Start
1
a Ze doen bodemonderzoek met een grondboor.
b Eigen antwoord leerling.
2
a Zonder dijken loopt het westelijke / oostelijke deel van Nederland onder water.
b Het hoogste punt in Nederland ligt op 322,4 m / 51,2 m / 635,7 m.
c Het laagste punt in Nederland ligt op –1,6 m / –12,1 m / –6,7 m.
d Zand / Klei / Veen / Löss is een grondsoort die makkelijk water doorlaat.
e Zand / Klei / Veen / Löss is een grondsoort zonder korrelstructuur.
f Zand / Klei / Veen / Löss is een onvruchtbare grondsoort.
g Bossen en heidevelden komen vooral voor in het zandlandschap / kleilandschap /
veenlandschap.
h Het landijs in Nederland kwam nooit in Nederland / tot de lijn Haarlem-Utrecht-
Nijmegen / tot de lijn Groningen-Leeuwarden.
i Tijdens een ijstijd daalt / stijgt de zeespiegel.
j IJstijden komen voor in het geologische tijdvak Pleistoceen / Holoceen.
3
a/c Eigen antwoord leerling
b W1 Grondsoorten in Nederland.
,4
Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:
Figuur / Bron 6, omdat de duinen het laaggelegen Nederland beschermen tegen de zee.
Figuur / Bron 12, omdat Nederland een echt waterland is.
, §1 Sporen uit de ijstijd
1
a het Pleistoceen
b Er valt meer sneeuw dan dat er wegsmelt. Sneeuw wordt samengedrukt tot ijs, wat
zorgt voor de aangroei van gletsjers.
c toendra verandert in een ijsvlakte
taiga verandert in een toendra
loofbos verandert in naaldwoud / taiga
d Nee, ook in Noord-Amerika en Azië waren er ijstijden.
e het Holoceen
2
a/b W2 Schommelingen van de temperatuur in het Kwartair.
c ongeveer 20 ijstijden
d/e Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:
Ja / Nee, we zijn nog in de opbouw van een interglaciaal. Het land- en zee-ijs ten
noorden van de poolcirkel smelt en neemt af. De temperatuur op aarde stijgt.
Ja / Nee, we zitten nu in een interglaciaal, maar die duren nooit langer dan tien- tot
twintigduizend jaar. Er zal dus weer een nieuwe ijstijd komen.
3
a In W2 zie je dat het klimaat altijd verandert. Je moet dus goed afspreken over welke
periode het gaat.
b Door het smelten van sneeuw neemt het weerkaatsend vermogen, en daarmee het
albedo-effect, af. Dat zorgt voor extra opwarming.
c Het is een positieve terugkoppeling.
d Het is een positieve terugkoppeling, omdat het de opwarming van de aarde versterkt
(klimaatverandering).
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pieterdejong2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.