Great summary, not all the material for 2024-2025
Par: rosaliemollee • 9 mois de cela
Par: maximekauffmann • 10 mois de cela
Vendeur
S'abonner
rkjahn
Avis reçus
Aperçu du contenu
Leren op School Samenvatting
College 1
Artikel Season of birth and school success in the early years of primary education
Het seizoen waarin een kind is geboren vormt een relatie met de academische resultaten.
Meeste leerproblemen geboren tussen mei en augustus
Geboren in zomer → onterecht aangewezen als kinderen met leerproblemen
Dit verschil vind vooral vroeg in de schoolontwikkeling plaats en trekt bij gedurende de
schooljaren
• Significant op 6, 8 en 10 jaar maar trekt bij op 12 jarige leeftijd
Kinderen worden op school ingedeeld op leeftijd, marge van 12 maanden, zodat zij dezelfde
ontwikkeling doormaken.
Verklaring geboorte effect in het onderwijs
• Tekort aan vitamine D in de winter kan leiden tot een hogere frequentie van
neurologische problemen bij kinderen geboren in de zomer of lente
➢ Ontkrachting: kan niet verklaard worden door verschil in temperatuur, voeding
tijdens zwangerschap of infecties tijdens breinontwikkeling.
➢ Ontkrachting: effect in het onderwijs kan ook teruggevonden worden bij
kinderen geboren in de herfst.
• De tijdsduur op school kan leiden tot een groter succes in de educatie. Kinderen in de
zomer volbrengen een of twee periodes minder op de kleuterschool.
• Age position effect: meest aanvaardbare hypothese!
Jongste kinderen in een klas zijn benadeeld tegenover de oudste klasgenoten.
o Zijn minder ontwikkeld en minder ‘volwassen’
o Neurocognitieve functies zijn beter ontwikkeld op een oudere leeftijd
o Jongere kinderen worden onderschat door docenten
o De uitleg wordt aangepast aan het ‘gemiddelde’ kind wat te moeilijk kan zijn
voor de jongste kinderen → hierdoor wederom benadeeld
o Kan last hebben van laag zelfbeeld
School bepaalt dus of een kind op het goede moment geboren wordt en alles uit het
onderwijs kan halen.
Huidige onderzoeken
Vooral uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk. Eigenschappen van de UK zijn;
• Kinderen blijven bijna nooit zitten
Hierdoor gebruik gemaakt van ‘relative age effects’ om het effect van de geboorte
effecten te beschrijven
• In andere landen → langere kleuterperiode dus meer verschil
De onderzoeksvragen
Is er een relatie tussen het geboorteseizoen en het overdoen van een jaar?
➢ Hypothese: Kinderen geboren in het laatste kwartaal zullen eerder een jaar overdoen
dan kinderen geboren in het eerste kwartaal.
Heeft een groot leeftijdsverschil tussen kinderen in dezelfde klas als resultaat dat er
verschillende wiskundige vaardigheden ontstaan aan het begin van klas 1?
, ➢ Hypothese: Kinderen die geen jaar hoeven over te doen en geboren in het eerste
kwartaal zullen betere prestaties leveren dan kinderen geboren in het laatste kwartaal
Hoe ontwikkelen deze verschillen in wiskundige vaardigheden zich tussen het begin van klas
1 en het eind van klas 2?
➢ Hypothese: Verschillen in wiskundige vaardigheden tussen jongere en oudere
studenten in dezelfde klas zullen verminderen wanneer de kinderen ouder worden.
Ontwikkelt de prestatiekloof zich anders in klassen waar aandacht is voor individuele
leerbehoeften dan kinderen dan in klassen waarin minder aandacht is voor deze individuele
behoeften?
➢ Hypothese: Wanneer het onderwijs meer gericht is op minder goed presterende
kinderen is dit gunstig voor het jonge kind en zal het effect van het geboorteseizoen
worden verminderd.
➢ Hypothese: Als de instructie zich richt op zowel laag- als hoog presterende kinderen
worden er weinig tot geen verbanden gevonden tussen het richten van onderwijs op
de leerbehoeften en de prestatiekloof tussen de jongere en oudere kinderen.
Methode van onderzoek
Deelnemers:
Een groep kinderen in hetzelfde jaar, gevolgd tussen de kleuterklas en de zesde klas. De
kinderen bevinden zich in dezelfde leeftijdsklasse. De moeders hebben een diverse afkomst
en een verschil in niveau van onderwijs.
De kinderen zijn geobserveerd aan het begin van ‘grade 1’, het eind van ‘grade 1’ en het
eind van ‘grade 2’. De ontwikkeling van de kinderen is op deze manier te meten.
De testen zijn aangepast op het niveau van de kinderen. Dit zijn wiskundige testen.
Instructie:
• Leraren moeten zich focussen op de wiskundige lessen die zij gedurende de recente
standaard weken geven.
➢ Dit zal gelijk zijn aan de lessen gedurende het schooljaar
• Leraren moeten aangeven hoe vaak zij een instructie geven aan de hele klas, aan
kleine groepjes kinderen en individueel.
➢ Aangeven hoelang deze vormen van instructie duren
• Leraren moeten aangeven hoe vaak zij de uitleg aanpassen aan de ‘goed
presterende leerlingen’ en de ‘minder goed presterende kinderen’.
➢ DiffLow → gericht op minder goed presterend
➢ DiggHigh → gericht op goed presterend
Resultaten
Geboorteseizoen en een jaar overdoen
Niet alle kinderen konden na het eerste jaar door naar het tweede jaar.
• De meeste kinderen die moesten blijven zitten waren geboren in het laatste kwartaal.
• Kinderen geboren in het eerste kwartaal hebben een klein aantal zittenblijvers.
• De hoeveelheid kinderen geboren in het tweede en derde kwartaal liggen hiertussen.
Resumerend hebben jongere kinderen een grotere kans om te blijven zitten.
Geboorteseizoen en wiskundige prestaties
, • Kinderen geboren in het eerste kwartaal laten meer prestaties zien dan de jongere
kinderen geboren in het laatste kwartaal.
• Grootste verschil tussen kinderen uit het eerste en laatste kwartaal
• Geen rekening gehouden met het mogelijk moeten blijven zitten in de kleuterklas en
hierdoor al ouder.
➢ Soms lagere prestaties dan jongere kinderen in de klas → vaak blijven zitten
door moeite met de stof in school
Het verschil tussen de jongste kinderen en de oudste kinderen die hebben moeten blijven
zitten laat zien dat het verschil in prestatie ligt aan de onvolwassenheid van deze jongere
kinderen.
Geboorteseizoen en wiskundige ontwikkeling
Er is data gebruikt van kinderen die niet zijn blijven zitten, niet zijn verwisseld van school en
van wie de scores beschikbaar waren voor minimaal 1 van de 3 metingen.
• Model 1: ontwikkeling overall →
Ontwikkeling neemt toe tussen het begin van het eerste jaar en het einde van het
tweede jaar.
• Model 2: ontwikkeling kinderen geboren in diverse kwartalen →
Geen verschil tussen kinderen geboren in het eerste en tweede kwartaal
Kinderen geboren in de laatste twee kwartalen laten snellere ontwikkeling zien dan
kinderen geboren in het eerste kwartaal.
• Model 3: relatie tussen geboorteseizoen en wiskundige ontwikkeling →
Het verschil tussen de wiskundige vaardigheden tussen de diverse kwartalen neemt
gedurende de schooljaren af.
Verklaringen van het afnemen van dit verschil:
• Het relatieve leeftijdsverschil wordt kleiner wanneer de kinderen ouder worden.
• De samenstelling van de proef is het resultaat van het wel of niet blijven zitten wat
gerelateerd is aan de geboorteseizoenen
De relatie tussen geboorteseizoenen en wiskundige prestaties is niet verschillend voor
kinderen die zijn blijven zitten.
Aangepaste uitleg als verzwakkende factor
Er is enkel een minimale relatie gevonden tussen de wiskundige prestaties en het gebruik
van de aangepaste uitleg.
• Kinderen in klassen met hoge levels van klassikale instructies → mindere
prestatiegroei
➢ Minimaal
• Een gemiddelde groep extra instructie geven verhoogt de prestatie van de minder
presterende kinderen maar verlaagt de prestatie van de presterende kinderen (uitleg
sluit niet aan)
Conclusie
Twee type relaties tussen het geboorteseizoen en de schoolprestaties
• Jongere kinderen, geboren in de laatste maanden van het jaar, doen sneller een jaar
over dan de oudere kinderen in een groep.
• Tussen de kinderen die groep 1 voor het eerst doorlopen wordt een minimaal tot
gematigd verschil in prestaties gezien bij diverse geboorteseizoenen.
, Ondanks dat het verschil in niveau tussen de diverse geboorteseizoenen gedurende de
schooljaren afneemt, zijn de belangrijkste resultaten aan het eind van schooljaar 2.
Het verschil in uitleg in de klassengroepen speelt geen rol in het verminderen van de
prestatiekloof tussen de jongere en oudere kinderen.
Discussie
• Vergelijkbare onderzoeken worden vooral uitgevoerd in de UK waar kinderen bijna
niet tot niet blijven zitten. Het onderzoek in de Vlaamse stad heeft een positieve
bijdrage omdat dit kan aantonen wat de invloed is van het moeten overdoen van een
leerjaar en de geboorteseizoenen.
• Bezorgdheid over de ongelijkheden tussen de diverse leeftijden binnen een groep als
resultaat van het overdoen van klassen.
➢ Jongere kinderen worden onderschat waardoor kinderen geboren in het
laatste kwartaal vaak een klas moeten overdoen
➢ Kinderen moeten voldoen aan cognitieve standaarden voordat zij de eerste
groep mogen beginnen
• Kinderen die zijn geboren in verschillende seizoenen beginnen een groep met
verschillende wiskundige vaardigheden.
➢ Kinderen geboren in het laatste kwartaal moeten een groei doormaken om
hetzelfde niveau te bereiken als kinderen geboren in het eerste kwartaal. Dit
volbrengen deze kinderen niet altijd waardoor er een kans is dat zij een groep
moeten overdoen
• Het schoolsysteem is verschillend in ieder land en in iedere regio.
Artikel Effectiveness of grade retention: A systematic review and meta-analysis
Heterogeneity = Een variatie in de academische en psychosociale vaardigheden van de
studenten. Een manier om hiermee om te gaan is bijvoorbeeld het doubleren van studenten.
Het zittenblijven/doubleren in praktijk
Door het doubleren willen leraren de heterogeniteit aanpakken waardoor de variatie van
vaardigheden binnen een groep geminimaliseerd wordt.
In sommige landen wordt dit veel ingezet, maar in andere landen is dit het laatste redmiddel.
Theoretische discussie
Educatoren zijn ervan overtuigd dat;
• Leerlingen de vaardigheden van de eerste groep onder de knie moeten krijgen
voordat zij klaar zijn om de vaardigheden van de volgende groep te leren.
o Wanneer leerlingen de stof niet begrijpen zal de volgende groep ook te
moeilijk zijn. Zij kunnen beter het jaar overdoen zodat zij deze stof wel
begrijpen.
• Wanneer de zwakste leerlingen het jaar overdoen zal de heterogeniteit vermindert.
o De doublerende leerlingen kunnen hierdoor gemakkelijker uitleg ontvangen.
Zij starten met de basiskennis en kunnen hierop voortborduren.
• De leerlingen krijgen hierdoor bijvoorbeeld een beter zelfbeeld, meer plezier in
school, motivatie en kunnen meer sociale relaties aangaan.
• Het laat blijken aan andere studenten dat zij hun best moeten doen omdat
consequenties volgen wanneer doelen niet worden behaald
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rkjahn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.