2022
2023
PMO
PMO – KAREN DE ROCKER
,1 SITUERING VAN HET VAKGEBIED
Psychomotoriek: is de studie van de motoriek waarin de gedragingen tot uiting komen
• Langzaam leren doelbewust bewegen of handelend bewegen
o Interactie van de verschillende motorische en psychische functies
• Langzaam leren juist en aangepast bewegen
o Lichaam leren kennen en juist leren gebruiken
VOORBEELD: bij spelletjes, straat oversteken, …
• Simultane ontwikkeling van lichaam, geest en gedrag
Psychomotoriek kan men niet los zien van de menselijke persoonlijkheid
• Intelligentie, karakter, motivatie, affectie, ….
Ook reikt psychomotoriek verder dan observatie van uiterlijke feiten
à GEMIDDELDE INDIVIDU BESTAAT NIET
Zet lichaam doelgericht in
• Motorisch (spieren, gewrichten)
• Cognitie (doel bereiken + hoe)
• Sociale aspecten (met wie, naar wie, samen)
• Emotionele componenten (hoe voel je je?) à Ondersteuning door andere
è = simultane ontwikkeling van lichaam, geest en gedrag
Leren bewegen als kind door
• Imiteren van ouders
• Spieren à sterke aanleg nodig
• Evolutie = groei
• DNA & genen
• Lichamelijke basiseigenschappen: kracht, lenigheid, coördinatie, uithoudingsvermogen
• CZS
0 – 4 MAAND à (NEURO) MOTORIEK
1. Fundament huis
2. = hardware van PM
3. Neuromotoriek: is interne neurologische organisatie van bewegingen
4. Reflexmatig
5. Motoriek: is interne organisatie van bewegingen
6. Centrale neurologie: CZS en ruggenmerg
7. Perifere neurologie: zenuwbanen en zenuw – spieroverdracht
8. Anatomie: botten, ligamenten, spieren en steunweefsel
4 MAAND – 2 JAAR à SENSOMOTORISCH
• Sensomotoriek: leren gebruiken hardware
• = software
2
, • Hoe:
o Zintuigen nemen info op uit bronnen in je lichaam of net erbuiten
o Je neemt iets waar
o Je lichaam reageert er op
• Componenten:
o Het waarnemen (sensoriek)
o Weten wat je waarneemt (perceptie of betekenisverlening)
o De betekenis ervan in ruime zin (je geheugen, eerdere ervaringen, nieuwe ervaringen)
kennen (kennisaspect of cognitief aspect)
o Om ervan te leren, het ultieme doen = integratie
• Soorten sensomotoriek
o Nabije waarnemingsmotoriek of sensomotoriek
§ Voelen en bewegen
• Tactiele waarneming, houdings- en bewegingsgevoel, evenwicht
§ Ruiken en bewegen
§ Proeven en bewegen
o Verre waarnemingsmotoriek of perceptiemotoriek
§ Zien en bewegen
§ Horen en bewegen
• Perceptie (5 zintuigen)
1. Visuele waarneming of perceptie
a. Visueel of gezichtsvermogen: scherpte, diepte, kleur, licht, donker
b. Zien/informatie verwerken/wat heb ik gezien (visueel Cx)
2. Auditieve waarneming of perceptieve
a. Auditief: hoogte, volume, ritme, plaats
b. Oren/opvangen geluid/wat heb ik gehoord (betekenis?)
3. Tactiel systeem
a. Aanraken
b. Voelen
c. Temperatuur
d. Textuur
e. Druk
4. Olfactorisch systeem
a. Ruiken
b. Sterk beschermende functie
c. Heeft via het limbische systeem de meest rechtsreekse verbinding met CZS
5. Gustatorisch systeem
a. Smaak: zuur, zoet, zout, bitter
6. Proprioceptief systeem
a. Houdingsgevoel, voornamelijk precies weten hoe je voeten en benen staan (zonder
het aan te kijken, aan te raken en zonder te bewegen)
9 MAAND – 25 JAAR à PSYCHOMOTORIEK
• Intententioneel bewegen, gericht naar doel met juiste bewegingsmogelijkheden à sociale en
emotionele componenten spelen rol
• Meer bewegen = meer kunnen
1.2 DOELGROEPEN
3
, Als psychomotorische therapeut ga je bewegingen gebruiken als middel om doelen na te sterven
• Belangrijk voor cognitieve, conatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling
Cognitief: wat met het verstand te maken heeft
Conatief: wat met handelen en gedrag te maken heeft
Psychomotoriek kan belangrijk zijn voor:
• Kinderen met milde neurologische stoornissen (ADHD, DCD,….)
• Kinderen met ernstige neuromotorishe aandoeningen (CP, Down, …)
• Kinderen met een verstandelijke handicap
• Kinderen met een sensorische handicap
• Senioren
• Volwassenen met een neurologische aandoening (CVA, hersentumor, …)
• Behandeling van psychische problematiek (angst, depressie, laag zelfbeeld, …)
• Ondersteuning van relatievorming
2 PSYCHOMOTORISCHE ONTWIKKELING
Psychomotorische ontwikkeling is een levenslang proces
• Continue veranderingen
Er zijn 4 aspecten in de psychomotorische ontwikkeling
1. Verandering in functionele capaciteit
2. Levenslang proces gerelateerd aan leeftijd
3. PMO is niet lineair
4. Ook ontwikkeling op andere domeinen en door intrinsieke en extrinsieke factoren
De enige constante in PMO is variatie
• Niet iedereen is gelijk
• Het ‘gemiddelde individu’ bestaat niet
• Je kan vanuit ‘normale’ ontwikkeling wel gaan afleiden wat ‘afwijkend’ is
3 THEORETISCHE CONCEPTEN OVER MOTORISCHE ONTWIKKELING
i. Conceptie eicel
ii. Zaadcel
iii. 3 maand = kritieke fase (“niks mag misgaan want niet meer kunnen oplossen”)
iv. Fysieke geboorte
v. 9 maand psychologische geboorte
vi. Van een hulpeloze, afhankelijke baby tot een onafhankelijk, autonoom individu
vii. Doelgericht, efficiënt en consistent bewegen
viii. Na 25 jaar
ix. Niks meer veranderen à achteruit
HOE LEER JE BEWEGEN?
4