Zelf maak ik altijd mijn eigen samenvattingen. Ik ben zelf erg netjes en zorg altijd dat mijn samenvattingen op en top verzorgd zijn. Alles staat erin en hierdoor haalde ik voor dit vak een 8 :) ik zou graag mijn medestudenten hiermee willen helpen!
Staatsrecht
Week 1
Leerdoelen:
De student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven; (statuut, grondwet)
(1)
De samenleving bestaat uit mensen die ieder hun individuele- en collectieve belangen
nastreven. Om al deze verschillende belangen met elkaar in evenwicht te brengen, is een
zekere ordening van de samenleving nodig. We spreken van een staat als er een
gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied, waarover een organisatie het
hoogste gezag uitoefent. De drie kenmerken van een staat zijn dus grondgebied, de
gemeenschap van mensen (bevolking) en het gezag. Soms wordt er nog een 4e kenmerk
genoemd: erkenning door andere staten. (handelingen sluiten met andere landen)
Sinds 2008 hebben Nederland en zijn staatsrechtelijke partners een akkoord gesloten over
nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Bonaire, Sint-
Eustatius en Saba (BES-eilanden genoemd) hebben de status gekregen van openbaar
lichaam in de zin van art. 134 grondwet en zijn een soort overzeese gemeente geworden. De
Nederlandse regelgeving zal in de nieuwe gemeente overigens geleidelijk en, vanwege de
invloed van het Antilliaanse recht, niet volledig worden ingevoerd.
Wie behoren zich tot het Koninkrijk der Nederlanden en hoe gaan deze landen met elkaar
om? Zijn ze formeel gelijkwaardig aan elkaar? Het statuut is een staatsregeling waarin
afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het Koninkrijk der
Nederlanden en de samenwerking. De preambule (dit is de aanhef) van het statuut vermeldt
dat de voormalige koloniën ‘uit vrije wil hebben verklaard in het Koninkrijk der Nederlanden
een nieuwe rechtsorde te aanvaarden’. Aangelegenheden die het Koninkrijk betreffen zijn
volgens art. 3 lid 1 van het Statuut onder andere de handhaving van de onafhankelijkheid,
de verdediging van het Koninkrijk en de buitenl andse betrekkingen. Wetten die van
toepassing zijn in het gehele Koninkrijk heten rijkswetten.
De rangorde van het geschreven staatsrecht
1. De verdragen (EVRM)
2. Statuut (voor het Koninkrijk der Nederlanden)
3. Grondwet (voor het Koninkrijk der Nederlanden); Organieke wetten en overige
wetten in formele zin
(Organieke wet = Als de grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet
in formele zin, een wet dus van de regering en de Staten-Generaal) voorbeelden hiervan zijn
gemeentewet, provinciewet, kieswet)
Formeel gelijkwaardig aan elkaar. In de praktijk is dit wel anders
,De student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de
Grondwet is en wat er in geregeld wordt; (2)
Bronnen van het staatsrecht
Geschreven staatsrecht (verdragen)
Ongeschreven staatsrecht (staatsrechtelijke gewoonterecht) Minister heeft
wekelijks overleg met het staatshoofd Willem Alexander en in dit overleg bespreken
ze wat er is besproken in de ministerraad, hierin kan Willem Alexander zich uiten en
zijn mening geven over hoe hij denkt over bepaalde kwesties. De verhoudingen
tussen premier en het staatshoofd mogen absoluut niet besproken worden, of naar
buiten worden gebracht. Als de minister dit toch doet, moet hij meteen aftreden
Rechtspraak (jurisprudentie)
Grondwet
De grondwet legt de grondrechten van burgers vast. Ook staan in de wet regels voor de
inrichting van de Nederlandse staat. De grondwet regelt de inrichting en het functioneren
van de Nederlandse staat, de staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht. Zo stelt art.
42 lid 1 grondwet dat de regering wordt gevormd door de Koning en de ministers en bepaalt
art. 81 grondwet dat de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk wetten vaststellen. De
grondwet vult het statuut aan voor wat betreft zaken die het gehele Koninkrijk betreffen.
Verder bevat de grondwet de hiervoor genoemde grondrechten, die burgers beschermen
tegen al te grote inbreuken door de staat.
De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven (grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtspraak); (3)
De vier pijlers van de rechtsstaat:
Scheiding der machten (naar een idee van Montesquieu)
1. Wetgeving: Staten-Generaal, maar maakt de wetten samen met de regering
2. Uitvoerende macht: Regering, maar ook politie, leger, brandweer (regering mag
ook zelfstandig regels maken)
3. Rechtspraak: Door de rechterlijke macht, maar ook door organen die niet tot de
rechterlijke macht behoren
Staat niet letterlijk in de grondwet, maar staatshoofd en regering etc staan in een
apart hoofdstuk.
Legaliteitsbeginsel Voor alle overheidsoptreden moet een wettelijke basis (een
wet die is gemaakt door een volksvertegenwoordiging) zijn in de wet. (Art 16 Gw)
Grondrechten Rechten die burgers de vrijheid geven om zonder bemoeienis van
de overheid te leven. Fundamenteel recht dat in beginsel door de staat ten opzichte
van de burger gerespecteerd moet worden.
, Onpartijdige en onafhankelijke rechters
Week 2/3
Burgers zijn onderworpen aan het gezag van de overheid die hen veiligheid, bescherming en
zorg biedt. Daarvoor leveren ze een stukje van hun eigen vrijheid in. Grondrechten komen
van bepaalde filosofen, het zou mooi zijn als mensen rechten hebben, die men beschermt
tegen de overheid, dit idee kwam door alle oorlogen en machtsmisbruik. Als reactie hierop
ontstond het idee dat mensen van nature gelijk zijn en daarom een aantal fundamentele
rechten bezitten die ieder ander, dus ook de overheid moet respecteren. Volgens John
Locke (1632-1704) heeft ieder mens bijvoorbeeld recht op leven, vrijheid en eigendom (‘life,
liberty and property’). Niet letterlijk in de praktijk maar het gaat echter om de essentie dat
ieder mens bepaalde rechten heeft die horen bij het mens zijn. Deze mensenrechten
worden grondrechten genoemd en zijn onvervreemdbaar, dat wil zeggend dat ze niet aan
een ander kunnen worden overgedragen. Geïnspireerd door de Bill of Rights uit Amerika en
in Frankrijk de Declaration des Droits de I’Homme et du Citoyen, die was gebaseerd op het
uitgangspunt vrijheid, gelijkheid en broederschap, zijn in Nederland vanaf 1814 steeds meer
grondrechten op verschillende plaatsen in de Grondwet vastgelegd. Na het statuut voor het
Koninkrijk der Nederlanden is de grondwet de hoogste wet. De huidige grondwet begint
met een apart hoofdstuk over grondrechten (artt. 1 t/m 23 Gw), waaruit de fundamentele
waarde blijkt die in Nederland aan deze rechten wordt toegekend. Grondrechten kunnen
verdeeld worden in klassieke en sociale grondrechten.
Leerdoelen
De student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt
verstaan en wat het verschil is tussen beiden; (4)
Klassieke grondrechten (oudste grondrechten/mensenrechten): niet alleen opgenomen in
de grondwet, maar ook in internationale verdragen. Beschermen de burger tegen de macht
van de overheid; verplichten de overheid te onthouden van bemoeienis. Voorbeelden zijn
vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, recht op gelijke behandeling en kiesrecht. De
klassieke grondrechten zijn afdwingbaar bij de rechter. Dat wil zeggen dat als je gestoord
wordt in de uitoefening van een grondrecht dat je de rechter om een oordeel mag vragen.
Stel je wil demonstreren, maar deze demonstratie wordt door de burgemeester verboden.
Het gaat om een klassiek grondrecht hier (het recht om te demonstreren). Je mag hier dus
de rechter vragen om een oordeel over dit verbod wat je hebt gekregen. Artt. 1 t/m 18 lid 1
en 23 lid 2.
Waarborgnormen:
- Overheidsingrijpen in beginsel niet toegestaan (tenzij uitdrukkelijke grondslag om te
beperken in de grondwet zelf vermeld staat) bijvoorbeeld als je het recht van
vrijheid van godsdienst nou buiten besloten gebouwen zoals een kerk gaat belijden,
dan mag de overheid weer meer beperkingen opstellen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur floorpriem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.