Samenvatting lezen spellen rekenen
DEEL 1: normale ontwikkeling lezen, spellen en rekenen
1. Wat is lezen en spellen?
Vormen van lezen
- Technisch lezen
verklanken van geschreven materiaal, decoderen
Het kraken van de code
- Begrijpend lezen
Achterhalen van de betekenis van geschreven materiaal
- Studerend lezen
Betekenis van geschreven materiaal opslaan (in LT geheugen) om later te
reproduceren
- Belevend lezen
inleven in personages, genieten en ontspannen bij lezen van boeken
wat is spellen
- de manier waarop je een woord moet schrijven
- de schrijfwijze van een woord
- de vorm waarin woorden geschreven worden
- de orthografie van een woord
- het weergeven van auditieve codes in correct visuele codes
- ≠ schrijfmotoriek (~dysgrafie: motorisch probleem)
1.1. Het orthografisch systeem van het nederlands
Correspondentie fonemen en grafemen
Foneem Grafeem (op 1 manier schrijven)
- voorbeelden van één-op-één-relaties (1 foneem 1 grafeem): A
- tegenvoorbeelden (1 foneem meerdere grafemen): CH/G, IJ/EI, S/C, AA/A
Grafeem Foneem (op 1 manier verklanken)
- voorbeelden van één-op-één-relaties (1 grafeem 1 foneem): R, EI/IJ, AU/OU, S
- tegenvoorbeelden (1 grafeem meerdere fonemen): A, O
1
,Conclusie:
- Nederlands is een semi-transparante taal omdat we tegenvoorbeelden kunnen geven
Lezen (G F) is veel transparanter (1-1) dan spellen (F G)
De orthografische transparantie van een taal
1.1.1. De vier principes van de Nederlandse orthografie
De Nederlandse orthografie (=spellingsysteem) is gebaseerd op 4 principes:
- Fonologisch principe
- Morfologisch principe
- Etymologisch principe
- Syllabisch principe
1) Fonologisch principe
- Basisprincipe
- Je schrijft wat je hoort; je leest wat er staat
- Op basis van de KTK/FGK
- “Elementaire lees- en spellinghandeling”
- Uitgangspunt bij spelling = uitspraak
- Beïnvloedende factoren hierbij:
Dialect!
Allofonen negeren
Co-articulatie! Invloed aangrenzende klanken/woorden!
Fonemisch bewustzijn moet voldoende ontwikkeld zijn:
continue ‘spraak’ artificieel opsplitsen
- Probleem: meer fonemen dan letters
- Oplossing: digrafen: 2 letters vormen samen een nieuw grafeem
Homogene digrafen (aa, ee, oo, uu)
Heterogene digrafen (oe, eu, ui, ie, ei, ij, au, ou, ng, ch)
2) Morfologisch principe
- Vormleer: de wijze waarop woorden gevormd zijn
- Morfeem: kleinste eenheid van taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale
functie
- 2 soorten morfemen
Vrije morfemen: kunnen als woord voorkomen vb. ‘huis’ in ‘tuinhuis’
Gebonden morfemen: kunnen niet afzonderlijk voorkomen: voor- en achtervoegsels vb.
‘ver’ in ‘verhuis
- Omvat 4 morfologische procedures
Vorming van samenstellingen vb. land + kaart
Vorming van afleidingen vb. ziel + ig / land + ing
2
, Verbuigingen van woorden vb. landen (meervoud), landje (verkleiningen)
Vervoegingen van werkwoorden vb. hij slaapt (pv in tt), gedacht (vd)
Twee morfologische deelprincipes
- Principe van gelijkvormigheid: morfeem zoveel mogelijk op dezelfde manier schrijven
Niet ‘goet’ maar ‘goed’ want ‘goede’
Niet ‘fijftig’ maar ‘vijftig’ want ‘vijf’
Uitzondering: ‘buis’!
- Principe van analogie of overeenkomst: woorden die gelijkaardig gevormd/opgebouwd
worden, worden op deze manier geschreven
‘grootte’ want ‘hoogte’
‘stationsstraat’ want ‘stationsplein’
uitzondering: ‘hij wacht’
3) etymologisch principe
- Historisch gegroeide schrijfwijze
- Schrijfwijze bepaald door herkomst
Welke woorden?
- Inheemse woorden (vb. uitspraakverschil vroeger bij ei/ij)
- Leenwoorden
overgenomen uit een vreemde taal
niet aangepast aan het Nederlands
vb. carrière, conflict, computer, überhaupt, college, team, jury
- Voor- en nadelen: waarom hebben we nu 2 soorten ei
4) Syllabisch principe
- Syllabe = klankgroep (meestal zonder betekenis)
- Syllabe ≠ lettergreep
- Twee regels:
verenkelingsregel
een lange klinker wordt aan het einde van een klankgroep verenkeld: je schrijft er maar
één vb. bomen / deken / jarig / smakelijk
verdubbelingsregel
na een korte klinker aan het einde van een klankgroep verdubbel je de medeklinker van
de volgende klankgroep vb. pennen / klappen / dapper / prettig / vergiffenis
conclusie
- Onze taal is gebaseerd op 4 principes
- Basisprincipe = fonologisch principe: ‘ik schrijf wat ik hoor/ik lees wat er staat’
- De andere 3 principes ‘overrulen’ dit basisprincipe
- Expliciete instructie is noodzakelijk!
3
, 1.2. drie fasen in geletterdheid
geletterdheid
- de kennis en vaardigheid die nodig zijn
(1) om via schriftelijke communicatie te communiceren en informatie te verwerken,
(2) om met numerieke en grafische gegevens om te gaan en
(3) voor het gebruik van ICT (Van den Branden, 2010)
‘functionele’ geletterdheid
- benadrukken dat het om kennis en vaardigheden gaat die noodzakelijk zijn om te
functioneren in de maatschappelijke context: we leven in een geletterde samenleving die
hoge eisen stelt aan schriftelijke communicatie en schriftelijke informatieverwerking
3 fasen
1.2.1. ontluikende geletterdheid
- kan niet echt lezen, maar ziet het en slaagt het op
- ‘voorschoolse’ periode (0 – 4 jaar) (verschil Nederland: hebben een langere voorschoolse
periode)
- de spontane belangstelling van peuters en kleuters voor het geschreven woord
- Onlosmakelijk verbonden met mondelinge taalontwikkeling
- Initiatief gaat eerst uit van volwassenen
Door aanwezigheid van materialen (boeken, kranten, krijtjes, potloden, papier …)
Door in interactie te gaan met het kind
- Daarna gaat het kind geleidelijk aan zelf meer initiatief nemen
Door voorleesboek te geven, door interesse te tonen bij het zien van woorden op
een uithangbord …
Interactie met ouders/opvoeders erg belangrijk
Grote verschillen in thuissituatie grote verschillen in geletterdheid
Invloed van de leescultuur thuis!
- Pre-alfabetische fase: kind herkent woorden op basis van visuele kenmerken
- Partieel alfabetische fase: wel kennis over letter-klank relatie, bij beperkt aantal letters bv
van namen papa en mama
1.2.2. beginnende geletterdheid
- 2de en 3de kleuterklas en begin 1ste lj
- Bewustzijn voor schriftelijke taal groeit verder
Verkennen van allerlei visuele materialen (picto’s, briefjes, verpakkingen, computer)
Interpreteren van afbeeldingen, symbolen, ‘meelezen’ in een prentenboek …
Eigen naam herkennen en kunnen schrijven
‘Invented spelling’
- Belang fonologisch bewustzijn (FBZ) en fonemisch bewustzijn
- Eindfase van beginnende geletterdheid is ‘de elementaire leeshandeling’
4