Economie hoofdstuk 5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.1 Wat levert werken op?
Arbeidsmotieven = Redenen om te werken. Dat kunnen zijn:
Voor het geld
Voor contact met klanten en collega’s
Om je te ontwikkelen, nieuwe dingen te leren
Om nuttig bezig te zijn
Regelmaat te geven aan je leven
Geschoold werk = werk waarvoor je een beroepsopleiding moet hebben gedaan
Ongeschoold werk = werk dat je mag doen zonder dat je een opleiding hiervoor gedaan hebt, bijv.
vakken vullen bij de supermarkt.
Arbeidsovereenkomst = afspraken over de functie die je hebt, aantal uren werk, loon. Loon hangt af
van: leeftijd, opleiding, aantal uren dat je werkt, ervaring.
Meeste afspraken uit de arbeidsovereenkomst komen uit de cao = collectieve arbeidsovereenkomst.
Hierin staan de gezamenlijke afspraken tussen werknemers en werkgevers voor een bepaalde
bedrijfstak. Voorbeelden van een bedrijfstak zijn bouw, onderwijs, industrie, spoorwegen etc.
Vakbonden komen op voor de belangen van de werknemers.
Je mag niet alles houden wat je verdient -> verschil tussen bruto en netto loon
Bruto loon = aantal uren dat je gewerkt hebt X uurloon
Netto loon = bruto loon – loonbelasting en sociale premies. Je werkgever houdt op je bruto loon
loonbelasting en sociale premies in. Die draagt hij weer af aan de overheid. De overheid gebruikt dit geld
om bijv. een uitkering te geven aan mensen die met pensioen zijn. Het geld dat uiteindelijk op je
bankrekening staat is het geld dat jij mag houden = je netto loon.
Je loon kan wit, grijs of zwart zijn ->
Wit werk = betaald werk dat bij Belastingdienst en het CBS bekend is en wordt bijgehouden. Dit is het
werk waarvoor je bruto loon ontvangt waarvan belasting en sociale premies worden betaald en je
uiteindelijk netto loon op je bankrekening krijgt.
Grijs werk = onbetaald werk, bijv. vrijwilligerswerk, je kamer opruimen etc.
Zwart werk = betaald werk dat niet geregistreerd is bij de Belastingdienst en CBS en waarover je ook
geen belasting of sociale premies betaalt. Dit is strafbaar.
Wat verdien je?
Hangt af van leeftijd, opleiding, ervaring, aantal uren dat je werk, of je bijv. gevaarlijk werk doet (dan
een toeslag) etc. Altijd: minimumloon = brutoloon dat je vanaf 21 jaar minimaal moet verdienen. Als je
jonger bent -> minimumjeugdloon. Dit stijgt elk jaar dat je ouder wordt.
Paragraaf 5.2 Wat voor ondernemingen?
1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daniellastijnen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.