
.
.
.
:
.
.
:
.
:
.
.
s
.
.
, Descartes: ongedeelde gees
Descartes trok alles in twijfel en besloot alleen te bouwen op inzichten die in zijn ogen
onomstotelijk waren. Cruciaal was zijn opvatting dat de mens kon worden opgedeeld in 2 delen
• Res extensa: het lichaam
• Res cogitans: de niet materiële geest die zich bevindt in de pijnappelklier
Descartes’ illustratie van een re ex
Descartes zag de res cogitans als een soort van
bestuurder: vanuit het hele lichaam komen via
de zenuwen berichten over de buitenwereld
binnen en obv herinneringen worden weer
boodschappen teruggestuurd waardoor een
lichaam kan bewegen. Hoewel hij zelf de term
‘re ex’ niet gebruikte, tekende hij wel deze
respons op een stimulus
Tegenwoordig gaat vrijwel iedereen uit van een
materialistische visie.
Gall en het lokalisatie vraagstu
Gall wist dat gedrag voortkwam uit de hersenen en hij vond Lavatar’s fysiognomische ideeën (dat
gedrag kan afgelezen worden op iemands gelaat) in dat opzicht niet logisch
Zijn lokalisatie ideeën van hersenfuncties, de frenologie, brak met het idee van één ziel en de
ongedeelde geest van Descartes, volgens Gall was er immers sprake van onafhankelijke functies.
Hij dacht dat alle psychologische functies aangeboren en gelegen waren in een eigenstandig
orgaan. Mensen kunnen verschillen in aanleg voor een bepaalde functie, wat resulteert in
verschillen in aanleg van die functie. Een betere functie betekende dan: beter georganiseerd en
groter in omvang. De schedel zou zich dan om deze functie heen vormen en een knobbel vertonen
Hij voelde bij allerlei mensen met speciale vermogens waar hun knobbels zaten en deed ook
onderzoek naar de effecten van hersenbeschadiging
De puur materialistische visie van Gall was onacceptabel voor de kerk. Hij probeerde zijn ideeën te
staven met het onderzoek van Pierre Flourens (1794 - 1867) die beschadigingen maakte in de
hersenen van duiven en stelde dat niet de plaats maar de omvang van de beschadiging bepaalde
welke functies uitvielen
De clinicoanatomische method
De clinicoanatomische methode trachtte de lokalisatie ideeën van Gall te toetsen door bij patiënten
met een focaal hersenletsel de speci eke uitvalsverschijnselen in kaart te brengen
In 1861 toont Paul Broca ahv patiënt ‘Tan’ aan dat diens laesie niet zat op de plek waar Gall dacht
dat taal gelokaliseerd was en dat het ook enkel het mechanisme betrof om woorden uit te spreken
fl .
.
fl fi t
e
k
.
.
.
.
:
.
.
, Hij merkte ook op dat de leasies van patiënten met een taalstoornis altijd in de linker hersenhelft
zaten. Het principe van de ongelijkheid van de hersenhelften is nog steeds alom geaccepteerd.
Het idee ontstond vervolgens dat taal gezien kon worden als een geheel van deelfuncties: voor
productie, maar ook voor opname. Carl Wernicke stelde dat er een apart centrum was in de
temporaalkwab voor het herkennen van gesproken woorden. Hieruit ontstond het onderscheid
tussen de afasie van Broca en de afasie van Wernicke
Tegelijkertijd was er in Engeland aandacht voor de opvattingen van John Locke, een voorstander
van het empirisme: dat alles aangeleerd wordt via het principe van associatie en er geen
aangeboren eigenschappen bestaan
John Hughlings Jackson waarschuwde Broca dat hij de plaats van een laesie die tot een speci eke
uitval leidt niet moest verwarren met de plaats van een functie. Deze tegenstelling leeft nog steeds:
sommigen geloven vandaag in een beschrijving van cognitieve functies in termen van modules,
terwijl anderen meer geloven in neurale netwerken die zich vormen onder invloed van ervaringen
Holism
Rond 1900 begon men zich af te zetten tegen de lokalisatie beweging. Tijdens de leerfase van Kurt
Goldstein (een leerling van Wernicke) kwam ook de Gestaltbeweging op: het geheel is meer dan de
delen. Goldstein sprak van abstracte attitude: dat een goed functioneren van de hersenen vooral
van belang was om te kunnen re ecteren op binnenkomende stimuli, ipv er direct op te reageren.
Immers, na een hersenlaesie is iemand meer geneigd om direct te reageren op bepaalde opvallende
kenmerken: de persoon wordt gedreven door de stimulus
Midden 20e eeuw bood Aleksandr Luria een goede balans tussen lokalisatie en holisme
Luria: een globaal mode
Luria vatte de hersenen in hun geheel op als één complex functioneel systeem, waarbinnen diverse
subsystemen een eigen bijdrage aan de gezamenlijke activiteit leveren. Dit systeem is erg exibel
en adaptief: wanneer een speci ek gedragsdoel door omstandigheden of stoornissen niet op een
bepaalde manier kan bereikt worden, dan worden andere strategieën gevolgd zodat met inzet van
geheel andere subsystemen toch hetzelfde einddoel gerealiseerd kan worden
Luria vatte de functionele architectuur van de hersenen samen ahv 3 globale indelingen
• 3 voortdurende interacterende functionele eenheden (units)
• Subcorticale ‘activatie’ eenheid: regulatie van waakzaamheid en aandacht. Stoornissen
worden voornamelijk veroorzaakt door letsels in de hersenstam, diëncephalon en de
mediale gebieden van de grote hersenen
• Posterieure ‘input’ eenheid: cognitieve informatieverwerking, waarneming, verwerking
en opslag van informatie. Stoornissen komen voor door bijletsel aan de centrale ssuur:
de posterieure gebieden van de laterale cortex
• Anterieure ‘output’ eenheid: organisatie van gedrag, planning, regulatie en monitoring
van doelgerichte activiteiten. Stoornissen treden op bij letsels voor de centrale ssuur:
de motorische, premotorische en prefrontale cortex
• 3 hiërarchisch geordende niveaus van verwerking
• Primaire zones: projectiegebieden van zintuigen en motoriek
e
fi fl l
.
.
.
:
.
.
.
:
.
.
fi .
:
fl
fi .
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Azara. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.