College 1: rekeningenschema, debiteurenwanbetalingen
Elke grootboekrekening is voorzien van een 3-cijferige code (grootboekrekeningnummer).
- Het eerste cijfer heeft een bepaalde betekenis: verwijst naar rubrieknummers (zie rekeneningschema).
! Rekeningenschema;
- Rubriek 0 (balans): vaste activa, eigen vermogen, lang vreemd vermogen, voorzieningen.
- Rubriek 1 (balans): financiële rekeningen op korte termijn (< 1 jaar).
- Rubriek 2 (balans): tussenrekeningen.
- Rubriek 3 (balans): voorraad grondstoffen (productiebedrijf).
- Rubriek 4 (resultatenrekening): kostensoorten.
- Rubriek 5 (resultatenrekening): kostenplaatsen.
- Rubriek 6 (resultatenrekening): fabricageboekhouding (ouderwets overbodig).
- Rubriek 7 (balans): voorraad eindproducten en halffabrikaten (productiebedrijf).
voorraad handelsgoederen (handelsbedrijf).
- Rubriek 8 (resultatenrekening): opbrengst verkopen.
- Rubriek 9 (resultatenrekening): bijzondere baten en lasten.
Bij kosten wantbetalingen worden drie niveau’s onderscheden: dubieus, vermoedelijk oninbaar en definitief oninbaar.
Kosten wanbetalingsmethoden kunnen worden toegepast op (gewone) debiteuren en op dubieuze debiteuren, maar ze
werken alleen met zuivere rekeningen. Aan de gehanteerde grootboekrekeningen kun je zien welke methode gebruikt wordt.
- Eenvoudige methode; alleen bij optreden van wanbetaling worden kosten bepaald en geboekt.
Journaalpost bij definitieve oninbaarheid:
4.. Afschrijvingskosten (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. (debieuze) Debiteuren …
o Nadeel; grote schommelingen in resultaten (geen ‘matching’)
o Nadeel; debiteuren altijd tegen de nominale waarde op de balans i.p.v. tegen boekwaarde (nominale waarde
minus aftrek voor vermoedelijke oninbaarheid)
- Statische methode; schatting van vermoedelijke oninbaarheid op balansdatum (op begin- en eindbalans). Op de balans
wordt altijd de boekwaarde van de (dubieuze) vorderingen weergegeven.
Journaalpost bij definitieve oninbaarheid:
1.. Afschrijving (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. (dubieuze) Debiteuren …
Journaalpost overboeking saldo t.l.v. het resultaat:
4.. Afschrijvingskosten (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. Afschrijving (dubieuze) debiteuren …
! berekening: mutatie schatting voor vermoedelijke oninbaarheid + definitief oninbare vordering
o Voordeel: Boekwaarde van de (dubieuze) vorderingen wordt weergegeven
o Nadeel: geen ‘matching’ tussen kosten en opbrengsten op de resultatenrekening.
- Dynamische methode; kosten van wanbetaling worden gekoppeld aan de verkoop
Journaalpost bij definitieve oninbaarheid:
1.. Voorziening (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. (dubieuze) Debiteuren …
Journaalpost dotatie aan voorziening (% van de omzet)
4.. Afschrijvingskosten (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. Voorziening (dubieuze) debiteuren …
o Voordeel: kosten van wanbetaling worden gekoppeld aan de verkoop (dotatie voorziening als % van de
omzet), waardoor er ‘matching’ is in de resultatenrekening.
o Nadeel: boekwaarde debiteuren blijkt niet uit de balans.
- Statisch/dynamische methode; schatting van vermoedelijke oninbaarheid op balansdatum (begin- en eindbalans),
waarbij kosten worden gekoppeld aan de verkoop (dotatie voorziening als % van de omzet). Op de balans wordt altijd
de boekwaarde van de (dubieuze) vorderingen weergegeven.
o Voordeel: boekwaarde van de (dubieuze) vorderingen wordt weergegeven.
o Voordeel: ‘matching’ in de resultatenrekening
o Functie rekening Afschrijving debiteuren: correctie op rekening Debiteuren.
o Functie rekening Voorziening debiteuren: egalisatierekening in de tijd van nadelen op debiteuren
Journaalpost bij definitieve oninbaarheid:
1.. Afschrijving (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. (dubieuze) Debiteuren …
, Journaalpost overboeking salde t.l.v. de voorziening:
1.. Voorziening (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. Afschrijving (dubieuze) debiteuren …
! berekening: mutatie schatting voor vermoedelijke oninbaarheid + definitief oninbare vordering
Journaalpost dotatie aan voorziening (% van de omzet):
4.. Afschrijvingskosten (dubieuze) debiteuren …
Aan 1.. Voorziening (dubieuze) debiteuren …
o Het is een complexe methode en er moet gelet worden op Een andere complexiteit is BTW, omdat het op twee
plaaten effect heeft;
Bij berekening bedrag vermoedelijke oninbaarheid: bruto bedrag x 100/121
Bij journaalpost definitieve oninbaarheid, omdat die verandert:
1.. Afschrijving (dubieuze) debiteuren 100/121 x bruto bedrag
1.. Te verrrekenen BTW 21/121 x bruto bedrag
Aan 1.. (dubieuze) Debiteuren bruto bedrag
Literatuur college 1:
Syllabus H1 & 2 – het boekhoudkundig model
De balans geeft inzicht in aanwezige bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment.
- Bezittingen = debet Scrontovorm = links debet, rechts credit
- Eigen vermogen = credit Verticale vorm = eerst bezittingen, dan EV, dan schulden
- Schulden = credit
De resultatenrekening geeft inzicht in behaalde opbrengsten en bijbehorende kosten over een bepaalde periode.
- Kosten = debet
- Opbrengsten = credit
De boekhouding verzamelt, verwerkt en verstrekt gegevens gericht op interne en externe behoeften.
Van ieder financieel feit wordt een journaalpost gemaakt die vervolgens verwerkt wordt in de balans. In plaats van na elke
journaalpost een nieuwe balans op te stellen, worden de gevolgen van de journaalposten van een bepaalde periode
systematisch verwerkt in het grootboek dat bestaat uit een verzameling rekeningen van bezit, schuld en eigen vermogen. Als in
de journaalpost een bedrag in de debetkolom staat, wordt dit bedrag ook debet op de betreffende grootboekrekening vermeld.
Een kolommenbalans bestaat uit een proefbalans, een saldibalans, een resulatenrekening en een eindbalans.
- De proefbalans met alle grootboekrekeningen controleert of het grootboek in evenwicht is (debet/credit).
- De saldibalans wordt samengesteld door van elke grootboekrekening het saldo (verschil Debet en Credit) te berekenen.
- Op de resulatenrekening wordt een positief saldo resultaat (opbrengsten > kosten) op de debetzijde geplaatst en een
negatief saldo resultaat (opbrengsten < kosten) op de creditzijde.
- Op de balans wordt een debetsaldi van de rekeningen van bezit op de debetzijde van de balans geplaatst en het
creditsaldi van schuld gaan credit naar de balans. Een positief resultaat moet aan het bedrag van het eigen vermogen
zoals dat op de saldibalans vermeld staat, worden toegevoegd en een negatief resultaat wordt van het balansbedrag
van het eigen vermogen afgetrokken.
Omzetverantwoording houdt in dat een onderneming naast het winstcijfer ook behoefte heeft aan informatie over de omzet.
Omzet = aantal verkochte stuks (afzet) x verkoopprijs per product.
- Rekening ‘Winst op Goederen’ wordt vervangen door rekening ‘Opbrengst verkopen’ en rekening ‘Inkoopwaarde van
de verkopen’.
Omzetbelasting wordt geheven volgens het stelsel van de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW).
- Een ondernemer moet aan zijn afnemers (de consumenten) omzetbelasting (21% of 9% of 0% bij export) in rekening
brengen en deze periodiek aan de fiscus afdragen.
- De leveranciers van goederen etc. brengen aan de ondernemer omzetbelasting in rekening. De ondernemer kan deze
omzetbelasting periodiek van de fiscus terugvorderen.
- De ondernemer dient periodiek (per kwartaal) de omzetbelasting te betalen aan de fiscus.
- Dus, BTW wordt te laste gelegd aan de consument (kostprijsverhogend) en betaald aan de fiscus door de gezamenlijke
bedrijven.
Accounting principles;
- Dualiteit; een toename van een waardesoort is verbonden aan de afname van een andere waardesoort.
- Aggregatie; soortgelijke zaken worden in het grootboek gesommeerd.
, - Continuïteit; er wordt verondersteld dat de organisatie haar activiteiten in de toekomst voortzet.
- Realisatie; winsten mogen pas worden opgenomen als voldoende zeker is dat ze behaald zijn, dat is wanneer verkoop
en aflevering hebben plaatsgevonden.
- Toerekening (matching); de periode waarop opbrengsten en kosten betrekking hebben is bepalend.
- Consistentie; soortgelijke problemen worden op soortgelijke wijze opgelost.
- Significantie; alleen zaken van voldoende belang worden als bezit/schuld verantwoord (rest is resultaat)
- Voorzichtigheid; winsten worden geboekt als zeker is dat ze behaald zijn, verliezen worden opgenomen zodra ze
geconstateerd zijn (ookal kan later blijken dat het is meegevallen)
Syllabus H3 – Administratie van de duurzame en vlottende activa
Bij de aankoop van duurzame activa zijn er ook bijkomende kosten zoals direct en indirecte kosten.
- Directe kosten zijn kosten die niet behoren tot de aankoopprijs maar die wel rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de
gekochte activa. Zij verhogen de waarde van de activa.
- Indirecte kosten zijn kosten die niet in een direct verband staan tot the gekochte activa. Zij komen ten laste van het
resultaat.
Afschrijven is het tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van activa.
Goederenvoorraad bepaling
- Individuele inkoopprijs
- FIFO (first-in, first-out)
- LIFO (last-in, first-out)
- Vaste verrekenprijs (VVP); gemiddelde/standaard inkoopprijs voor de toekomstige periode wordt geschat. De afwijking
tussen de geschatte en werkelijke prijs wordt geboekt op de rekening Prijsverschillen bij inkoop.
o Bestaat uit de geschatte; gemiddelde inkoopprijs & bijkomende inkoop- en magazijnkosten
De factuur en goederen worden gelijktijdig ontvangen; De factuur en goederen worden gelijktijdig verzonden;
Goederen … Debiteuren …
Te vorderen omzetbelasting … Aan Te bepalen omzetbelasting …
Aan Crediteuren … Aan Opbrengsten Verkoop …
Inkoopwaarde van de verkopen …
Aan Goederen …
Wanneer de ontvangst van de goederen op een ander tijdstip valt als de ontvangstvan de desbetreffende factuur, moet
bovenstaande journaalpost worden vervangen door twee journaalposten, d.m.v. een tussenrekening.
Mogelijkheden bij ontvangst van goederen en facturen op verschillende tijdstippen;
- De facturen van de ingekochte goederen arriveren steeds enige tijd vóór de ontvangst van de goederen;
Ontvangst van de factuur geeft de volgende journaalpost:
Te ontvangen goederen …
Te vorderen OB …
Aan Crediteuren …
De journaalpost bij ontvangst van de goederen is als volgt:
Voorraad goederen …
Aan Te ontvangen goederen …
- De facturen van de ingekochte goederen arriveren steeds enige tijd ná de ontvangst van de goederen;
De journaalpost bij ontvangst van de goederen is als volgt:
Voorraad goederen …
Aan Te ontvangen facturen …
Ontvangst van de factuur geeft de volgende journaalpost:
Te ontvangen facturen …
Te vorderen OB …
Aan Crediteuren …
- Tussen de ontvangst van de facturen en de ontvangst van de goederen bestaat geen vaste tijdsvolgorde
De journaalpost naar aanleiding van de ontvangen facturen
Te ontvangen goederen …
Te vorderen OB …
Aan Crediteuren …
De journaalpost naar aanleiding van de magazijnontvangsten
Voorraad goederen …
Aan Te ontvangen facturen …
De journaalpost naar aanleiding van het afstemregister
Te ontvangen facturen …
Aan te ontvangen goederen …
, Syllabus H4 – Eigen vermogen, de administratie van verschillende ondernemingsvormen
Eenmanszaak; één natuurlijk persoon is eigenaar. Deze heeft het beheer over de onderneming en bestuurt de zaak naar eigen
inzicht.
Vennootschap onder firma (v.o.f.): maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam.
- Maatschap; overeenkomst waarbij twee of meer personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen met het
doel om het daaruit te verkrijgen voordeel met elkaar te delen.
Commanditaire vennootschap (c.f.): vennootschap aangegaan tussen één of meer hoofdelijke vernnoten die voor het geheel
aansprakelijk zijn en één of meer vennoten die slechts tot het bedrag van hun inbreng aansprakelijk zijn omdat zij geen
beheersdaden meer verrichten.
Naamloze vennootschap (n.v.); vennootschap die rechtspersoonlijkheid bezit, met een in aandelen verdeeld maatschappelijk
kapitaal, waarin ieder der vennoten voor één of meer overdraagbare aandelen deelneemt. Risico beperkt tot deelname in het
aandelenvermogen. Aandelen kunnen verkregen worden door;
- Uitreiking bij storting
- inschrijving
Besloten vennootschat (b.v.); vennootschap die rechtspersoonlijkheid bezit, met een in aandelen verdeeld maatschappelijk
kapitaal, waarin ieder der vennoten voor één of meer aandelen deelneemt. Ook hier risico beperkt tot deelname, maar bank
vraagt al snel garanties privé-bezit.
Het deel van de winst dat toevalt aan de aandeelhouders in een NV of BV wordt dividend genoemd en kan zowel in geld als in
aandelen worden uitgekeerd.
Reserves = totaal vermogen eigenaar(s) – aandelenvermogen.
- Kunnen ontstaan door; winstinhouding, emissie en herwaardering
Syllabus H5 – Administratie van vreemd vermogen
Obligatieleningen; lening op lange termijn afgesloten met een groot aantal vermogensverschaffers. Deze vermogensverschaffers
ontvangen als schuldbekentenis een zogenaamde obligatie.
- Converteerbare obligatielening; na een voorafbepaalde periode krijgt de leninghouder de mogelijkheid zijn
obligatielening om te zetten in een aandelenpakket.
! Obligatievermogen is niet-ondernemend vermogen. Daarom krijgt de houder van een obligatie periodiek een vaste vergoeding
die is vastgesteld bij de uitgifte van de obligaties (interest). Voor de onderneming die de obligaties plaatst, is de te betalen
interest een kostenpost. De obligatiehouder kan de interest innen door een coupon in te leveren bij de bank. Aan het einde van
de looptijd worden obligaties afgelost. Als een obligatie is afgelost, kan de obligatiehouder door inlevering van het
obligatiebewijs het nominale bedrag (en eventueel interest en premie) ontvangen.
Type obligaties;
- Inkomstenobligaties: interestvergoeding als het bedrijfsresultaat dat toelaat.
- Winstdelende obligaties: recht op deel vd winst naast een lage vaste jaarlijkse interestvergoeding.
- Premie-obligaties; jaarlijkse interest en kans op premie bij aflossing.
- Pandbrieven; gewone obligaties, uitgegeven door een hypotheekbank
- Converteerbare obligatielening; na een voorafbepaalde periode krijgt de leninghouder de mogelijkheid zijn
obligatielening om te zetten in een aandelenpakket.
o Converteerbare obligaties zijn aantrekkelijk voor de belegger omdat, als het goed gaat met de onderneming,
hij daarvan kan profiteren door de obligaties om te wisselen. Gaat het minder goed, dan houden zij hun
obligaties vast en ontvangen zij naast een periodieke interestvergoeding bij aflossing het nominale bedrag
terug. Daarentegen is de interest op converteerbare obligaties in het algemeen iets lager dan op gewone
obligaties.
o De conversiekoers bepaald de verhouding waarin de conversie plaatsvindt;
aantal obligaties x nominale waarde +contante betaling
conversiekoers= x 100 %
aantal aandelen x nominale waarde
Syllabus H6 – Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd met het oog op toekomstige uitgaven waarvan de omvang en/of het tijdstip van betalen
onzeker zijn. Voorbeelden van deze voorzieningen zijn:
- Voorziening debiteuren
- Voorziening assurantie eigen risico
- Voorziening onderhoud.
Functie van Afschrijving debiteuren: correctie op de rekening Debiteuren.
Functie van Voorziening debiteuren: egalisatie in de tijd van nadelen op debiteuren.
BGO3 H1 – de verslaggeving
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur T00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.