Uitgebreide en gestructureerde samenvatting van het keuzevak sportrecht (AJ ) gedoceerd door An Vermeersch aan de Ugent.
Alle delen zijn opgenomen met uitzondering van het hoofdstuk omtrent dopingpraktijken (laatste les).
Het is niet onbelangrijk om sport te definiëren want het bepaalt het toepassingsgebied van
wetgeving
- Voorbeeld 1: een catcher was positief op een dopingcontrole. In eerste aanleg legde de
disciplinaire commissie hem een schorsing op. Hij tekent beroep aan tegen deze beslissing
voor de disciplinaire Raad en argumenteerde dat catch geen sport is waardoor het niet
onder het toepassingsgebied valt van het dopingdecreet. Bij de Raad stelt zich de ‘vraag
wat is sport?’. Daar er geen juridische definitie van sport was in het decreet, heeft de raad
zelf een definitie uitgewerkt met als gevolg dat catch geen sport was want het competitief
element ontbrak. Het is een artistiek schijngevecht. De catcher werd dus vrijgesproken.
- Voorbeeld 2 de sporttakkenlijst (zie bijlage 3 uitvoeringsbesluit decreet 2016): de vlaamse
overheid zegt in het decreet van 2016 dat ze sportfederaties (als overkoepelende federatie
van sportclubs) gaan erkennen en subsidiëren als ze aan sommige voorwaarden voldoen.
In dit decreet vind men een definitie van sport en in deze definitie vind men ook het
gezondheidsbevorderend aspect terug. Gelinkt aan dit decreet van 2016 is er de
sporttakkenlijst. Dit is een lijst opgesteld door de vlaamse regering met sporttakken die
erkend en gesubsidieerd kunnen worden. De federaties die sport aanbieden die op die lijst
staan, kunnen zich laten erkennen en komen dan in aanmerking voor subsidiëring door de
vlaamse OH. Je mag niet zeggen dat wat op die lijst staat sport is en wat niet op die lijst
staat geen sport is, maar er zijn een aantal sporten waarvoor de vlaamse OH subsidiëring
tegenover wil stellen. Opdat een sporttak op de lijst van de vlaamse regering zou komen,
moet het voldoen aan twee voorwaarden (zie art. 9 decreet 2016 ivm erkenning en
subsidiëring).
- Fysieke activiteit (e-sport kan niet op lijst komen)
- (a) Olympische sport/sport die deel uitmaakt van een internationale federatie die
deel uitmaakt van GIVES OF (b) voldoende draagvlak in Vlaanderen
1
,⇒ Er is geen eenduidige definitie van sport, maar in alle definities komt het fysiek- of
gezondheidsbevorderend aspect terug.
Wat is sportrecht?
Er zijn twee academische stromingen:
- Stroming 1: sportrecht is niets meer dan de toepassing van het recht op sport, er bestaat
geen apart sportrecht gecreëerd vanuit de sport zelf (Bv: Grayson)
- Stroming 2: eigen gecreëerd recht vanuit de sportsector zelf. Alle reglementen en
geschillenbeslechting leidt tot een eigen rechtssysteem met eigen regels los van het
gemeen recht
⇒ Vandaag een soort tussenvorm waar men erkend dat federaties en de sport zichzelf kunnen en
mogen organiseren obv het recht van vereniging. Dat ze daar regels kunnen aan koppelen en
kunnen gaan sanctioneren bij overtreding, maar daarbij moet er steeds rekening gehouden worden
met het gemeen recht. Prof zegt dat het een rechtstak in ontwikkeling is.
2. Structuren en bronnen van het sportrecht
2.1 Verhouding tussen sport en de overheid
Simplistisch weergegeven zijn er twee modellen.
- Het interventionistisch model (Bv: Frankrijk waar de OH sterk intervenieert in de sport en
het mede gaat organiseren)
- Het niet-interventionistisch model (Bv: Zweden is een land waar de OH zich weghoudt
van de sport en veel autonomie geeft aan de sport om zichzelf te organiseren. Er wordt
weinig sportbeleid gevoerd)
BE zit daar een beetje tussen. De autonomie wordt hier wel erkend, maar met het decreet van
2016 zie je dat de OH zegt dat je aan voorwaarden moet voldoen om erkend en gesubsidieerd te
worden.
Autonomie en specificiteit: twee belangrijke begrippen om de verhouding weer te geven tussen de
sport en de OH namelijk:
Autonomie: de sport kan zichzelf organiseren en reglementeren
- Horizontale: verhouding met de OH. De autonomie wordt erkend met als duidelijke grens
dat de sportsector het gemeen recht moet respecteren
2
, - Verticale: moet je zien binnen de sport zelf. Er is een sportpiramide waar je het IOC als
koepel hebt die via een charter verplichtingen gaat opleggen waar de internationale
federaties aan moeten voldoen. De internationale federaties blijven verantwoordelijk om
hun sport te organiseren door elementen die dan weer op een lager niveaus moeten
worden nageleefd → iedereen heeft een bepaalde bevoegdheid binnen een bepaalde sport
en moet zijn reglementen afstemmen op degene van het hoger niveau
Specificiteit: gaat terug tot de oude RS van het HvJ waar het Hof in de jaren 70 een a contrario
redenering ging toepassen en zei dat het europese recht van toepassing is op sport voor zover het
een economische activiteit betreft
- Kritiek: dit is een redenering die je vandaag niet meer kan maken, aangezien je niet meer
kan zeggen dat er sportactiviteiten buiten het economisch gegeven staan. Je hebt snel een
economische link
- Belang vandaag: het wordt vandaag nog gebruikt door de sport als argument voor een
bijzonder statuut. “We zijn zo speciaal en specifiek dat we ons eigen systeem hebben
waardoor het gemeen recht niet van toepassing is op ons”. Er zijn twee andere dimensies
die vandaag nog spelen. Enerzijds heb je een aantal kenmerken die de sport toegedicht
worden vanuit politiek en sociologisch oogpunt (Bv: sociaal aspect,
gezondheidsbevorderend, etc) dus sport brengt een belangrijke meerwaarde. Anderzijds
heb je het juridische (pragmatische) waar men gaat zeggen dat er toch wel een aantal
specifieke eigenschappen zijn van de sport waardoor er soms een mildering is van het
recht binnen de grenzen van de proportionaliteit (Bv: competitief evenwicht is nodig, als je
op voorhand weet dat een ploeg kampioen speelt dan heb je geen sportcompetitite meer
en heb je geen kijkcijfers meer. Typisch voor de sport is dat je de concurrent nodig hebt ><
bakker)
De sportmodellen:
Noord-Amerikaans model Europees model
Piramidestructuur Amateur >< professionals: bij ons kan je
- Uitz: boks heeft verschillende gemakkelijk van het ene niveau naar het
internationale federaties, normaal 1 per andere
sport
Bijzonder systeem van promotie en Grote rol van scholen en colleges
degradatie: via sportieve verdiensten kan men
tot de top geraken in nationale competitie
- Uitz: belgische voetbalcompetitie (1A
en 1B)
Grassroots en vrijwilligers Gesloten competitie (Bv: topclubs die zich
3
, willen losscheuren van UEFA en de champions
league en een eigen competitie willen
organiseren)
Nationale identiteit met nationale Commercialisering en daaraan gekoppeld
kampioenschappen met wedstrijden onderling CAO met een aantal grote beperkingen (bv:
teams en spelers)
Internationale competities Beperkingen teams en spelers
⇒ Het verhaal van het europees sportmodel is vandaag voorbij, door de uitzonderingen zijn beide
modellen naar elkaar toe aan het groeien. Zo heb je bijvoorbeeld het verhaal van de european
super league waar grotere europese clubs gesloten competities willen organiseren.
2.2 Bronnen van de sport
De bronnen hangen sterk vast met de structuur van
de sport (piramidestructuur). De piramidestructuur is
gelinkt met het europees sportmodel (zie infra). Het
IOC bevindt zich vaak boven de internationale fed.
2.2.1 Reglementen van sportverenigingen
Elk niveau kan zijn eigen reglementen opstellen
rekening houdend met de reglementen van bovenop (hiërarchische verticale structuur).
Olympic Charter: idee van verticale autonomie komt hierin boven. Internationale federaties
moeten hun reglementen in overeenstemming brengen met enerzijds het Olympic Charter en
anderzijds de Anti doping Code van WAFA en de Code rond manipulatie van wedstrijden (3
documenten waar internationale federaties rekening moeten houden bij de organisatie van zijn
sport).
2.2.2 Wetgeving
Nationaal:
Sport is een exclusieve gemeenschapsmaterie dus we zullen voornamelijk kijken naar decreten.
In sport heb je ook andere aspecten zoals het economisch aspect die op federaal niveau geregeld
is in wetten (Bv: arbeidsstatuut van professionele sportbeoefenaars en voetbalwet ivm veiligheid in
voetbalstadion).
Europees en internationaal vlak: niet echt harde sportwetgeving
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ugentstudent1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.