1 Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie
Verhaal:
Abraham Biggs – zelfmoord; Oscar – studentenvereniging; Jonestown – massazelfmoord
1.1. Wat is sociale psychologie?
Psychologie = De wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu
Sociale psychologie = De wetenschap die bestudeert hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen
van mensen worden beïnvloed door de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen; ouders,
vrienden, leerkrachten, … kortom: de gehele sociale situatie.
Sociale invloed = Het is het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van andere
mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, attitudes of gedrag. Het is de kern van de sociale
psychologie.
Invloed:
Rechtstreekse pogingen (bv: reclame)
Door de aanwezigheid van anderen
Zelf bij niet aanwezigheid van anderen
1.1.1 Wat kunnen we over sociale invloed vertellen?
We kunnen heel wat wijze observaties vinden uit volkswijsheden, journalisten, maatschappijcritici,
schrijvers en filosofen, maar het probleem is dat ze elkaar vaak tegenspreken en het niet gemakkelijk
is om uit te zoeken wie er nu juist gelijk heeft.
Bv: soort zoekt soort vs. tegenpolen trekken elkaar aan
Sociaal psychologen willen weten welk van deze verklaringen juist is door beroep te doen op
wetenschappelijke methode. Ze gaan het sociale gedrag empirisch – dus op waarneming/onderzoek
gebaseerd – en systematisch testen empirische wetenschap.
De sociale psychologie houdt zich niet zozeer bezig met de objectieve betekenis van de situatie, maar
met de manier waarop mensen de sociale wereld interpreteren, begrijpen en waarnemen
(=construct). Je kunt pas begrijpen hoe mensen door hun sociale wereld worden beïnvloed als je
begrijpt hoe ze die sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Determinant = bepalende factor in een ontwikkeling of situatie.
1.1.2 Waarin verschilt de sociale psychologie van de meest verwante disciplines?
Analyseniveau:
Persoonlijkheidspsychologie = het individu, obv individuele verschillen (= die aspecten van
de persoonlijkheid van mensen die het onderscheiden van andere mensen)
Sociologie = groep of sociaal systeem
Sociale psychologie = het individu in de context van een sociale situatie
Doel sociale psychologie:
Het identificeren van universele eigenschappen van de menselijke natuur die maken dat iedereen
gevoelig is voor sociale invloed, onafhankelijk van sociale klasse of cultuur, maar ook culturele
verschillen ontdekken in de manier waarop deze wetten tot uiting komen (dmv crosscultureel
onderzoek)
De sociale psychologie beweegt zich tussen sociologie en de persoonlijkheidspsychologie
1
, Sociologie Sociale psychologie Persoonlijkheidspsychologie
Verschaft algemene wetten en Onderzoekt de psychologische Onderzoekt de kenmerken die
theorieën over samenlevingen, processen die mensen met maken dat individuen uniek
niet over individuen. elkaar gemeenschappelijk zijn en van elkaar verschillen.
hebben die maken dat ze
gevoelig zijn voor sociale
invloed.
1.2 Wat is de macht van de sociale situatie?
Fundamentele attributiefout =
De neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door interne, dispositionele
factoren te overschatten en de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.
(de neiging om ons eigen en andermans gedrag volledig toe te schrijven aan persoonlijkheidstrekken
en de macht van de sociale invloed te onderschatten)
Gevolg: onterecht gevoel van veiligheid
Wat ‘gestoorde’ mensen doen, kan mij nooit overkomen.
Experiment: Beursspel/gemeenschapsspel
4 condities: competitieve mensen in het beursspel, competitieve mensen in het gemeenschapsspel,
coöperatieve mensen in het beursspel, coöperatieven mensen in het gemeenschapsspel.
Toen de naam van het spel ‘gemeenschapsspel’ was, waren de speler eerder geneigd tot
coöperatief gedrag dan toen het het ‘beursspel’ heette. Los van hun eigen coöperatieve en
competitieve persoonlijkheidstrekken. De titel van het spel droeg sociale normen over die
belangrijker bleken dat de persoonlijkheid en die het gedrag van de spelers bepaalden.
Dat wil niet zeggen dat persoonlijkheden niet belangrijk zijn: ze bestaan en zijn vaak heel belangrijk,
maar we hebben geleerd dat de sociale situatie en de omgeving zo machtig kunnen zijn dat ze op
bijna iedereen een dramatisch effect kunne hebben.
1.3 De macht van de sociale interpretatie
Behaviorisme =
Een stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat men, om menselijk gedrag te kunnen
begrijpen, slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende eigenschappen van de omgeving – dat wil
zeggen: hoe positieve en negatieve gebeurtenissen in de omgeving verband houden met specifieke
gedragingen.
Skinner = grondlegger van het behaviorisme
Behavioristen vergaten wel het belang van de manier waarop mensen hun omgeving interpreteren.
Ze hielden geen rekening met de cognitie, het denken en voelen van de mens.
Gestaltpsychologie=
Een stroming in de psychologie die het belang benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke
(subjectieve) manier waarop een object wordt waargenomen (het gestalt, het geheel), in plaats van
het bestuderen van de manier waarop de objectieve, fysieke eigenschappen van het object zijn
samengevoegd. het geheel is meer/anders dan de som der delen.
Kurt Lewin:
Grondlegger van de moderne experimentele sociale psychologie. Hij heeft de gestaltpsychologie
toegepast op de sociale perceptie: de manier waarop mensen andere mensen en hun motieven,
intenties en gedragingen waarnemen.
2
,Lee Ross:
‘Naïef realisme’: de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt ‘zoals ze echt zijn’. Als andere
mensen dezelfde dingen op een andere manier zien, moet dat wel zijn omdat zij bevooroordeeld zijn.
(Test: onderhandelingen met Israëlische en Palestijnse onderhandelaars)
1.4 Waar constructen vandaag komen: fundamentele menselijke motieven
Twee belangrijke motieven die ten grondslag liggen aan onze gedachten en gedragingen:
Behoefte om ons goed te voelen over onszelf
Behoefte om de wereld zo accuraat mogelijk waar te nemen
Meestal trekken deze twee motieven ons in tegengestelde richtingen.
Bv: President moet een keuze maken: meer troepen inzetten in de oorlog of zich terugtrekken en
door de geschiedenis gaan als de eerste president die een oorlog verloor?
1.4.1 De benadering vanuit zelfachting: de behoefte ons goed te voelen over onszelf
Meeste mensen hebben een behoefte aan een positief zelfbeeld (= evaluatie van mensen van hun
eigenwaarde, dat wil zeggen: de mate waarin ze zichzelf beschouwen als goed, competent en
beschaafd)
Bij de keuze tussen de wereld vervormen om zich goed te voelen over zichzelf of een accuraat beeld
van de wereld vormen, kiezen mensen vaak voor de eerste optie.
De belangrijkste bevindingen zijn dat:
1) Menselijke wezens gemotiveerd zijn om een positief zelfbeeld van zichzelf in stand te
houden, deels door hun gedrag in het verleden te rechtvaardigen en
2) Dat dit hen onder bepaalde specificeerbare omstandigheden toe brengt dingen te doen die
in eerste instantie verrassen of paradoxaal lijken.
Experiment: ontgroeningsritueel:
Hoe zwaarder het ontgroeningsritueel hoe leuker ze de groep vonden.
Ontgroening gaan rechtvaardigen door interpretatie van de latere ervaringen te gaan vervormen
1.4.2 De benadering vanuit de sociale cognitie: de behoefte om accuraat waar te
nemen
Sociale cognitie =
Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld; specifieker: hoe mensen sociale informatie
selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en beslissingen te
nemen.
Onderzoekers die het sociaal gedrag proberen te beschouwen vanuit het perspectief van sociale
cognitie beginnen met het uitgangspunt dat alle mensen de wereld zo accuraat mogelijk proberen
waar te nemen. We proberen de sociale wereld zo goed mogelijk te begrijpen en te voorspellen.
Helaas maken we soms fouten, omdat we niet over alle feiten beschikken. Dit kan gaan over
eenvoudige beslissingen tot ingewikkeldere beslissingen.
Soms botsen onze verwachtingen over de sociale wereld met ons vermogen om die wereld zo
accuraat mogelijk waar te nemen. We zijn zelf in staat de aard van de sociale wereld met onze
verwachtingen te veranderen.
3
,Experiment:
IQ test bij leerlingen. Sommige leerlingen kregen Hoge score, ander lage (willekeurig beslist )
leerkrachten veranderen hun houding tov kinderen met hoge score kinderen met ‘hoge score’
gaan werkelijk ook hoog scoren op het einde van het jaar
Selffulfilling prophecy = je verwacht een bepaald gedag van jezelf of van iemand anders, dus handel
je ook op zo’n manier, waardoor je verwachting gaat uitkomen.
Dus zelf als we proberen de sociale wereld zo accuraat mogelijk proberen waar te nemen, zijn er veel
manieren waarop we toch een foute indruk kunnen krijgen.
1.4.3 Aanvullende motieven
De motieven om de wereld zo accuraat mogelijk waar te nemen en een goed gevoel over onszelf te
hebben zijn niet de enige motieven die onze gedachten en gedragingen beïnvloeden.
Ook:
Biologische motieven: honger en dorst
Psychologische motieven: liefde, angst, goedkeuring
Behoefte aan controle
1.5 Sociale psychologie en maatschappelijke problemen
Reden om de oorzaken van sociaal gedrag te bestuderen:
Nieuwsgierig
Bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke problemen
Als we in staat zijn om complex en schadelijk sociaal gedrag te begrijpen en te verklaren, brengt dat
de uitdaging met zich mee om dat gedrag ook te veranderen.
Hoe zorg je ervoor dat mensen veiliger gaan vrijen zodat de verspreiding van hiv andere soa’s
stopt?
Wat is de relatie tussen geweld op televisie en gewelddadig gedrag van televisiekijkers?
Welke onderhandelingsstrategieën kan men inzetten om internationale conflicten op te
lossen?
Op welke manier kan men de intelligentie van kinderen verhogen door ingrepen in hun
omgeving en betere lesprogramma’s?
4
, 2 Methodologie: hoe doen sociaal psychologen onderzoek?
Kitte Genovese:
Vrouw die 45 min lang werd aangevallen. 38 mensen waren hier getuige van, maar nieman schoot te
hulp. Waarom? Hoe komt dit?
2.1 Sociale psychologie: een empirische wetenschap
Hindsight bias=
De neiging van mensen hun vermogen om een uitkomst te voorspellen overschatten, nadat ze weten
hoe de uitkomst eruitziet.
Het lijkt dat we de uitkomst gemakkelijk hadden kunnen voorspellen, als we ze eenmaal kennen.
2.2 Het formuleren van hypothesen en theorieën
Hoewel inzichten soms plotseling kunnen komen, is wetenschap een cumulatief proces:
wetenschappers leiden hypothesen af uit theorieën en onderzoeken.
2.2.1 Inspiratie uit eerdere theorieën en onderzoeken
Sociale psychologen houden zich bezig met een continu proces van theoretische verfijning: er wordt
een theorie ontwikkeld; specifieke hypothesen die uit die theorie zijn afgeleid, worden getest, op
grond van de verkregen resultaten wordt de theorie herzien en worden nieuwe hypothesen
geformuleerd.
2.2.2 Hypothese gebaseerd op persoonlijke observaties
Onderzoekers zien vaak iets in hun eigen leven of in het leven van anderen wat hun interesse opwekt
en hen stimuleert om een theorie te construeren over waarom dit fenomeen plaatsvond. Ook
stimuleert het hen om een onderzoek op te zetten en erachter te komen of ze gelijk hebben.
Onderzoek van Latané en Darley:
Hypothese: Hoe meer mensen getuige zijn van een noodsituatie, hoe kleiner de kans den een
individu zal ingrijpen spreiding van verantwoordelijkheid
Dit wouden ze empirisch gaan onderzoeken.
2.2.3 Onderzoeksmethoden
Drie methoden:
Observationele methode
Correlationele methode
Experimentele methode
Elke methode is geschikt voor een specifieke onderzoeksvraag.
Methode Focus Beantwoorde vraag
Observationeel Beschrijven Wat is de aard van het fenomeen?
Correlationeel Voorspellen Als we X kennen, kunnen we Y dan
voorspellen?
Experimenteel Causaliteit Is variabele X de oorzaak van variabele Y?
5