1
Hoofdstuk 1: alle orthopedagogisch handelen is agogisch handelen
1. Inleiding
“Nou, misschien is het wel zo dat juist omdat die groepsleider daar nu zo zit, dat deze kinderen
lekker spelenn”
—> het gewone en het alledaagse omvat tegelijk het uitzonderlijke”
Orthopedagoog = een agoog
Een agoog = GEEN orthopedagoog
Agogiek is de leer van het doen veranderen van mensen
2. Wat is agogie(k)
Ped-
- woord ‘pais’
- = kind
Agogiek (griekse begrippen)
- agogos = de gids, bestuurder
- Agein = leiden, voeren, besturen
Agogiek: de wetenschap met betrekking van het begeleiden (ondersteunen) van mensen
Agoog
- veranderaar
- Iemand die anderen begeleidt om hen door middel van hun eigen handelen tot
gedragsveranderingen te laten komen
3. Doen veranderen: theory of changing
Veranderen: spontaan, onbewust, dagdagelijks,…
2 betekenissen aan het woord veranderen
• (Ik) zelf veranderd: anders worden - ww veranderen; onovergankelijk
• Iets anders veranderd - anders maken, doen veranderen - ww veranderen; overgankelijk
“Theory of changing” (Donkers)
- agogen
- Veranderingsprocessen die heel bewust en doelgericht worden opgezet
- Expliciet de bedoeling om iemand te veranderen
“theory of change”
- ontwikkelingspsychologie
- Sociologie
- Veranderingen ten gevolge van spontane processen
- Bv koppigheidsfase
4. Met of zonder K?
Agogie/agogisch handelen (Ten Have)
De intentionele, niet-wederkerige beïnvloeding door 1 of meerdere personen gericht op een wensel ke
geachte w ziging, door de cliënt ervaren als welz nsbevordering
Agogiek (Ko eman)
Een verzamelnaam voor de leer van het leiden, begeleiden van mensen, ongeacht hun leeft d, op een
beroepsmatige manier
ij ff ij ij ij
, 2
Agogiek (Winkelaar)!
De leer die aanw zingen en richtl nen geeft voor de manier waarop individuele personen, groepen,
organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in veranderingsprocessen. Het gaat
hierb om, dat die begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkene zich bevinden en dat
z mogel kheden kr gen aangereikt om zoveel mogel k zelf te handelen teneinde tot de gewenste
veranderingen te komen
AgogieK
- wetenschappelijke manier/benadering
- Vanuit oz en theorievorming bestuderen
Agogie
- kemtoon op doen/begeleidingspraktijk
5. 3 sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Veranderen/beïnvloeden Van handelen Emancipatie/empowerment als
doel
- het doen veranderen Handelen = niet gedrag - mensen leren zichzelf te
- Theory of changing Gedrag veranderen
- In richting die cliënt zelf wilt - concreet wat mensen doen - Mensen in hun kracht zetten
- Zelfbeschikking/autonomie - Observeerbaar
vergroot - Instinctief/implulsief - ondersteunen om krachten te
- “Eeuwig durende opvoeding” (her)ontdekken
- “Permanente educatie” Handelen - Hun handelingsmogelijkheden
- wat mensen bewust doen verruimen
- Denkmoment - Minder afhankelijk v anderen
- Gedachten, gevoelens, - Zelf mening leren vormen
intenties, drijfvreren - Zelf uitmaken wat v belang is
Gedrag willen veranderen Dialoog met de betrokkene =
—> kijken naar handelen kenmerkend
- motieven, redenen,
betekenissen
- In dialoog/cc met doelgroep
Welke vraag stelt persoon met
gedrag??
ij ij ij ij ij ij ij
, 3
6. De 7 richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
Psychosociale verandering Psyche
- alles wat je bezig houdt, denkt, voelt en wilt
Sociaal
- onderlinge verhoudingen tss mensen
Samenvoeging
- psyche en sociale niet goed van elkaar te
onderscheiden
- Beïnvloeden elkaar constant
Doelgericht en systematisch Verandering is vooraf bedacht en gepland
Agogisch handelen = methodisch handelen
(Bv doelen stellen,…)
Systematisch Stap voor stap
Planmatig
Bewust - over elke stap goed nagedacht
- Voor elke stap bewust gekozen
- Alle betrokken personen weten aan welke
verandering w gewerkt en waarom
Gewenst door de betrokkene, vrijwillig Idealiter
- vrijwillig
- Iedereen staat achter de verandering
Is niet altijd het geval
- soms context van dwang
- Bv voorwaarden koppelen aan maatregelen
Niet even wederzijds Asymmetrische relatie; nemen verschillende positie
in
- er is gelijkwaardigheid maar in andere positie
Beroepsmatig - professionele positie
- Beroep
- Hoeft niet betaald te worden (vrijwillig)
Examenvraag: kenmerken herkennen in casus (waarom kan je wel/niet spreken v agogisch handelen?)
7. De professionalisering van het agogisch handelen
Industrialisering zet 2 maatschappelijke veranderingen in gang:
Ontwikkeling wetenschap en techniek Stijgende individualisatie
Vroeger: leven volwassenen is duidelijk Vroeger:
uitgestippeld in vaste patronen - kleine/besloten gemeenschappen
- Duidelijk voorgeschreven waarden, normen,
regels
- Niet sterk nagedacht over opvoeden
- Traditie - manier v opvoeden v ouders
overnemen
- Sociale controle - regelgeving - maatschappelijke
stand - kerk
, 4
Ontwikkeling wetenschap en techniek Stijgende individualisatie
Nu: volwassenen moeten hun handelen Nu:
voortdurend aanpassen/bijstellen - niet veel invloedrijke instanties meer
- Stijgende individualisering —> je hele leven lang
zelf kiezen wat je doet
—> beide beïnvloeden elkaar
- volwassenen voortdurend aanpassen aan nieuwe situaties <—> ontbreken v duidelijke
voorbeelden/richtlijnen over hoe
- Reactie —> maatschappij organiseert hulp en begeleiding aan jong(volwassenen) ‘welzijnswerk’
- Berusste op vrijwilligerswerk/liefdadigheidswerk/caritatief werk
Opkomende industrialisering —> zorgde voor meer beroepen en toenemende specialisaties
- taken vroeger door gemeenschap: nu verricht door aangestelde personen en instanties
—> welzijnswerk krijgt eigen functie in SL
- # beroepskrachten & organisaties stijgt
- Beroepsorganisaties en beroepscodes ontstonden
- Ervaring en kennis w uitgewisseld
- Beroepskrachten: speci eke doelgroepen en problematieken: agogisch werkveld
- Verandering stond centraal; beroepskrachten voor het begeleiden v veranderingsprocessen
= agogisch handelen/agogie
= agogische werkvelden en beroepen
- vorming & welzijn
8. Het vertrekpunt van het agogisch handelen
Exagogiek/curatief Anagogiek/positief Katagogiek/preventief
Uitgangssituatie Problematisch Normaal/gewoon Willen behouden
Doel Verbeteren Verdere ontwikkeling Preventie
Hulpverlening Vorming
9. Niveaus van veranderingsprocessen - Winkelaar
Micro Meso Macro
Klein Midden Groot
Individu of kleine groep Groep/organisatie/hv Beïnvloeding van (sectoren
binnen) de samenleving
Bv gezin Groep: mensen die elkaar Grote anonieme groep
kennen, je ziet dat ze bij elkaar ‘Jeugd’
horen ‘Allochtonen’
- niet helemaal duidelijk wie
- Groep veranderd voortdurend
Directe hulp Organisaties; groter, anoniemer, Signaalfunctie
kennen van op afstand, formelere Signaleren v macroproblemen.
communicatie hiërarchische Zichtbaar maken v
structuren, regels maatschappelijke problemen
Sociale, psychologische, Met cliënt werken, ook voor cliënt Bv; sociaal.net
lichamelijke problemen werken
fi