Aantekeningen van hoorcolleges, Jodendom, natie, cultuur, religie
30 vues 2 fois vendu
Cours
Jodendom, natie, cultuur, religie (RE2V18001)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Dit zijn de aantekeningen van de hoorcolleges van het vak ''Jodendom; natie, cultuur, religie (RE2V18001)''. Mijn gemiddeld cijfer voor dit vak was een 7,7.
College 1 15-11-2022 joodse identiteit
Jodendom is gefilterde interactie. Wat is het jodendom?
- Zijn het belijders van een religie?
- Lidmaten van een etniciteit?
- Hebben ze herkenbare kenmerken (verouderde notie van ‘ras’)?
- Wat is de toegeschreven identiteit door outsiders? Hier speelt vaak antisemitisme een
rol.
Er is een associatie met religie, is het religie wat jodendom joods maakt?
- Ja, en nee.
- Nee: je kunt het met religie niet helemaal afdichten. Religie speelt een rol in het joods
zijn maar het is niet alleen wat het is.
Jodendom is niet de religie van het oude testament! Het jodendom is niet alleen in de tekst
van de Tenach te vinden.
Dit komt omdat het jodendom (vooral vanaf de periode van de 1e en 2e eeuw) zich is gaan
identificeren als het Rabbijns jodendom. Zij kwamen met de uitlegtraditie van de Thora, deze
traditie ook weer op schrift gesteld (Talmoed). Dit is de leesbril waarmee je de Thora leest.
Je hebt dus naast schrift, traditie.
Jodendom is dus niet alleen een religie. Het is ook een etniciteit, geschiedenis en cultuur. Je
kunt dus atheïstisch zijn en toch als Joods identificeren. Er is ook geen echt woord voor
religie.
Het jodendom is een religie geworden in de interactie met het christendom. Zowel in de 4e als
de 19e eeuw formuleert het jodendom zichzelf als religie (4e eeuw als reactie op het
institutionaliserende christendom, 19e eeuw met ontstaan van orthodoxie).
Vele definities van religie werken niet voor de Islam of Jodendom. Dit komt omdat het ook
een cultuur en etniciteit is, de definities van religie zijn gebaseerd op christelijke ideeën van
religie.
Een jood hoeft dus niet in jodendom te geloven om jood te zijn. Het jodendom is een cultuur
en tot op zekere hoogte een religie van discussie en meningsverschillen. Er is een sterk
etnische kant aan het joods zijn.
Het is niet zozeer wat je gelooft bepalend voor wie je bent maar eerder wat je doet is bepalend
voor wie je bent! Praxis bepaald je religieuze identiteit.
Etnisch = je bent joods voordat je het kiest, je wordt er in geboren (via joodse moeder).
Het jodendom is ook uiterlijk herkenbaar, denk aan kledingcodes als keppel, hoed, kaftan, een
gebedsriem etc. met deze kleding laat je zien dat je anders bent dan je omgeving.
Kledingcodes benadrukken dus de eigen identiteit en maken onderscheid van hen en hen
omgeving.
,Deze kledingcodes zijn echter geen voortzetting of uiting van een oude traditie, de meeste
kledingcodes komen namelijk uit de 18e en 19e eeuw en zijn ontwikkeld in het moderne
jodendom!
Hebreeuwse bijbel = Tenach → Thora (wetten), Nevi’im (profeten) en Chetuvim
(geschriften).
Israël:
- Politiek: Naam voor Noordrijk (Metonymia), Israël noordrijk, Juda zuidrijk.
- Etnisch: Het volk Israël (bijbels). Het is ook een retorische term voor voortzetting van
Bijbelse Verbondsvolk kerk als versus Israel. Het staat voor de zonen van Jakob als
het volk van Israël. Wordt ook gebruikt als naam voor een jood, een gewone joodse
man meestal.
- Ook het naam van het land Israël (Erets Israël).
- De staat Israël, joodse staat of staat voor joden?
De Diaspora = verstrooiing de aanwezigheid van Joden buiten het (beloofde) Land
(vrijwillig). Dit is te onderscheiden van de negatief geladen Galut = ballingschap (van mens
of van volk Israël). Historisch was de babylonische ballingschap een politieke realiteit in de 6e
eeuw voor christus. Veel joden blijven na de ballingschap in de gebieden waar zij naar toe
zijn gevlucht, dat is de Diaspora.
Het is een vruchtbare interactie tussen een joods minderheid en een niet-joodse gemeenschap.
Dit is dus niet iets negatiefs!
De gedeelde geschiedenis van de joodse geschiedenis maken deel uit van de joodse identiteit.
Het jodendom is een religie gebaseerd op etniciteit! De joodse identiteit ontwikkelt zich in
een voortdurende interactie van joodse elementen, met culturele, niet-joodse context.
Identiteit:
- Joodse identiteit kristalliseert zicht telkens weer uit vanuit interactie van joods
culturele en religieuze elementen met de niet joodse omgeving
- Joodse identiteit positioneert zich in spanningsveld tussen assimilatie aan niet joodse
omgeving en separatie
- Joodse identiteit bestaat niet, ze is er omdat er joden zijn.
Als religie is het jodendom universeel, maar het heeft een particuliere grondslag omdat het
geworteld is in etniciteit. Zo kent het ook geen zending bv!
Het jodendom is niet essentialistisch te definiëren. Diverse elementen bepalen in uniek
samengaan je joodse identiteit. Er is geen objectieve maatstaf!
Joodse identiteit is een pizza, de samenstelling van de pizza is echter voor iedere persoon
anders.
Zes elementen pizza:
1. Persoonlijke omgeving, familie, gezin
2. Nederlandse taal en cultuur
3. Joodse religie
4. Herinnering aan deprivatie, antisemitisme, vervolging, shoah (holocaust)
5. Betrokkenheid op staat/land Israël
6. Joodse cultuur (muziek, keuken, literatuur etc)
,College 2 17-11-2022 Bijbelse grondslagen
Er zijn drie dimensies in de bijbelse literatuur;
1. Verhalen, joden vandaag de dag verhouden zich op een natuurlijke manier op de
verhalen. De verhalen doen zich voor in het dagelijks leven, de verhalen zijn dus de
realiteit voor een jood.
2. Wetgeving, continuïteit en discontinuïteiten zijn hier te zien. Bepaalde wetten worden
bv niet meer toegepast zoals bv offers en de tempelcultus.
3. Profetie, zowel verschuivend als blijvend iets.
Alle drie spelen een rol in de joodse identiteit, de manier waarop en de mate waarin is
verschillend.
Tenach; is een materiële cultuur. De Tenach is vaak in de rol vorm. De Thora is dus één grote
rol die je kunt uitrollen. Men leest de Thora in de cyclus van 1 jaar.
Je bewaard de rol in een draagbare houten kist (Aron Hakodehs) in de oudheid. De rol moest
dus verplaatsbaar zijn zodat de Thora mee kon reizen. Een rol is geschreven op perkament
van stevig materiaal en wordt vanaf de middeleeuwen gelezen met een Jad, een aanwijzer
omdat de Thora niet aangeraakt mag worden met de hand en het perkament niet beschadigd
gelezen mag worden.
Een thora rol mag niet uit het hoofd gelezen worden, het voorlezen uit de rol is een
ritualiseerde voordracht, omringd door regels. Het reciteren uit de rol wordt gezien als een
presentie van God zelf.
Pas in de vroege middeleeuwen is de tekst tot stand gekomen. Dit is de standaard tekst van de
Hebreeuwse bijbel en wordt genoemd Masoretische teksten. Pas laat middeleeuws komt het
systeem van verzen en boeken naar voren, aanvankelijk was er geen systeem in de boeken.
De tekstbasis is de Codex Leningradensis uit de 11e eeuw. Dit is de tekstbasis voor alle
teksten die we nu hebben.
In de 20e eeuw zijn er rollen gevonden waaronder bijbelrollen uit het Qumran gebied. Deze
rollen komen uit de periode voor de Codex Leningradensis.
De boekuitgave van de Thora is de Chumash.
TeNaCh = Thora (wet) Neviiem (profeten) Chetuvim (Geschriften). In totaal 24 boeken.
De vorm van de Hebreeuwse bijbel is concetrisch, commentaren op Thora met mondelige
Thora als geopenbaard. Het hart van de bijbel is de Thora, verhalen en wetgeving. De
profeten daaromheen en daar nog omheen de geschriften, vormen een herneming van of een
commentaar op de Thora.
Dus, de Neviiem en de Chetuvim zijn dus meer interpretaties en commentaren op de vijf
boeken van de Thora, de Thora is dus het hart en staat in het centrum met daaromheen de
Neviiem en de Chetuvim.
DE THORA IS HET CENTRUM EN HET HART VAN DE TRADITIE! Met daaromheen
commentaren van de Neviiem, Chetuvim, Talmoed etc.
Rond 200 B.C. is de Thora geredigeerd en als canoniek aanvaard. De griekse diaspora in de 2e
eeuw laat vloeibaarheid rest canon zien.
, Autoriteit en populariteit is in het rabbijns jodendom een belangrijke factor in het kiezen van
boeken voor de canon. Het jodendom heeft niet een centraal leergezag of concilie dat
canoniciteit bepaalt of afkondigt dus gaat men af van de populariteit van de tekst.
Bijbelwetenschappers zijn er overeen dat de verhalen van de aarsvaders dat die in de orale
vorm circuleerden voordat het werd opgeschreven. Dat op schrift stellen is gebeurd in een vrij
korte periode, het is een vermoeden dat dit gebeurd is tijdens de Babylonische ballingschap.
Deze ballingschap leidt tot reflectie op oorzaken van het verval van het Rijk en redactie Thora
en de profeten.
Na de babylonische ballingschap kwam de hogepriester Ezra worden redactie werken
toegeschreven.
In de 6e eeuw V.C. kwam de perzen op en veel Griekse filosofen kregen aanzicht. De Thora
gaat vanaf de tijd van Ezra de rol spelen van de wet. Het wordt de wet voor de joden.
Samaritanen (die zich afscheiden van joden na de Babylonische ballingschap) hebben een
andere teksttraditie.
De term jodendom komt pas in de latere griekse tijd naar voren, daarvoor was het een
israëlitische periode!
Bijbelse religie = Israëlitische fase.
Belangrijke aspecten en momenten jodendom;
Emic;
- Verbond is belangrijk. JHWH sluit een Verbond met de Aartsvaders, Abraham, Isaac
en Jacob.
- Uittocht uit Egypte, begin van volkswording Israël
- Wetgeving via mozes bezegelt verbondsrelatie en monotheïsme.
Etic:
- Tribale religie met Semitische lokale BergGodheid :JHWH en Elohim. Die
verbondsverhalen vertellen ons dus iets over de ontwikkeling van een tribale religie
rond een semitische lokale godheid die El heeft geheten die later Adonai gaat heten.
- Er is geen archeologisch bewijs voor de Uittocht! Verhaal drukt visie uit op JHWH
als bevrijder-God.
- Wetgeving; invloed van onder meer Mesopotamische tradities.
Transitie Koningen en profeten:
Emic:
- David en zijn zoon Salomon vestigen regionale grootmacht Juda, na dood Salomon
splitsing Noordrijk Israël (tien stammen) en zuidrijk Judea (twee stammen).
Etic:
- Archeologisch debat. Er is een debat over wanneer kunnen we de materiele vondsten
precies dateren, hoe oud zijn die?
Er zijn sociale, religieus, autoriteit transities.
Transitie Sociaal:
De bijbelse tribale religie die gaan gelijdelijk aan plaats maken voor een politieke macht en
etnische grootheid na de babylonische ballingschap.
Na de ballingschap wordt er niet meer gesproken van stammen, er is een overgang van een
tribale religie naar een meer etnische grootheid.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LukasVonhout. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.