Dit document bevat een samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 3, 5, 6 en 8 t/m 10. De samenvatting is hier en daar aangevuld met notities uit de college's.
Hoofdstuk 1 t/m 3, 5, 6 en 8 t/m 10
19 septembre 2023
44
2022/2023
Resume
Sujets
jeugdrecht
minderjarige
naam
nationaliteit
afstamming
adoptie
gezag
kinderbescherming
jeugdstrafrecht
jeugdstrafprocesrecht
jeugdsanctierecht
voogdij
erkenning
uithuisplaa
procesrecht en rechtspositie
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
College aantekeningen Jeugdrecht (RGAPR90606)
College aantekeningen Jeugdrecht RUG
Hoorcollege uitwerkingen Jeugdrecht
Tout pour ce livre (33)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
Minor veiligheid en recht
Jeugdrecht en Jeugdstrafrecht
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
lynnbeddinkhaus
Avis reçus
Aperçu du contenu
Jeugdrecht en Jeugdstrafrecht
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Introductie in het jeugdrecht.............................................................................................2
Hoofdstuk 2 De minderjarige: naam, nationaliteit, afstamming en adoptie...........................................6
Hoofdstuk 3 Het gezag over minderjarigen..........................................................................................11
Hoofdstuk 5 Procesrecht en rechtspositie van de minderjarige...........................................................16
Hoofdstuk 6 De maatregelen van kinderbescherming.........................................................................18
Hoofdstuk 8 De ontwikkeling van het jeugdstraf(proces)recht in vogelvlucht.....................................23
Hoofdstuk 9 Het jeugdstrafprocesrecht...............................................................................................28
Hoofdstuk 10 Het jeugdsanctierecht....................................................................................................36
,Hoofdstuk 1 Introductie in het jeugdrecht
Historische ontwikkeling van het jeugdrecht
Reeds voor het begin van onze jaartelling werd in het recht enige bijzondere aandacht besteed aan
het kind. Die aandacht ging vooral om de beoordeling van door kinderen gepleegde strafbare feiten.
De in de wet geregelde bescherming van het kind begon eerst in de 19 e eeuw – het ‘Kinderwetje’ van
Van Houten – voorzichtig enige betekenis te krijgen.
In 1901 kwamen de kinderwetten. Hiermee werd de basis gelegd voor de huidige
jeugd(beschermings)recht en jeugdstrafrecht. De kinderwetten traden in werking op 1 december
1905 en introduceerden in ons recht:
De mogelijkheid om ter bescherming van het kind in te grijpen in het ouderlijk gezag, veelal
initiatief van een daartoe in het leven geroepen orgaan: de Voogdijraad (voorlopige
toevertrouwing, ontheffing en ontzetting);
Een afzonderlijk strafprocesrecht voor de berechting van jeugdige verdachten (tot 18 jaar) en
een vooral op de heropvoeding van jeugdige delinquenten toegesneden pakket van straffen
en maatregelen;
Een wet houdende beginselen en voorschriften omtrent maatregelen ten opzichte van
jeugdige personen (de zogenoemde derde Kinderwet) met bijbehorende
uitvoeringsmaatregelen die met name de Voogdijraden, de voogdijverenigingen en de
particuliere en Rijksgestichten betroffen.
Men bevond zich in 1955 (na de Tweede Wereldoorlog) in een proces van veranderingen –
herziening jeugdstrafrecht, reorganisatie voogdijraden en invoering adoptie – dat nodig was om de
kinderbescherming te moderniseren. Er ontstonden dus nieuwe vormen van jeugdzorg.
dit betekende ook dat de kinderbescherming haar monopoliepositie kwijt raakte.
Er was tot 2000 veel kritiek en ophef op ‘de kinderbescherming’.
Een puntsgewijs en chronologisch overzicht van enkele van de belangrijkste veranderingen die sinds
de inwerkingtreding van de kinderwetten in 1905 in de wetgeving hebben plaatsgevonden:
1922: de invoering van de ondertoezichtstelling als nieuwe maatregel zowel in het civiele als
in het jeugdstrafrecht en van de kinderrechter;
1947: de herziening van het civielrechtelijke jeugd(beschermings)recht;
1953: de inwerkingtreding van de Pleegkinderenwet;
1956: de omzet van de Voogdijraden in Raden voor de Kinderbescherming; de invoering van
de adoptie;
1965: de inwerkingtreding van een herzien jeugdstraf(proces)recht en van een nieuwe
Beginselenwet voor de Kinderbescherming (ter vervanging van de derde Kinderwet 1901)
met een daarbij behorend Uitvoeringsbesluit;
1988: de verlaging van de meerderjarigheidsgrens van 21 naar 18 jaar;
1989: de aanname van het International Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) door
de Algemene Vergadering van de VN7;
1990: de (volledige) inwerkingtreding van de Wet op de jeugdhulpverlening met daarbij
behorende algemene maatregelen van bestuur; deze wet zou men kunnen beschouwen als
de opvolger van de Beginselenwet voor de Kinderbescherming (die dan ook verviel) en
tegelijkertijd als een uitbreiding daarvan, omdat zij ook de niet-justitiële jeugdhulpverlening
regelt;
2
, 1995: de inwerkingtreding van het International Verdrag inzake de Rechten van het Kind
(IVRK) in Nederland op 8 maart;
1995: de herziening van het familieprocesrecht met onder andere nieuwe regels voor
procedures betreffende minderjarigen; de herziening van de wettelijke bepalingen
betreffende het gezag over en de omgang met minderjarigen; de herziening van de
ondertoezichtstelling en van het jeugdstrafprocesrecht;
1997: de herziening van de voorlopige maatregelen van kinderbescherming, waardoor de
voorlopige toevertrouwing aan de Raad voor de Kinderbescherming werd vervangen door de
voorlopige voogdij); de invoering van de mogelijkheid ambtshalve een ondertoezichtstelling
(OTS) uit te spreken; de opneming van een uitvoerige regeling van het klachtrecht en de
medezeggenschap (cliëntenraden) in de Wet op de jeugdhulpverlening;
1998: de herziening van het naamrecht; de invoering van gezamenlijk gezag voor een ouder
en zin partner en van gezamenlijke voogdij; de introductie van het beginsel dat na een
scheiding van de ouders hun gezamenlijke gezag over de kinderen van rechtswege
voortduurt met de mogelijkheid dat desgevraagd het gezag in het belang van het kind wordt
toegekend aan een van de ouders; de herziening van het afstammingsrecht en de adoptie; de
inwerkingtreding voor Nederland van het Haags Verdrag van 1993 inzake de bescherming
van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie;
2001: de invoering van het zogenoemde homohuwelijk en de homoadoptie op 1 april; de
inwerkingtreding van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen op 1 september; de
inwerkingtreding van de (beperkte) wijziging van de taakstraf in het jeugdstrafrecht op 1
februari;
2002: de invoering van gezamenlijk gezag van rechtswege over een kind geboren tijdens een
geregistreerd partnerschap op 1 januari;
2003: de inwerkingtreding van de wijziging van de algemene regels voor de
verzoekschriftprocedure en daarmee samenhangende wijzigingen in het familieprocesrecht
op 1 januari;
2005: de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg (Wjz) en het daarbij behorende
Uitvoeringsbesluit en overige uitvoeringsmaatregelen' (deze wet vervangt de hiervoor
genoemde Wet op de jeugdhulpverlening);
2006: de inwerkingtreding voor Nederland van de goedkeuringswet van het Haags
Kinderbeschermingsverdrag 1996 en de bijbehorende uitvoeringswet; de inwerkingtreding
van EG-Verordening nr. 2201/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning van de
beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouder-like verantwoordelijkheid (Brussel II Bis);
de wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Rechtsvordering en de
Uitvoeringswet EG-executieverordening (de Uitvoeringswet internationale
kinderbescherming);
2007: de inwerkingtreding van de wet tot herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen
rechtbank en kantonrechter;
2008: de inwerkingtreding van wijziging van de Wet op de jeugdzorg en ter introductie en
regeling van de gesloten jeugdzorg; de inwerkingtreding van de Wet gedragsbeïnvloeding
jeugdigen in het jeugdstrafrecht;
2009: de inwerkingtreding van de wet tot bevordering van voortgezet ouderschap en
zorgvuldige scheiding, mede omvattend de introductie van de voorwaarde dat bij een
scheidingsverzoek een ouderschapsplan mot worden overgelegd;
2011: de instelling van de Kinderombudsman op 1 april 2011S, de goedkeuring van de
herziening van het Europees Adoptieverdrag;
2012: de afschaffing van de procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de Centrale
autoriteit in zaken van internationale kinderontvoering;
2013: de wijziging van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere regelingen in verband met
de verbetering van de positie van pleegouders, de invoering van en meldcode voor huiselijk
geweld en kindermishandeling;
3
, 2014: de invoering van de Wet adolescentenstrafrecht; de inwerkingtreding van de Wet
lesbisch ouderschap door wijziging van Boek I BW;
2015: de inwerkingtreding van de Jeugdwets en de Wet herziening van de maatregelen van
kinderbescherming (aanpassing Boek I BW) en het daarmee vervallen van onder meer de
Wet op de jeugdzorg;
2019: implementatie van de EU-Richtlijn 2016/800 inzake procedurele waarborgen voor
kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure in het Wetboek van
Strafvordering);
2020: de inwerkingtreding van de Wet zorg en dwang (voor psychiatrische behandelingen) en
de Wet verplichte ggz (voor jeugdigen en volwassenen met verstandelijke beperkingen); de
inwerkingtreding van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet
USB).
Terminologie en reikwijdte van dit boek
Het ‘jeugdrecht’ omvat bepalingen over:
Algemeen civielrechtelijk jeugdrecht;
Civielrechtelijk jeugdbeschermingsrecht;
Jeugdstraf(proces)recht;
Jeugdhulprecht;
Maar ook veel bepalingen in wet- en regelgeving op het terrein van onderwijs, gezondheidszorg,
vreemdelingenrecht en sociale zekerheid.
Bronnen en vindplaatsen van Jeugdrecht
Het jeugdrecht heeft erg veel bronnen en vindplaatsen. Hierboven zijn vier categorieën (+ één extra)
benoemd en dit zijn de meest voorkomende bronnen bij elke categorie:
1. Algemeen civielrechtelijk jeugdrecht:
a. Burgerlijk Wetboek Boek 1;
b. Rijkswet op het Nederlanderschap;
c. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2. Civielrechtelijk jeugdbeschermingsrecht:
a. Burgerlijk Wetboek Boek 1;
b. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
c. Jeugdwet en Besluit Jeugdwet.
3. Jeugdstraf(proces)recht:
a. Wetboek van Strafrecht;
b. Wetboek van Strafvordering;
c. Jeugdwet en Besluit Jeugdwet;
d. Beginselen justitiële jeugdinrichtingen en Reglement justitiële jeugdinrichtingen.
4. Jeugdhulp en recht:
a. Jeugdwet en Besluit Jeugdwet.
5. Internationale kinderrechten:
a. Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind;
b. Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;
c. Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten;
d. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;
e. Europees Sociaal Handvest;
f. Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Internationale kinderrechten
Hieronder wordt een korte introductie gegeven van het internationale kader van kinderrechten en de
(wijze van) doorwerking daarvan in de Nederlandse rechtsorde.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lynnbeddinkhaus. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.