Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Sociaal zekerheidsrecht (REvM3.SZ.2122) €3,88   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Sociaal zekerheidsrecht (REvM3.SZ.2122)

 14 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Complete samenvatting voor het vak sociaal zekerheidsrecht. Met deze samenvatting heb ik het tentamen in 1x gehaald.

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 18 septembre 2023
  • 38
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting basisboek socialezekerheidsrecht 2021
Hoofdstuk 1 Inleiding in het socialezekerheidsrecht
Paragraaf 1 Inleiding

In Nederland is de publieke sociale zekerheid gestart met de Armenwet uit 1853, de eerste wet op
het terrein van sociale zekerheid die vanuit de overheid tot stand kwam. Pas in het begin van de
twintigste eeuw heeft het stelsel van sociale zekerheid een vogelvlucht genomen, het veranderlijke
karakter maakt de sociale zekerheid erg lastig. De snelle veranderlijkheid van de sociale zekerheid
heeft te maken met de maatschappelijke context waarin de regels tot stand komen en hun werking
hebben. Sociale zekerheid biedt door de overheid inkomenszekerheid als mensen bijvoorbeeld door
ziekte niet meer kunnen werken. Deze bestaanszekerheid, of ook wel waarborgfunctie, is één kant
van de sociale zekerheid. De andere kant is de activeringsfunctie. Verwacht wordt dat eenieder
meedoet binnen de sociale zekerheid.

- Sociale zekerheid: het publieke stelsel dat het geheel van voorzieningen omvat die tot doel
hebben het waarborgen van de financiële zekerheid van burgers en hen te activeren.
- Socialezekerheidsrecht: het stelsel van rechten en plichten die gelden binnen de sociale
zekerheid.



Paragraaf 2 Het stelsel van sociale zekerheid

Omdat het stelsel van de sociale zekerheid zich kenmerkt door de grote hoeveelheid wetten is het
systeem soms ondoorgrondelijk en moeilijk. Daarom wordt binnen het stelsel meestal het volgende
onderscheidt gemaakt:

1. Sociale verzekeringen
2. Sociale voorzieningen

Een verschil tussen de verzekeringen en voorzieningen ligt in de financiering. Voor de verzekeringen.
Behalve voor de kinderbijslag, wordt premie afgedragen en voor de voorzieningen niet, deze worden
betaald uit de belastingopbrengsten. De hoogte van de premies wordt jaarlijks vastgesteld en is
afhankelijk van inkomen en leeftijd. Binnen de sociale verzekeringen is nog een tweedeling, namelijk:

1. De werknemersverzekeringen
2. Volksverzekeringen

Bij werknemersverzekeringen is de verzekerde een werknemer of daarmee gelijkgesteld. De
werknemer is de natuurlijke persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en in
een privaat- of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat. Een dienstbetrekking is doorgaans
aanwezig als er sprake is van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW). Bij volksverzekeringen gaat
het meestal om de ingezetene, iemand die in Nederland woont. De werknemersverzekeringen
worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de meeste
volksverzekeringen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Als iemand een aanvraag doet voor een uitkering, dan vraagt de uitvoeringsinstantie doorgaans
maar één keer naar de gegevens. De medewerker van een uitkeringsinstantie, kan via het Suwinet
de gegevens opvragen en zo nodig aanvullende informatie van de betrokkene vragen.

,Paragraaf 3 Rechtsbescherming

De meeste procedures binnen het socialezekerheidsrecht zijn bestuursrechtelijke procedures, de
regels van de AWB worden dus gevolgd.

Geen verplichte procesvertegenwoordiging:

als je bezwaar wil maken tegen een besluit ben je niet gehouden om een advocaat of een andere
gemachtigde in de arm te nemen. De wetgever probeert op deze wijze de rechtsbescherming
laagdrempelig te houden. Besluit, bestuursorgaan en belanghebbende: besluiten moeten
rechtsgevolgen in het leven roepen en worden door een bestuursorgaan met openbaar gezag
genomen (art, 1:3 jo. 1:1 AWB). Er is sprake van openbaar gezag als het bestuursorgaan eenzijdig de
rechten en plichten van burgers kan wijzigen en deze bevoegdheid ontleend is aan de wet. De
beschikking is in beginsel gericht aan bijvoorbeeld de aanvrager van een uitkering. De aanvrager is
de belanghebbende bij het besluit. Soms kunnen ook derden belanghebbende zijn.

Bezwaar en bestuursrechter:

om bezwaar te maken tegen een besluit moet je eerst binnen zes weken een bezwaarschrift sturen.
Een bezwaarschriftprocedure heeft een heroverwegende functie. Heroverweging houdt in dat de
toetsing van het besluit een beoordeling van de rechtmatigheid en de doelmatigheid is. De toetsing
is ex nunc. De bestuursrechter daarentegen toets ex tunc en alleen de rechtmatigheid.



Hoofdstuk 2 Kinderen
Paragraaf 1 Inleiding

Kind regelingen zijn regelingen die een financiële tegemoetkoming geven aan een huishouden met
één of meer kinderen. Vanwege bezuinigingen, vereenvoudiging en de gedachte dat werken moet
lonen, zijn vanaf 2015 elf kind regelingen teruggebracht naar vier:

1. De kinderbijslag
2. Het kind gebonden budget
3. De kinderopvangtoeslag
4. De inkomensafhankelijke combinatiekorting



Paragraaf 2 Uitvoering en aanvraag

De AKW is een volksverzekering en wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) (art. 34
Wet SUWI). Kinderbijslag hoeft maar eenmaal worden aangevraagd. De SVB stuurt bij de geboorte
van het eerste kind binnen twee tot vier weken een aanvraagformulier naar de ouders.



Paragraaf 3 Voorwaarden

Het recht op kinderbijslag komt aan de verzorgers toe. Voorwaarden voor het recht op kinderbijslag
zijn:

1. Behoren tot de kring van verzekerden (art. 6 AKW)
2. Een kind dat jonger is dan 18 jaar dat:

, a. tot het huishouden van de verzekerde behoort, of
b. door de verzekerde wordt onderhouden (art. 7 lid 1 AKW)

Voorwaarde 1: kring van verzekerden (art. 6 AKW):

de grootste groep verzorgers van kinderen die tot de kring van verzekerden behoort, is de
ingezetene (art. 6 lid 1 sub a AKW). Ingezetene is degene die in Nederland woont (art. 2 AWK). Waar
iemand woont, wordt naar de omstandigheden beoordeeld (art. 3 lid 1 AWK). De omstandigheden
en feiten moeten van dien aard zijn dat er een duurzame band bestaat tussen de persoon en
Nederland. Voorbeelden van omstandigheden zijn: woon- en werkomgeving, gezin, financiën en
inschrijving in het bevolkingsregister. Het onderlinge verband van factoren is doorslaggevend.

Een kleinere groep vormt degene die geen ingezetene is, maar in Nederland of op het continentaal
plat in dienstbetrekking werk verricht en loonbelasting moet betalen (art. 6 lid 1 sub b AKW). Ook
vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven zijn verzekerd voor de AKW (art. 6 lid 2-4
AKW).

Voorwaarde 2 (art. 7 lid 1 AKW):

belangrijk is dat kosten voor het kind worden gemaakt. Volgens het NIBUD dekt de kinderbijslag
ongeveer een derde van de gemaakte kosten. De wet maakt een tweedeling, namelijk een kind
jonger dan 18 jaar dat:

a. tot het huishouden van de verzekerde behoort (art. 7 lid 1 sub a AKW)
b. door de verzekerde wordt onderhouden (art. 7 lid 1 sub b AKW)

Sub a (art. 7 lid 1 sub a AKW): thuis wonen en tot het huishouden behoren betekent dat het
merendeel van de nachten per week thuis wordt doorgebracht. Voor kinderen van 16 of 17 jaar
gelden wel extra voorwaarden (art. 7 lid 2 AKW). De verzekerde krijgt kinderbijslag wanneer de 16 of
17 jarige:

- Onderwijs in Nederland volgt om een startkwalificatie te halen.
- Als leerling, vavo-student of student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs
van een met een school of instelling als bedoeld in art. 4a van de leerplichtwet 1696
vergelijkbare inrichting van onderwijs buiten Nederland staat ingeschreven en deze
inrichting geregeld bezoekt.
- Van bovenstaande vrijgesteld is omdat hij bijvoorbeeld zwaar gehandicapt is.
- De startkwalificatie heeft behaald of een opleiding zoals bedoeld in sub b in het buitenland
heeft afgerond.

Verblijf ziekenhuis of inrichting: soms is een kind lange tijd van huis omdat het in verband met ziekte
in een ziekenhuis of inrichting verblijft. Als het verblijf korter dan 6 maanden duurt, blijft het kind
toch tot het huishouden van de verzekerde behoren. Bij detentie of uithuisplaatsing van het kind
behoort hij niet meer tot het huishouden.

Sub b (art. 7 lid 1 sub b AKW): om kinderbijslag te ontvangen moet de verzekerde het kind onder de
18 onderhouden. Onderhouden wil zeggen dat kosten worden gemaakt die noodzakelijkerwijs
verband houden met het onderhoud van het kind dat niet thuis woont, zoals meebetalen aan eten
en kleding. Er wordt ten aanzien van de hoogte van de kinderbijslag een onderscheid gemaakt
tussen:

- enkele kinderbijslag

, - dubbele kinderbijslag

Het bedrag aan onderhoud van een uitwonend kind om voor enkele kinderbijslag in aanmerking te
komen is 433 euro per kalenderkwartaal, voor dubbele kinderbijslag 1149 (art. 5 lid 1 jo. Art. 6 lid 1
Besluit uitvoering kinderbijslag).



Paragraaf 4 Begrip kind

Een kind in de zin van de AKW is (art. 4 lid 1 AKW):

1. Een eigen kind
2. Aangehuwd kind
3. Pleegkind

Sub 1 Eigen kind: een eigen kind is een kind dat bijvoorbeeld tijdens het huwelijk is geboren, erkend
dan wel geadopteerd is.

Sub 2 aangehuwd kind: voor een aangehuwd kind kan ook kinderbijslag worden ontvangen.

Sub 3 pleegkind: een pleegouder kan voor een pleegkind een pleegvergoeding krijgen (art. 5.1-5.2
Regeling Jeugdwet). De hoogte van de pleegvergoeding is hoger dan de kinderbijslag, maar wordt
alleen uitgekeerd als een instantie het pleegkind officieel bij een pleegouder heeft geplaatst. Is dit
niet het geval dan rest de kinderbijslag. Een pleegkind in de zin van de AKW is een kind dat als eigen
kind wordt onderhouden en opgevoed (art. 4 lid 3 AKW).



Paragraaf 5 Ingang

De kinderbijslag wordt per kwartaal uitbetaald. Als je voldoet aan de voorwaarden heb je op de
peildatum recht op kinderbijslag (art. 11 lid 1-2 AKW). De peildatum is de eerste dag van een
kalenderkwartaal: 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.

Te late aanvraag: als je de aanvraag voor kinderbijslag te laat hebt ingediend, dan gaat het recht op
kinderbijslag met terugwerkende kracht van maximaal 1 jaar.

Uitbetaling: de uitbetaling van de kinderbijslag vindt plaats binnen 3 maanden na afloop van het
kwartaal waarover recht op kinderbijslag ontstaat (art. 18 lid 1 AKW).



Paragraaf 6 Hoogte en duur

Kinderbijslag is niet afhankelijk van inkomen of vermogen. De kinderbijslag wordt per kind
uitgerekend en is afhankelijk van de leeftijd van het kind (art. 12 AKW). Het recht op kinderbijslag
kan in beginsel totdat het kind 18 jaar wort worden verkregen. Bedragen kinderbijslag 2021:



leeftijd Hoogte per kwartaal % basiskinderbijslag
0 t/m 5 jaar 223,37 70
6 t/m 11 jaar 271,24 85
12 t/m 18 319,10 100

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jilldejonge12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,88. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€3,88
  • (0)
  Ajouter