Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting MPA - spoed eisende zorg/SEH - Thema 2 problemen in de B €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting MPA - spoed eisende zorg/SEH - Thema 2 problemen in de B

 5 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting MPA - spoed eisende zorg/SEH - Thema 2 problemen in de B

Aperçu 3 sur 18  pages

  • 15 septembre 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Regulatie ademhaling
Bij de regulatie van de AH zijn meerdere systemen betrokken: ventilatie, circulatie en het
zenuwstelsel. Binnen ieder van deze systemen kunnen stoornissen optreden die aanleiding geven tot
dyspnoe. Differentieel diagnostisch vormen deze systemen belangrijke categorieën, omdat ze richting
kunnen geven aan het medisch handelen.

De innervatie van de longen wordt verzorgd door het cholinerge/parasympatische zenuwstelsel, het
adrenerge zenuwstelsel en het non-adrenerge non-cholinerge zenuwstelsel.
- Parasympaticus: vanuit de N. vagus worden de longen geïnnerveerd. Stimulatie van
parasympatische of cholinerge zenuwbanen veroorzaakt een contractie van bronchiale
gladde spieren en speelt dus een grote rol bij patiënten met een obstructie longziekte.
o Afferente deel: bestaat onder meer uit ‘irritant’ receptoren die na prikkeling via een
reflex een bronchusobstructie kunnen opwekken. Ook kan door prikkeling hoesten
worden opgewekt.
o Efferente deel: stimulatie van deze banen leidt tot vrijmaken van de
neurotransmitter acetylcholine in vezels die onder meer op de bronchiale gladde
spieren eindigen. Het gevolg is contractie van de bronchiale gladde spieren,
waardoor een luchtwegobstructie ontstaat. Daarnaast ontstaat bij activatie van de
parasympaticus een toename van de mucussecretie.
- Adrenerge stelsel: onderdeel van de orthosympatische grensstreng en innerveren
voornamelijk de bloedvaten. De bronchiale gladdde spieren hebben geen adrenerge
innervatie, maar wel B2-adrenerge receptoren die door circuleren adrenaline kunne nworden
gestimuleerd.
Bij behandeling van een bronchusobstructie worden de B2-receptoren gestimuleerd door de
geïnhaleerde B2 agonisten, terwijl bètablokkers de obstructie kunnen verergeren.
- Non-adrenerge non-cholinerge stelsel: Heeft effect op de tonus van de bronchiale spieren en
vaattonus.

Het lichaam houdt onder normale omstandigheden de zuurstof en koolstofdioxidespanning in het
bloed binnen nauwe grenzen. In het glomus caroticum en inde aortaboog bevinden zich
chemoreceptoren die reageren op veranderingen in de zuurstofspanning (pO2), terwijl zich in het
verlengde merg (ademhalingscentrum gelegen in hersenstam – pons en modulla oblongata)
receptoren bevinden die reageren op veranderingen in de koolstofdioxide spanning.
Door een stijging van de koolstofdioxidespanning (hypercapnie)wordt de ademhaling gestimuleerd 
toename ventilatie. Pas bij lang langer bestaande hypercapnie wordt de ademhaling ook aangedreven
door hypoxemie (eerste fase van zuurstofgebrek).
pO2 en zuurstofsaturatie nauwe relatie met elkaar. Hogere druk geeft een hogere situatie en vice
versa.
- Primaire regulatie ademhaling 
CO2 gehalte (pH)  Hogere CO2 is
lagere pH  dieper en frequenter
ademhalen.
- Secundaire regulatie ademhaling 
O2 gehalte (saturatie)  COPD
(stapelen CO2 waardoor lagere pH,
lichaam gaat compenseren door meer
bicarbonaat vast te houden  lagere
pH  ademprikkel/regulatie
voornamelijk gereguleerd door O2
gehalte/waarden.

,B, breathing/ademhaling




De opvang op de SEH richt zich in eerste instantie op het herennen en behandelen van de acuut
levensbedreigende oorzaken van dyspnoe:
A: luchtwegobstructie: corpus alienum, larynxoedeem
B: ademhaling: acuut astma/exacerbatie COPD, spanningspneumothorax
C: circulatie: acuut linker ventrikelfalen, aritmie, longembolie, pericardtamponade.

In de eerste beoordeling/primary survey liggen er de volgende aandachtspunten bij patiënten met
dyspnoe:
- Luchtweg (A): controleer vrije ademweg, denk aan corpus alienum, larynxoedeem,
epiglottitis.
- Ademhaling (B): beoordeel ademfrequentie, gebruik van hulpademhalingsspieren,
symmetrie van thoraxexcursies en zoek naar cyanose. Voel naar de stand van de trachea
(spanningspneumothorax).
Auscultatie:
o Verlengd (piepend) expirium wijst op pulmonale obstructie.
o Hoogfrequente rhonchi hoor je bij astma met’n luchtwegobstructie
o Laagfrequente rhonchi vooral bij COPD-patiënten, vooral bij verdikte
luchtwegwanden en met sputumretentie.
 Bij’n zeer ernstige astma-aanval of bij ernstig emfyseem is de luchtstroom zo
gering dat rhonchi verdwijnen.
o Crepitaties kunnen passen bij een pneumonie of overvulling (longoedeem).
o Bij’n stille thorax is de luchtstroom zo ernstig beperkt dat er te weinig lucht beweegt
om geluiden te veroorzaken.
 Uitputting van de patiënt is een indicatie om over te gaan tot ondersteuning met
beademing. Sluit de patiënt aan op de monitor voor bewaking zuurstofsaturatie en
ademfrequentie. Geeft zuurstof op geleiden van streefsaturatie 94-98%.
Pulseoxumetrie: Hiermee wordt zuurstofverzadiging van hemoglobine in % bepaald. Is’n
snelle en betrouwbare methode om objectieve mate van hypoxemie te bepalen. Een
zuurstofverzadiging
- Circulatie (C): Zorg voor IV toegang en neem bloed af. Sluit patiënt aan monitor voor
bewaking van ritme, bloeddruk, en maak een ECG.
Kijk naar de huid (klam, bleek), voel centrale pulsaties en meet de CVD
o Verhoogde CVD, hepatomegalie en hepatojugulaire reflux geven info over de
aanwezigheid van overvulling en kunnen duiden op: hartfalen, tamponade of een
longembolie.
Onderzoeken: ECG, bloedafname, arterieel bloedgas, X-thorax, echo-fast

,  Hypotensie en dyspnoe is een slechte combinatie, ongeacht de oorzaak. Kan passen bij
longembolie, cardiale oorzaken, spanningspneumothorax, occulte bloeding en metabole
oorzaken.
Lab:
- Verdenking op anemie —> bepaling Hb (ook bij hartfalen wordt bepaling van anemie
aanbevolen).
- BNP ( brain natriuretic peptide) kan helpen bij’t onderscheid tussen COPD en hartfalen (bij
hartfalen neemt productie toe: BNP- of NT-proBNP-waarde beneden het afkappunt maakt de
diagnose hartfalen onwaarschijnlijk).
- Bij verdenking op longembolie wordt d-dimeren getest. Deze test spoort afbraakproducten
van fibrine (stolsel) op. De combinatie van de beslisregel volgens Wells en de d-dimeertest is
vooral geschikt om longembolie uit te sluiten.
- Bloedgasanalyse is vooral een hulpmiddel ter objectivering en niet zozeer bij het stellen van
een diagnose. Indicaties met betrekking tot dyspnoe zijn het bepalen v/d ernst van
onbegrepen dyspneu en cyanose, het bepalen van de mate van CO 2-retentie bij COPD en het
bepalen van de ernst van acute ontregelingen van astma en COPD
Röntgenonderzoek: Zowel bij circulatoire als respiratoire diagnostiek geldt dat bij onduidelijkheid
aanvullend een thoraxfoto aangevraagd kan worden. Zo kan naar het volgende gekeken worden:
longpatholgie (overvulling, pneumonie, pneumothorax), hart&vaten (cardiomegalie),
Mediastinum (lymfadenopathie), Ribben&wervels (fracturen), Weke delen (subcutaan emfyseem)
en Ingebrachte lijnen en tubes
- Neurologie (D): primaire neurologische afwijkingen niet snel met dyspnoe gepresenteerd.
Sommige intracraniele afwijkingen kunnen centrale hyperventilatie veroorzaken.
Meet de glucose ter uitsluiting van een ketoacidose met kussmaulse ademhaling. Let verder
op tekenen van meningeale prikkeling, bepaalde EMV en beoordeel pupilreacties.
- Blootstelling (E): meet de temperatuur, let op huidafwijkingen zoals een rash. Kijk naar
stigmata van chronische longziekten zoals horlogeglasnagels. Wees alert op tekenen van
diepe veneuze trombose.

Levensbedreigende aandoeningen bij de B, en aandachtspunten tijdens onderzoek zijn:
- spanningspneumothorax
- bronchusobstructie (astma, COPD)
- ernstig longoedeem.
Alarmsymptomen die direct bij inspectie opvallen, zijn:
- cyanose / het gebruik van hulpademhalingsspieren / intercostale intrekkingen.
Alarmsymptomen bij auscultatie:
- de zogenoemde ‘stille thorax’. In dit geval worden geen ademgeluiden waargenomen bij
auscultatie. De luchtstroom door de longen is dan zo ernstig beperkt dat er te weinig lucht
beweegt om geluiden te veroorzaken.

Cyanose treeft op vanaf een arteriële zuurstofsaturatie < 85%. Volledige cyanose is aanwezig bij
deoxyhemoglobinespigel van 3.1mmol/l, wat globaal overeenkomt met een zuurstofsaturatie van
67%. Centrale cyanose is te zien aan de lippen en tong en berust op een desaturatie van het centrale
arteriële bloed welke gepaard gaat met een perifere cyanose.

Trachea deviatie kan gezien worden bij verplaatsing van het mediastinum bijvoorbeeld bij een
spanningspneumothorax.

Let bij percussie van de longen op aanwijzingen voor een pneumothorax (hypersonoor) of
pleuravocht (gedempt).
Let bij auscultatie van de longen op aanwijzingen voor bronchospasme, longoedeem of een
pneumothorax.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nickkjonk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter