DEEL III: INSTRUMENTARIUM VAN DE OVERHEID
HOOFDSTUK 1: ACTIEMIDDELEN VAN DE OVERHEID
AFDELING 1: ALGEMEEN
§1. TWEEWEGENLEER
PVR vertrekt vanuit principe van vrijheid en gelijkheid van de contractanten, wat het voor het bestuur niet
mogelijk gaat in te gaan tegen de wil van de bestuurde. Bv. voor de verkoop van een onroerend goed dienen
zowel de overheid als de particuliere eigenaar akkoord te gaan
- Verwerving van dat goed kan echter essentieel zijn voor de openbare dienstverlening waardoor het nodig
is om de verwerving via publiekrechtelijke technieken af te dwingen
o Aan publiek rechtspersonen moeten daarom bijkomende “dwangmatige” actiemiddelen
toekomen, met name door middel van de mogelijkheid van eenzijdig en bindend optreden.
▪ Wijze van eenzijdig en bindend optreden in beginsel voorbehouden voor de overheid,
slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kunnen ook privaatrechtelijke rechtspersonen bij
eenzijdige bestuursbeslissing handelen (bv. vrije universitaire instellingen)
In de BE rechtsorde kennen we voor het optreden van de overheid de zogenaamde “tweewegenleer”. Houdt
in dat de overheid principiële keuzevrijheid heeft
- Publiekrechtelijke weg: eenzijdig bindend (eenzijdige procedés/aanpak)
- Privaatrechtelijke weg: overeenkomsten (contractuele procedés/aanpak)
o Principiële keuzevrijheid voor de privaatrechtelijke weg maar met grenzen!!!
Reden voor keuze privaatrechtelijke weg?
- Ontbreken publiekrechtelijke weg of alternatief
o Als alternatief moet de overheid soms terug gaan grijpen naar het PVR omdat een PBR weg
ontbreekt => dat was lang zo bij de ruimtelijke ordening
o PBR en met name het bestuursrecht is als uitzonderingsrecht op het PVR ontstaan en is later pas
uitgegroeid tot een autonoom rechtsgeheel
▪ PVR was het gemene recht => van toepassing op zowel overheid als particulieren
• In de mate dat PBR er niet van afweek greep overheid terug naar PVR om haar
doelstellingen te bereiken
o Argument wordt niet veel meer gebruikt vandaag aangezien bestuursrecht een volwaardige
rechtstak is geworden
- Flexibiliteit & efficiëntie van het PVR
o Argument dat vandaag meer naar voren wordt geschoven
o Beeldvorming speelt een belangrijke rol bij voorkeur voor PVR
Pagina 1 van 81
, ▪ Private rechtsfiguren staan bekend als efficient, doelgericht en slagvaardig. Publieke
rechtsfiguren worden vaak geassocieerd met bureaucratie en ineffinciëntie
• Enkel vanwege die beeldvorming kan het zijn dat de overheid voorkeur heeft
om zich te beroep op PVR in de hoop dat haar project of beleid efficiëntie
meekrijgt in plaats van de connotaties die soms wel eens worden gemaakt met
meer publiekrechtelijke instruementen
- Bv. statutair vs. contractueel overheidspersoneel
- Bv. overheidsbedrijf vs. privaat bedrijf
o Beweegreden is niet beperkt tot beeldvorming WANT met het gebruik van PVR wordt ook reële
efficiëntie nagestreefd.
▪ Het bestuursrecht brengt veel verplichtingen met zich mee voor de overheid die het
overheidsoptreden kunnen gaan verstarren (bv. taalverplichtingen)
• Gevolg: verplichtingen maken beleid minder efficiënt
- Beroep van overheid op PVR mag niet als kwaal worden aanvaardt. In
bepaalde gevallen getuigt het juist van een behoorlijk bestuur want ze
tracht reële efficiëntie na te streven
- Nood aan medewerking, kennis en kapitaal van private sector
o Het takkenpakket van overheid breidt uit maar de budgettaire ruimte krimpt DAAROM dringt
samenwerking met andere (private) partners zich op => nood aan samenwerking wegens kennis
van private sector en haar kapitaal
▪ PVR weg is financieel praktischer
▪ Om samenwerking met private partners vorm te geven kan het privaatrecht een nuttig
of zelfs noodzakelijk instrument zijn => overheid moet leren zich tot potentiële private
partners te richten in hun eigen taal: private contracten- en rechtspersonenrecht
▪ Bv. publiek-private samenwerkingsovereenkomsten
§2. BEPERKINGEN AAN HET PRIVAATRECHTELIJK OVERHEIDSOPTREDEN
Overheid kan vrij kiezen welke weg of procedé voor haar het meest opportuun is. Toch is het gebruik van
PVR door de overheid niet meer in alle gevallen toegelaten
Beperkingen aan de keuze voor de privaatrechtelijke weg
- Geen miskenning algemene rechtsbeginselen of dwingende rechtsregels (waaronder de ABBB en de BOP =
beginselen van openbare dienstverlening (zoals het veranderlijkheids- en continuïteitsbeginsel)
- Geen miskenning bevoegdheid andere overheid
- Geen miskenning eigen bevoegdheid
Pagina 2 van 81
,AFDELING 2: DE EENZIJDIGE BESTUURLIJKE /ADMINISTRATIEVE RECHTSHANDELING
- EBR = rechtshandeling die doelbewust wordt gesteld om bepaalde rechtsgevolgen te realiseren (bv.
verlenen van een vergunning of bevordering) of die net te beletten (bv. weigeren van een vergunning).
Een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling creëert rechten voor, legt verplichtingen op of ontneemt
ontleende rechten of belet net rechtsgevolgen.
o Bv. eenzijdige toekenning van een vergunning, of de weigering benoeming of bevordering of
weigering van een ambtenaar, opleggen van een sanctie
- 3 kenmerken van een EBR => moet om een rechtshandeling zijn die door een bestuurlijke overheid
wordt genomen en die eenzijdig tot stand komt
§1. BEGRIPSBEPALING
A. OMSCHRIJVING
1. EEN RECHTSHANDELING
Een rechtshandeling = handeling die wijzigingen aanbrengt aan rechtstoestand of die die net belet (bedoeling
bepaalde rechtsgevolgen tot stand te brengen)
- Rechtshandeling = doelbewust gaat optreden om bepaalde rechtsgevolgen te realiseren of die net
beletten dat je die realiseert
o Doelbewust gaan optreden om bepaalde rechtsgevolgen te gaan realiseren
bv: benoeming, administratieve sanctie
- Rechtsfeit = feiten waaraan het recht gevolgen koppelt maar de gevolgen niet beoogt zijn (opzet
ontbreekt, onafhankelijk van enige wilsuiting)
- Materiële handelingen = gewone handelingen die je niet gaat stellen om rechtsgevolgen te creëren =>
kunnen rechtsgevolgen aan gekoppeld zijn (indien gevolgen dan zijn het rechtsfeiten)
Onderscheid niet altijd evident tussen wat een rechtshandeling is en niet
- Voorbereidende handelingen = handelingen ter voorbereiding van onze eigenlijke EBR maar het zijn zelf
geen rechtshandelingen (niet met het oog op rechtsgevolgen) bv. niet bindend advies, voorstel dat wordt
voorgelegd, schorsing in het kader van het bestuurlijk toezicht, …..
o Onderscheiden van voorbeslissingen = voorbereidend aan EBR maar het zijn rechtshandelingen
=> worden gesteld met het oog op rechtsgevolgen => zijn zelf EBR’s want brengen rechten/plichten
met zich mee (bv. een bindend advies, vergunning voor bepaalde overheidsopdracht)
▪ kan EBR voorafgaan, maar die voorbeslissingen kan je wel gaan aanvechten voor de RvS
(>< voorbereidende beslissing)
o Vaak gaan diverse voorbereidende handelingen vooraf aan een EBR => complexe bestuurlijke
rechtshandeling => enkel de eindbeslissing is een EBR (bv. de benoeming) maar niet de
voorbereidende handelingen zoals aanstellen van examenjury, uitschrijven van een vacature
Pagina 3 van 81
, - Inlichtingen en mededelingen
o Wijzigen inhoudelijk niet dus zijn geen rechtshandelingen
o Kan je niet aanvechten voor de RvS
- Bevestigende beslissingen
o Gaan een reeds bestaande EBR bevestigen, herhalen
o Die doet op zich niets nieuw => geen nieuwe rechtsgevolgen
o Geen EBR, dus geen aanvechting mogelijk bij de RvS
o Voorwerp en motieven moeten hetzelfde zijn van de tweede beslissing als die van de eerste
▪ Geen sprake van een louter bevestigende beslissing indien de tweede beslissing wordt
genomen op grond van andere motieven
- Uitvoeringshandelingen
o handelingen die een uitvoer geven aan een handeling → ze gaan EBR uitvoeren – ze gaan geen
rechtsgevolgen creëren, louter uitvoeren
o Geven uitvoering aan iets
o Creëren niets nieuws, dus geen EBR’s`
o Bv.: onbewoonbaar verklaard pand → slopen
- Maatregelen van inwendige orde (= maatregelen van inwendig bestuur of interne organisatie)
o = maatregelen die worden genomen in het belang v/d dienst voor de goede wering van de dienst
o Creëren geen rechtsgevolgen voor bestuurde, dus geen rechtshandeling
o Vb: mutaties en dienstwijzigingen van ambtenaren
o =/= ordemaatregelen (of maatregelen van orde); ook voor de goede werking van de dienst,
maar die brengen wel rechtsgevolgen mee en zijn gesteund op gedrag van betrokkene (dus wel
mogelijk voor beroep RvS)
2. EEN BESTUURLIJKE RECHTSHANDELING
Uitgaande van een bestuurlijke (administratieve) overheid
- het moet uitgaan van een bestuur
- Zie deel 2, overheidsbegrip
3. EEN EENZIJDIGE BESTUURLIJKE RECHTSHANDELING
Die een eenzijdig karakter vertoont
- Zonder tussenkomst of instemming van burger voor die beslissing/rechtshandeling
o Bv. verlenen vergunning, opleggen administratieve sanctie…
- >< meerzijdig karakter van het PVR: rechtstoestand van een particulier kan niet worden gewijzigd zonder
zijn instemming (wilsovereenstemming van de twee partijen staan centraal)
- De RvS is enkel bevoegd wanneer het gaat om een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling
o TENZIJ er sprake is van de theorie van de afsplitsbare akte, dan is de RvS toch bevoegd voor
overeenkomsten (zie later)
Pagina 4 van 81
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amina05. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.