Hoofdstuk 5: Spinoza (p. 82-91)
Examentip: Als je in 1ste zin de essentie van het goede antwoord schrijft, stel je de prof al gerust en zal
hij minder kritisch verbeteren/kijken nr de rest van je antwoord
- Geen pijltjes, bolletjes etc., want dat maakt verbanden volgens de prof niet duidelijk!
- Nummertjes (1, 2, 3) mogen wel als er bv 3 kenmerken zijn
I. De ontluistering door de moderne wetenschap
Oudheid en Middeleeuwen < Plato & Aristoteles < Descartes: Neutrale voorstelling (zie p. 82)
Het wereldbeeld vd moderne wetenschap – Spinoza (1632-1677)
Ontluisterende wetenschap biedt kans op geluk
Spaanse jood die opgroeit in Amsterdam, mr door zijn filosofische gedachtegang w hij gebannen
uit jodendom
Duidelijke breuk met oude wereldbeeld vd Grieken
o Griekse filosofie
Plato: Kennis = kennis vd Ideeën = Zijn
Plato: Kennis = kennis vd Ideeën = Het Goede
Plato: Kennis = kennis vd Ideeën = De Idee ‘Mens’ als model
De mens als schakel tss Worden en Zijn
Aristoteles: Kennis = kennis vd essentie = Wat het is mens te zijn
Aristoteles: Kennis = kennis vd essentie = Zijn
Aristoteles: Kennis = kennis vd essentie = Wat je moet ontplooien
De mens gepland door de natuur
In Griekse filosofie is werkelijkheid ‘herbergzaam’: Kennis vd werkelijkheid/natuur is basis
voor zingeving
Transcendentie
Vezèley: Wereldbeeld bepaald door zingeving
1. De verbroken alliantie
Opkomst vd moderne wetenschap Culturele wijziging in West-Europa
Rond 1600: Alliantie die voorheen in Europe bestond tss wetenschap en zingeving w verbroken
Max Weber: Onttovering of ontluistering
Vlaamse filosofen: Arnold Burms & Herman De Dijn < 2 opzichten waarin moderne wetenschap
destructief is geweest vr de opvatting over de werkelijkheid:
1) Moderne wetenschap leidt tot homogenisatie
Interessant voorbeeld van homogenisatie: Wetenschappelijke gedachte dat er gn
kwalitatieve verschillen bestaan in tijd en ruimte
2) Moderne wetenschap heeft antropocentrische wereldbeelden ondergraven
Sigmund Freud wijst op hetzelfde effect Freud keurde het ook af!
Door deze nieuwe wetenschappelijke inzichten zou de mens zich gekrenkt voelen
Drm zou de mens zich vaak verzetten tegen de wetenschappelijke mentaliteit
Mensen zijn ten onrechte gehecht aan een antropocentrisch wereldbeeld
2. Reacties op de ontluistering
Verschillende reacties mogelijk op de ontluistering vd wereld door de moderne wetenschap:
1) De ontluistering of onttovering kan zelf een betoverende werking hbb
34
, Bernard Russell: Een kil, onpersoonlijk universum
Burms & De Dijn: Sensatiezucht van mensen
2) ‘Nieuw antropocentrisme’
Pogen verloren eenheid tss wetenschap en zingeving te herstellen: Een nieuwe
alliantie
Voorbeeld hiervan: Zie p. 83 onderaan
3) Reactie van Baruch de Spinoza (1632-1677)
Stelt voor het eerst het probleem vd ontluistering
Zijn bedoeling: Beeld vd werkelijkheid bieden dat volkomen onverschillig staat
tegenover alles wat vanuit een menselijk perspectief belangrijk is
Gevolg v/e merkwaardige gedachte van Spinoza: De ontluisterende wetenschap
is geen hinderpaal vr een zinvol bestaan en vr het bereiken v/e vorm vn geluk
Integendeel! < Wetenschap biedt, precies omdat ze ontluisterend is, de kans om
het geluk te bereiken
II. Cartesiaan
1. De axiomatische methode
Zoals Descartes, zoekt Spinoza OOK naar zekerheid
Alleen als we beschikken over zekerheid, dan beschikken we over kennis
Geometrie vertegenwoordigt ideaal van kennis: Helder, exact en coherent
o In geometrie constructie v/e axiomatisch systeem dat bestaat uit 3 soorten
uitspraken
1) Axioma’s of grondwaarheden die evident zijn, kunnen niet onwaar zijn
2) Definities om de termen uit te leggen die men gebruikt
3) Theorema’s of stellingen
Hoofdwerk van Spinoza: ‘Ethica, more geometrico demonstrata’
Bestaat hoofdzakelijk uit een reeks definities, axioma’s en stellingen
Zekerheid, geometrie als model << Een axiomatisch systeem – deductie uit axioma’s
(Past binnen filosofie vn Descartes, mr Spinoza voegt iets toe)
o Niet alleen door evidentie
o Door een axiomatisch systeem
Axioma’s/Hoogste idee
Definities
Stelling
2. Een visie op de werkelijkheid naar het model vd geometrie
Spinoza biedt axiomatische kijk op de werkelijkheid
Werkelijkheid verklaren betekent aantonen hoe je ze kan beschrijven in een gesloten, logisch
coherent geheel van uitspraken (of ideeën of begrippen) die noodzakelijk voortvloeien uit
een hoogste idee of begrip
‘Eerste idee’
Eerste definitie: Een definitie v/e object waarbij niets anders vereist is om dat object uit te leggen
Maw de definitie van iets dat uit zichzelf begrepen wordt
= De zelfstandigheid of de substantie
De substantie: Datgene wat begrepen kan worden zonder een beroep te doen op een hogere
definitie waaruit ze zou kunnen w afgeleid
De idee ‘substantie’ = opperste idee
35
, Het hele systeem van Spinoza volgt uit deze definitie
Zo volgt uit definitie:
o De substantie moet iets zijn, dat we kunnen begrijpen zonder dat we ook mr 1 relatie
kennen, die de substantie met andere dingen zou onderhouden
o Aks de substantie gn relatie kan onderhouden met iets anders, kan ze niet in een
relatie vn gevolg met andere dingen staan Substantie is de oorzaak vn zichzelf
o De ene substantie is oneindig: Als de substantie eindig en beperkt zou zijn, dan zou
de substantie door iets anders beïnvloed kunnen zijn
o Er is maar 1 substantie Substantie is absoluut oneindig
Er is dus mr 1, oneindige substantie die alles omvat en deze noemen we God
of de natuur
Wat wij de afzonderlijke dingen (stoffelijke, levende, menselijke dingen)
noemen, is alleen een modificatie vd substantie
Een attribuut: Datgene wat het verstand vd substantie begrijpt
Volkomen onafhankelijke eigenschappen
Omdat ons verstand beperkt is, kunnen we al deze kenmerken of attributen nooit vatten
Slechts 2 wel:
1) De uitgebreidheid of ruimte
2) Het denken
Tussen de substantie en de attributen: Geen werkelijk onderscheid – Geen verschillende dingen;
Alleen een epistemologische distinctie
We kunnen de concrete dingen en de mens niet definiëren als substanties Er is mr 1 substantie
Het zijn géén attributen vd substantie: Zij maken het wezen vd substantie niet duidelijk
Het zijn modi = Manieren waarop de substantie (met zijn 2 attributen) verschijnt
Manier waarop substantie zich concreet voordoet
Modi = Verschijningsvormen vd attributen ‘uitgebreidheid’ en ‘denken’
CONCLUSIE: Hele werkelijkheid volgens Spinoza kan w samengevat met 3 termen:
1) Substantie
2) Attribuut
3) Modus
Er is maar één werkelijkheid: De substantie
Een wereldbeeld door deductie uit een eerste begrip
o Eerste zelfstandigheid/substantie
Geen relatie met iets anders
Geen gevolg: Oorzaak van zichzelf (niet bv: Ik ben een kind vn mijn ouders)
Oneindig: Niets buiten zich
SUBSTANTIE ATTRIBUTEN MODI
Attributen: Denken – uitgebreidheid
Even ontluisterend als wetenschap
o Homogenisatie
o Geen doel dus géén antropocentrisme
o Vrijheid: Determinisme en necessitarianisme
Zijn systeem is: NIET antropocentrisch én leidt tot homogenisatie < Uit dat beeld vd werkelijkheid
volgt:
36